pompoen
Uiterlijk
- pom·poen
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vrucht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1562 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pompoen | pompoenen |
verkleinwoord | pompoentje | pompoentjes |
de pompoen m
- (groente) een zeer oud (9000 v.Chr.) cultuurgewas uit Midden- en Zuid-Amerika, bestaande uit de grote vlezige vruchten van de planten van het geslacht Cucurbita
1. een zeer oud cultuurgewas uit Midden- en Zuid-Amerika
- Het woord pompoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pompoen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pompoen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pompoen | pompoene |
pompoen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Groente in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Groente in het Afrikaans