sneeuwvakantie
Uiterlijk
- sneeuw·va·kan·tie
- samenstelling van sneeuw en vakantie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwvakantie | sneeuwvakanties |
verkleinwoord | sneeuwvakantietje | sneeuwvakantietjes |
de sneeuwvakantie v
- Vakantie waarbij skiën de belangrijkste activiteit is.
- Het woord 'sneeuwvakantie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.