aorta
Uiterlijk
- aor·ta
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘lichaamsslagader’ voor het eerst aangetroffen in 1663 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aorta | aorta's |
verkleinwoord |
- (anatomie) de slagader die van het hart naar het lichaam, behalve de longen, loopt
1. de slagader die van het hart naar het lichaam, behalve de longen, loopt
- Het woord aorta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aorta" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "aorta" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ aorta op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- a·or·ta
enkelvoud | meervoud |
---|---|
aorta | aortas |
aorta v
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 5
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Woorden in het Spaans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Anatomie in het Spaans