Naar inhoud springen

audit

Uit WikiWoordenboek
  • au·dit
enkelvoud meervoud
naamwoord audit audits
verkleinwoord - -

de auditm

  1. onderzoek naar een bedrijfsorganisatie
80 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]


audit

  1. audit


audit

  1. audit


audit m

  1. audit; het uitvoeren van officiële boekhoudcontroles door een onafhankelijke instantie
  2. audit; het uitvoeren van een systematisch onderzoek (in bepaalde gebieden)
  3. audit; het rapport geschreven op basis van de audit [1, 2]


  • IPA: /aʊ̯dɪt/
  • au·dit

audit monbezield

  1. audit; het uitvoeren van officiële boekhoudcontroles door een onafhankelijke instantie
  2. audit; het uitvoeren van een systematisch onderzoek (in bepaalde gebieden)
  3. audit; het rapport geschreven op basis van de audit [1, 2]