erna
Uiterlijk
- er·na
- samenstelling van er en na
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | na | |
persoonlijk | erna | |
aanwijz. | nabij | hierna |
veraf | daarna | |
vragend/betrekk. | waarna |
(scheidbaar)
erna
- vervangt persoonlijk vnw.: na+het na+ze:
- Ik heb de hele nacht door gewerkt, maar de dag erna was ik zo moe dat ik toen weinig meer heb kunnen doen.
- later dan een eerder genoemd moment
- Het woord erna staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erna" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Voornaamwoordelijk bijwoord in het Nederlands
- Trefwoorden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %