geheugen
Uiterlijk
- ge·heu·gen
- In de betekenis van ‘herinnering’ voor het eerst aangetroffen in 1648 [1]
- Naamwoord van handeling van heugen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geheugen | geheugens |
verkleinwoord | geheugentje | geheugentjes |
het geheugen o
- het deel van de hersenen waarin herinneringen worden opgeslagen
- Hij had niet zo'n goed geheugen, maar wist nog net dat hij een afspraak had.
- ` Mijn geheugen is niet zo erg goed meer,' zei de Slabber. 'Kwallen onthouden niet zo goed.' [2]
- (informatica) snel toegankelijke plaats om data op te slaan waarin programma's worden opgeslagen die uitgevoerd worden
- Het geheugen was bijna allemaal in gebruik, dus ging de computer niet gebruikte delen naar schijf wegschrijven.
|
|
1. het deel van de hersenen waarin herinneringen worden opgeslagen
2. snel toegankelijke plaats om data op te slaan
- Het woord geheugen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geheugen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "geheugen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 60
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ge- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %