verbergen
Uiterlijk
- ver·ber·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verbergen |
verborg |
verborgen |
klasse 3 | volledig |
verbergen
- overgankelijk iets ergens plaatsen waar het niet gemakkelijk door anderen gevonden wordt
- Ze gingen met z'n tweeën paaseieren verbergen in het bos.
- wederkerend zich ~ een plaats zoeken waar men niet licht ontdekt wordt
- Hij verborg zich in het struikgewas.