Marmon-Herrington pantserwagen
Marmon-Herrington pantserwagen | ||
---|---|---|
Marmon-Herrington Mk IVF van het Israëlische leger
| ||
Soort | ||
Type | 4×4 Pantserwielvoertuig | |
Herkomst | Unie van Zuid-Afrika | |
Gebruik | Tweede Wereldoorlog Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog Turkse invasie van Cyprus Zimbabwaanse Onafhankelijkheidsoorlog Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948[1] | |
Aantal gebouwd | 5746[2] (1940-1944) | |
Periode | 1940- | |
Bemanning | 3-4 | |
Lengte | 5,51 m | |
Breedte | 1,83 m | |
Hoogte | 2,29 m | |
Gewicht | 6,4 ton | |
Pantser en bewapening | ||
Pantser | max. 20 mm | |
Motor | Ford V8 benzinemotor, 95 pk | |
Kracht/gewicht ratio | 14,2 pk/ton | |
Snelheid (op wegen) | 80 km/h | |
Rijbereik | 322 km |
De Marmon-Herrington pantserwagen is een Brits gevechtsvoertuig uit de Tweede Wereldoorlog, voorzien van vierwielaandrijving. De Marmon-Herrington werd vooral ingezet bij de gevechten in Afrika, maar werd na de introductie van nieuwe pantserwagens, zoals de M8 Greyhound, ook via de Amerikaanse Leen- en Pachtwet ((en) : Lend-Lease Act) van 1941 geleverd aan andere landen. Het voertuig was robuust en zeer betrouwbaar, ook onder de moeilijke klimatologische omstandigheden in de Noord-Afrikaanse woestijn. Het onderhoud was eenvoudig.
De Marmon-Herrington werd door veel krijgsmachten gebruikt, ook na de Tweede Wereldoorlog. Het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) gebruikte de MkIII versie zowel voor als na de oorlog, en noemde ze de “Zuidafrikaanse pantserauto”. Het Belgische leger bestelde voor de oorlog 90 Marmon-Herrington pantserwagens, die in Antwerpen werden geassembleerd. Deze werden na de Duitse invasie door de Wehrmacht in gebruik genomen.[3]
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]In 1938 begonnen de autoriteiten van de Unie van Zuid-Afrika de ontwikkeling van een nieuwe pantserwagen voor de Unie Defensiemacht. Dit leidde tot een voertuig op basis van een Ford 3-tons vrachtwagenchassis.[4] Omdat Zuid-Afrika op dat moment geen auto-industrie had, moesten veel componenten van het voertuig worden geïmporteerd. Chassiscomponenten werden gekocht bij Ford Canada en uitgerust met een vierwiel-aandrijflijn geproduceerd door het Amerikaanse bedrijf Marmon-Herrington[5] (vandaar de naam), in het Verenigd Koninkrijk en de VS vervaardigde bewapening en pantserplaten geproduceerd door de Zuid-Afrikaanse Iron & Steel Industrial Corporation, ISCOR. De eindmontage werd onder meer uitgevoerd door de Zuid-Afrikaanse vestiging van het Engelse machinebouw- en constructiebedrijf Dorman Long.
Varianten
[bewerken | brontekst bewerken]- 'Mk I' (1940) – tweewielaandrijving. Bewapend met twee .303 Vickers machinegeweren, één in de toren, de ander links achter in de romp. 113 Gebouwd.[5]
- 'Mk II' (1941) – verlengd chassis, vierwielaandrijving. De eerste voertuigen hadden dezelfde bewapening als de Mk I. Latere voertuigen met een achthoekige toren met Boys Mk.1 Anti-tank rifle en Bren machinegeweer. Het voertuig was bovendien voorzien van staafaffuiten voor een Vickers machinegeweer en een extra Bren, die niet altijd geplaatst werden. De romp was geklonken in vroege voertuigen en gelast in latere exemplaren. 887 gebouwd.[5]
- 'Mk III' (1941) – vergelijkbaar met latere Mk II voertuigen, met een iets kortere wielbasis. Later Mk III’s hadden een enkele achterdeur, geen radiatorrooster en geen koplampafdekkingen. Er werden er 2.630 gebouwd.[5]
- 'Mk IIIA' – toren vervangen door een ringaffuit voor twee .303 Vickers K machinegeweren met een pantserschild.
- 'Mk IV' (1943) – een volledig opnieuw ontworpen voertuig, maar nog steeds gebaseerd op dezelfde motor en Marmon-Herrington-aandrijflijn. De motor aan de achterzijde en de transmissie zijn rechtstreeks op de gelaste romp vastgeschroefd.[5] Het pantser was nog steeds dun met slechts 12 mm aan de voorkant en 6 mm dikte elders. Een QF 2 ponder antitankkanon werd gemonteerd in een tweepersoonstoren. Latere voertuigen hadden een coaxiaal Browning machinegeweer. Op het dak van de toren werd een Vickers of Browning machinegeweer gemonteerd. Er werden meer dan 2.000 voertuigen gebouwd. Na de oorlog werden in veel Jordaanse exemplaren de torens verlengd aan de voorkant en uitgerust met een 6 ponder (57 mm) kanon, terwijl van andere de toren werd verwijderd en er een 75mm berghouwitser op werd geïnstalleerd.
- 'Mk IVF' (1943) – gebaseerd op de Canadian Ford F60L vierwielaangedeven 3 ton vrachtwagenchassis (omdat de Marmon-Herrington-aandrijflijn niet leverbaar was voor een Britse bestelling van 1.200 voertuigen).
- 'Mk V' (1942) – een ontwerp met 8 wielen waarvan alleen een prototype gebouwd is. Het woog 16 ton en was voorzien van een 6 ponder kanon.[6]
- 'Mk VI' (1943) – een ontwerp met 8 wielen. Er werden twee prototypes gebouwd, een met een 2 ponder en een ander met een 6 ponder kanon.[7]
- 'Mk VII' – een verbeterde versie van de Mk IIIA. Slechts enkele prototypes gebouwd.
- 'Mk VIII' – vergelijkbaar met de Mk III maar uitgerust met een QF 2 ponder kanon in een grotere toren. Het project werd stopgezet in 1943 omdat er al andere voertuigen beschikbaar waren met betere bewapening.
Nederland
[bewerken | brontekst bewerken]In februari 1941 bood het Britse War Office het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) 49 Marmon Herrington Mk III verkenningsvoertuigen aan in plaats van de VCL M1936 lichte tank die gevorderd waren door het Britse leger na het uitbreken van de oorlog in Europa. Begin 1942 werden deze naar Nederlands-Indië verscheept, maar zonder bewapening en zonder radio’s. Een aantal werd gebruikt om er twee geïmproviseerde (zwakke) eskadrons mee uit te rusten.[8][9] Ze stonden bekend als “Zuidafrikaanse pantserauto”[10]:p555 en werden ingezet bij de strijd tegen de Japanners op Java.
Na de Japanse capitulatie in 1945 werd een aantal opnieuw gebruikt door het KNIL. Ook de Indonesische Nationalisten gebruikten er enkele.
De Marmon-Herrington pantserwagen was geen succes in Indonesië. Het gewicht was te hoog voor het terrein in Java, er was geen voorziening voor achterwaarts sturen en hun draaicirkel van 14m was te groot voor de kleine wegen van Java.[11]
Inzet tijdens de Japanse inval op Java
[bewerken | brontekst bewerken]De voertuigen die het KNIL ontving arriveerden versleten en zonder bewapening. Voordat de Japanners op Java landden konden alle Marmon-Herringtons worden bewapend met een Vickers zwaar machinegeweer, en konden 27 Marmon-Herringtons operationeel worden gemaakt. Hiermee werden twee onafhankelijke eskadrons gevormd, en een verkenningspeloton met drie voertuigen dat werd ingedeeld bij de Mobiele Eenheid[12] van het KNIL.[8][13]
1e Eskadron
[bewerken | brontekst bewerken]Het 1e Eskadron (1Esk), gevormd in Bandoeng was uitgerust met 14 Marmon-Herringtons, 6 Ford GP jeeps, 6 motorfietsen (BMW en/of Harley-Davidson) en een aantal vrachtwagens en radio's. Het personeel kwam van verschillende onderdelen, maar niemand had ervaring met pantserwagens.[11]
De eenheid was georganiseerd in een commandogroep met 2 M-H’s en 3 pelotons met elk 4 M-H’s.[11]
Na enkele uren training ging het eskadron op patrouille in het gebied rond Bandoeng. Tijdens hun patrouilles hadden ze soms contact met Japanse troepen. De patrouilles bleven doorgaan tot de overgave van alle Nederlandse troepen op Java.[11]
2e Eskadron
[bewerken | brontekst bewerken]Het 2e Eskadron (2Esk), eveneens gevormd in Bandoeng werd gevormd door personeel van tank- en pantsereenheden dat nog niet was ingedeeld, aangevuld met ander personeel. 2Esk beschikte alleen over 10 M-H’s en had geen andere voertuigen. Op 4 maart 1942 werd 2Esk (minus 1 peloton van 3 M-H’s) naar de Tjiater pas ((id) “Celah Ciater“) gestuurd, 20 km ten noorden van Bandoeng, tussen Lembang en Subang.[11][14] Op 5 maart 1942 viel 2Esk de vijand aan op heuvelachtig terrein met zware begroeiing en met slechts een kleine weg die door het gebied ging. Al direct sneuvelde de eskadronscommandant, de enige officier in het eskadron, en werden twee pantserwagens uitgeschakeld. De rest van 2Esk trok gehinderd door luchtaanvallen maar zonder verdere verliezen terug naar het dorp Lembang, 6km ten zuiden van de pas.
Bij Lembang werd de schade hersteld en werden voorbereidingen getroffen voor een nieuwe aanval. Ondertussen kreeg het peloton dat in Bandoeng was achtergebleven opdracht om het gebied tussen de terugtrekkende Nederlandse troepen en de Japanners, 35 km ten westen van Bandoeng, te verkennen. Het peloton ontdekte dat de Japanners minder snel waren opgetrokken dan was verwacht en keerde terug naar Bandoeng, zich constant verbergend voor Japanse vliegtuigen.
Na de missie ten westen van Bandoeng, voegde het peloton zich weer bij de rest van 2Esk, dat daarmee nog over 7 inzetbare M-H’s beschikte. In de volgende actie opnieuw in het gebied bij de Tjiater pas en het dorp Subang gingen 5 M-H’s verloren.[11] Eén de twee overgebleven auto's werd bij een latere actie door een Japans vliegtuig aangevallen en uitgeschakeld.[11]
Verkenningspeloton Mobiele Eenheid
[bewerken | brontekst bewerken]Het verkenningspeloton van de Mobiele Eenheid[12] werd ingezet toen de Mobiele Eenheid trachtte om Bandoeng te heroveren. Voor de aanval werden bij een verkeersongeval in de bergen een Marmon-Herrington, twee Overvalwagens[15] en enkele vrachtwagens uitgeschakeld.[11] Een tweede M-H viel uit toen hij bij het opruimen van een wegversperring kantelde. De derde M-H drong door de vijandelijke linies de bezette stad in, maar moest terugkeren toen de eenheden die hij moest ondersteunen achterbleven door vijandelijk vuur.
Gebruik tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië
[bewerken | brontekst bewerken]Na de capitulatie van Java vielen een aantal Marmon-Herringtons in handen van de Japanse bezettingsmacht.[11]
Het PauPel tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog
[bewerken | brontekst bewerken]In 1945 werden de nog inzetbare Marmon-Herringtons door de Japanners overgedragen aan de Indonesische nationalisten, die ze ongewapend gebruikten.[11]
Sommige werden heroverd door Nederlandse troepen toen deze in oktober 1945 bij Batavia landden. Met deze wagens werd een onafhankelijk peloton, het PauPel (“Pantserauto peloton”), gevormd onder de B-divisie van het KNIL.[11] Dit was geen officiële eenheid en kon daardoor de benodigde radio's, munitie, voorraden etc. niet bestellen. Alles wat het PauPel nodig had, moest daarom op de Nationalisten buitgemaakt worden. Het PauPel beschikte over 12 Marmon-Herringtons, 1 M3 Scout Car, 2 Overvalwagens[15], 2 jeeps en 3 vrachtwagens. Het personeel van het PauPel, 3 officieren, 4 onderofficieren en 40 korporaals en manschappen, bestond uit Nederlanders, Indonesiërs en Surinamers. Hoewel de eenheid officieel niet bestond, werd het van oktober 1945 tot en met januari 1948 ingezet. Om hun Marmon-Herringtons te kunnen onderscheiden van die nog in gebruik bij de Nationalisten, werden er grote Nederlandse vlaggen aan elke kant van de voertuigen geschilderd.[11]
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Marmon-Herrington Armoured Car op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Marmon-Herrington Panzerwagen op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- (en) B. T. White, “ AFV Weapons Profile No. 30: Armoured Cars - Marmon, Herrington, Alvis-Staussler, Light Reconnaissance” Profile Publications Ltd. (1972)
- (en) Hans Heesakkers, “South African Marmon-Herringtons in Service with the K.N.I.L.” (Armored Car, nr 24 jul-aug 1994)
- (en) Tanks Encyclopedia, Marmon-Herrington_MkIII
- Het Vergeten Leger, Nederlandsch Indie 1945 – 1950, Pantserauto Peloton W - Brigade KNIL
Referenties
- ↑ (en) Newsletter, bezocht 5 November 2014
- ↑ (en) Lesakeng South African Armour Museum (2012-12-06), bezochtdatum 2013-06-18 [1], archivedate=2013-07-03
- ↑ Buckland, Robin (2021). Modelling Armoured Cars of World War II, 1e druk. The Crowood Press Ltd, Ramsbury, Pag.334. ISBN 9781785009075. Gearchiveerd op 11 september 2023. Geraadpleegd op 16 augustus 2023.
- ↑ Fletcher p97
- ↑ a b c d e Spoelstra, Hanno, “Armoured Cars with Marmon-Herrington All-Wheel Drive Conversion Kits” [2]
- ↑ Fletcher, Great Tank Scandal, p. 98.
- ↑ Bovington record 1955.1017. Gearchiveerd op 5 november 2014. Geraadpleegd op 5 november 2014.
- ↑ a b (en) Womack, T.,”Dutch (KNIL) Armoured Units in the Dutch East Indies, 1941-1942”
- ↑ (en) Lohstein, M., “Royal Netherlands East Indies Army 1936–42”,Bloomsbury Publishing, p15
- ↑ Militaire Spectator, jaargang 1972, F. Vos, “Het pantsermaterieel van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger”. Gearchiveerd op 24 mei 2022.
- ↑ a b c d e f g h i j k l Hans Heesakkers, “South African Marmon-Herringtons in Service with the K.N.I.L.” (Armored Car, nr 24 jul-aug 1994). Gearchiveerd op 1 september 2018. Geraadpleegd op 16 januari 2019.
- ↑ a b De “Mobiele Eenheid” was in 1942 het enige tankbataljon (hoewel officieel een infanterie eenheid) van het KNIL met een tankeskadron met 17 VCL M1936 lichte tanks verdeeld over 2 pelotons, 7 Marmon-Herrington CTLS-4TA lichte tanks in een 3e peloton en 3 “Zuidafrikaanse” Marmon Herrington Mk III pantserauto’s in een verkenningspeloton. In de Mobiele Eenheid was ook een gemotoriseerde infanteriecompagnie opgenomen met 16 ‘Overvalwagen’ pantserauto’s en 1 M3 Scout Car.
- ↑ (en) Mobilized Order of Battle Royal Netherlands East Indies Army 12 December 1941. Gearchiveerd op 12 april 2023.
- ↑ De Slag om de Tjiater pas[dode link]
- ↑ a b De Overvalwagen was een pantservoertuig in gebruik bij het KNIL die gebouwd was op een vrachtwagenchassis. De meeste op een Chevrolet- en enkele op Ford-chassis. Ze werden in Nederlands-Indië gebouwd door Droogdok Maatschappij te Batavia en de firma Braat in Soerabaja