bellefleur
Uiterlijk
- Geluid: bellefleur (hulp, bestand)
- bel·le·fleur
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘appel’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- samenstelling van belle en fleur [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bellefleur | bellefleuren bellefleurs |
verkleinwoord | bellefleurtje | bellefleurtjes |
- (plantkunde) (voeding) type helder gekleurde appel
- Het woord bellefleur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bellefleur" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bellefleur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bellefleur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 81 %
- Prevalentie Vlaanderen 72 %