activiteitenprogramma
Uiterlijk
- ac·ti·vi·tei·ten·pro·gram·ma
- samenstelling van activiteit zn en programma zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | activiteitenprogramma | activiteitenprogramma's |
verkleinwoord |
het activiteitenprogramma o
- schema van bezigheden die men ergens kan uitvoeren
- ▸ Die sociale verantwoordelijkheid van de pub, die populair is bij voetbalfans, zie je terug in het activiteitenprogramma. Ze doen veel voor goede doelen, zoals het organiseren van gratis maaltijden voor dak- en thuislozen.[1]
- ▸ De samenwerking krijgt gestalte in de nieuwe stichting Academy De Vossenbos. Die wordt straks verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een (praktijk)onderwijsplan en een sport- en activiteitenprogramma. Het nieuwe samenwerking moet volgens Asveld een broedplaats worden voor initiatieven.[2]
1. schema van bezigheden die men ergens kan uitvoeren
- Het woord activiteitenprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Pubs in Londen omgebouwd tot appartementen, maar soms grijpt de buurt in” (31-12-2017), NOS
- ↑ Weblink bron Hans Brok“Plan Academy De Vossenbos in Hoge Hexel krijgt Europese subsidie” (19-12-2021), Tubantia