La Gloire (schip, 1860)
La Gloire
| ||||
---|---|---|---|---|
La Gloire in 1860
| ||||
Geschiedenis | ||||
Werf | Arsenal de Toulon | |||
Kiellegging | 4 maart 1858 | |||
Tewaterlating | 24 november 1859 | |||
In de vaart genomen | augustus 1860 | |||
Uit de vaart genomen | 1879 | |||
Status | gesloopt | |||
Eigenaren | ||||
Eigenaar | Franse marine | |||
Algemene kenmerken | ||||
Type | Fregat bekleed met ijzer | |||
Lengte | 78 meter | |||
Breedte | 17 meter | |||
Diepgang | 8,5 meter | |||
Deplacement | 5600 ton | |||
Voortstuwing en vermogen | 2.500 pk en zeil | |||
Vaart | 13 knopen | |||
Bemanning | 570 | |||
Bewapening | bij bouw: 36x 164mm-kanonnen na 1868: 6x 240mm-achterladerkanonnen 2x 192mm-achterladers | |||
Bepantsering | romp: 120 mm bovenbouw: 100 mm | |||
Opmerkingen | Eerste met ijzer beklede, zeegaande oorlogsschip | |||
|
De La Gloire was het eerste zeegaande oorlogsschip waarvan de romp met ijzer is bekleed. De romp was van hout en daaroverheen zijn ijzeren platen geplaatst om weerstand te bieden tegen nieuwe en krachtiger kanonnen.
Inleiding
[bewerken | brontekst bewerken]Tijdens de Krimoorlog (1853-1856) had de Franse marine drijvende batterijen van de Dévastation-klasse ingezet.[1] Drie zwaar gepantserde schepen met een lengte van 55 meter, maar niet echt zeewaardig, bracht tijdens het slag bij Kinburn in vier uur de Russische forten tot zwijgen.[1] Ze werden regelmatig getroffen door Russische kanonnen maar leden nauwelijk schade waarmee de waarde van het pantser was bewezen.[1]
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]In 1858 was La Gloire op stapel gezet als linieschip met 90 stukken, maar tijdens de bouw werden de plannen herzien. Nieuwe kanonnen met een getrokken loop schoten granaten waartegen een houten romp niet bestand was.[2]
De Franse ingenieur Henri Dupuy de Lôme was verantwoordelijk voor het ontwerp.[2] Door 12 centimeter dikke ijzeren platen aan de houten romp te bevestigen nam het gewicht toe, wat ten koste ging van de bewapening. De pantserplaten liepen van de waterlijn tot het enkele geschutdek waar de kanonnen waren opgesteld. Na 1868 werd de bewapening aangepast en kreeg La Gloire kanonnen van het nieuwe achterladertype met getrokken loop. De twee lichtere kanonnen waren draaibaar opgesteld op de boeg en het achterdek.
Het schip kreeg naast de zeilen ook een stoommachine met een vermogen van circa 2500 pk. Deze dreef een schroef aan en gaf het schip een maximale snelheid van 13 knopen. Het schip had voldoende steenkool aan boord om 4000 zeemijl af te leggen.
Zusterschepen
[bewerken | brontekst bewerken]Er kwamen nog twee andere schepen van de Gloireklasse: de Invincible en de Normandie.
Trivia
[bewerken | brontekst bewerken]HMS Warrior was het Britse antwoord op La Gloire. Het was het eerste pantserschip van de Royal Navy met een volledig ijzeren romp. Het kwam in 1861 in de vaart.
- ↑ a b c Online Encyclopedia Armour plates, geraadpleegd op 14 juli 2014
- ↑ a b Dreadnought. Auteur Robert K. Massie. Uitgever: Random House, New York, 1991. ISBN 0-394-52833-6, p. 386