attentie
Uiterlijk
- at·ten·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aandacht’ voor het eerst aangetroffen in 1540 [1]
- afgeleid van attent met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | attentie | attenties |
verkleinwoord |
de attentie v
- aandacht
- Attentie! Mag ik even uw aandacht.
- oplettendheid
- Met veel attentie keek hij naar de cijfers op zijn computer.
- geschenk
- De jongen nam een attentie mee voor zijn schoonouders.
1.
- Het woord attentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "attentie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "attentie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ attentie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be