convenir
Uiterlijk
- con·ve·nir
- Uit Latijn convenire.
convenir
- geschikt, passend zijn
- schikken, uitkomen
- overeenkomen, overeenstemming bereiken
- het eens worden over
- con·ve·nir
- Uit Latijn convenire.
convenir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
convenir |
convenía |
convenido |
volledig |
- [1] acordar
Categorieën:
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 8
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Werkwoord in het Frans
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 8
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Woorden in het Spaans met IPA-weergave
- Werkwoord in het Spaans
- Onovergankelijk werkwoord in het Spaans
- Overgankelijk werkwoord in het Spaans