allogeen
Uiterlijk
- al·lo·geen
- afgeleid van het Griekse 'allo' (verschillend), met het voorvoegsel allo- met het achtervoegsel -geen [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | allogeen | allogener | allogeenst |
verbogen | allogene | allogenere | allogeenste |
partitief | allogeens | allogeners | - |
allogeen
- van elders afkomstig
- Het woord allogeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "allogeen" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ allogeen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be