Jamaicaan

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Jamaicaan    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌjamɑjˈkan / (3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˌdʒɑ.mɑɪ̯.ˈkan/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ˌdʒɑ.mɑɪ̯.ˈkan/
  • (Limburg): /ˌ(d)ʒa.mɛɪ̯.ˈkan/

Woordafbreking

• Ja·mai·caan

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van Jamaica met het achtervoegsel -aan

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Jamaicaan	Jamaicanen
verkleinwoord	Jamaicaantje	Jamaicaantjes

Zelfstandig naamwoord

de Jamaicaan m

1. (demoniem) een inwoner van Jamaica, of iemand afkomstig uit Jamaica

Verwante begrippen

Demoniemen bij Jamaica in het Nederlands
inwoner: Jamaicaan • inwoonster: Jamaicaanse • bijvoeglijk: Jamaicaans

Gangbaarheid

• Het woord Jamaicaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.