Naar inhoud springen

Heviet

Uit WikiWoordenboek
  • He·viet
enkelvoud meervoud
naamwoord Heviet Hevieten
verkleinwoord - -

de Hevietv / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) zoon van Kanaän-1 (Gen. 10:17, 1 Kron. 1:15)
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) lid van een uit hem voortgekomen oorspronkelijke bevolkingsgroep van Kanaän-2 (23×: Gen. 34:2 +, Ex. 3:8 +, Deut. 7:1 +, Joz. 3:10 +, Recht. 3:3 +, 2 Sam. 24:7, 1 Kon. 9:20, 2 Kron. 8:7)
  • Chiwwiet (Nieuwe Bijbelvertaling, gangbare versie)
  • Chiviet (Hebreeuws, transcriptieversie)