avicultuur
Uiterlijk
- Geluid: avicultuur (hulp, bestand)
- avi·cul·tuur
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vogelteelt’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
- afgeleid van cultuur met het voorvoegsel avi- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avicultuur | aviculturen |
verkleinwoord | - | - |
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord avicultuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "avicultuur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ avicultuur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).