Naar inhoud springen

Pagina:Phänomenologie des Geistes (IA phanomenologiede00hege).pdf/177

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

niet in haar waarheid uitgevoerd en uiteengezet. Het is hierbij onverschillig om zich voor te stellen dat zij de verschijning is, omdat ze naast een andere verschijning optreedt, of om dat andere onware weten haar verschijning te noemen. De wetenschap moet zich echter van deze schijn bevrijden. Ze kan dit slechts doordat ze zich tegen hem keert. Want ze kan een weten dat niet waarachtig is noch slechts verwerpen als een gewone visie op de dingen en verzekeren dat ze een heel andere kennis is en dat dat weten voor haar helemaal niets is, noch zich beroepen op het vermoeden van een beter iets in dat weten zelf. Door die verzekering zou ze haar zijn verklaren tot haar kracht. Maar het onware weten beroept zich evenzo daarop dat het is en verzekert dat voor dit weten de wetenschap niets is. én droog verzekeren geldt echter precies zoveel als een ander verzekeren. Nog minder kan de wetenschap zich beroepen op het betere vermoeden dat voorhanden is in het niet waarachtige kennen en dat daarin zelf de verwijzing is naar de wetenschap. Want enerzijds zou ze zich evenzo weer beroepen op een zijn, anderzijds echter op zich als op de wijze waarop ze in het niet waarachtige kennen is, dat wil zeggen op een slechte wijze van haar zijn; op haar verschijning veeleer dan op hoe ze op en voor zich is. Op grond hiervan moet hier worden begonnen met de weergave van het verschijnende weten.

Omdat nu deze weergave slechts het verschijnende weten tot voorwerp heeft, zo schijnt ze zelf niet de vrije, in haar eigen gestalte zich bewegende wetenschap te zijn. Maar ze kan vanuit dit standpunt worden genomen als de weg van het natuurlijke bewustzijn dat doordringt tot het ware weten, of als de weg van de ziel die de reeks van haar vormgevingen doorloopt als voor haar door haar aard vooruit gezette stations, opdat ze zich tot geest zou louteren, doordat ze door de volledige ervaring van haarzelf tot kennis komt van wat ze op zichzelf is.

Het natuurlijke bewustzijn zal blijken slechts begrip van het weten of niet reëel weten te zijn. Doordat het zich echter onmiddellijk veeleer houdt voor het