Naar inhoud springen

Korps Rijdende Artillerie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf 11 Afdeling Rijdende Artillerie)
Korps Rijdende Artillerie
De Gele Rijders (In 't Duin), (George Hendrik Breitner, ca. 1885 - 1886)
Oprichting 21 februari 1793
Land Vlag van Nederland Nederland
Krijgsmacht­onderdeel Koninklijke Landmacht
Type Korps
Specialisatie Artillerie
Garnizoen 't Harde
Bijnaam Gele Rijders
Kleur geel en blauw
Uitrusting o.a. pantserhouwitsers en 120 mm mortieren
Veldslagen Kosovo, Bosnië, Afghanistan
Commandanten Luitenant-kolonel J. (Jeffrey) van der Veer (per 15-10-2021)
Rijdende Artillerie tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1947)

Het Korps Rijdende Artillerie, ook bekend als de Gele Rijders, is een korps van de Nederlandse Koninklijke Landmacht.

Geschiedenis Rijdende Artillerie

[bewerken | brontekst bewerken]

De Rijdende Artillerie werd op initiatief van stadhouder Willem V op 21 februari 1793 door de Staten-Generaal opgericht. Dit om de artillerie in staat te stellen om op het slagveld de paarden van de veel snellere cavalerie te kunnen volgen. De Gele Rijders werden in 1799 ingezet bij de Slag bij Bergen, waar zij met de Fransen de Engelsen en Russen versloegen.

Tussen 1838 en 1841 werden de verschillende "batterijen" van het Korps, later Regiment, Rijdende Artillerie in Amersfoort verplaatst. Na zijn inhuldiging — in 1840 — bracht Koning Willem II bezoeken aan verschillende Nederlandse steden. Op 2 juli 1841 bezocht hij Amersfoort. Toen bezichtigde hij de manege en stallen van de rijdende artillerie. In 1842 nam hij het initiatief tot de invoering van een met gele tressen afgezet uniform voor de Rijdende Artillerie, waardoor de naam Gele Rijders ontstond.[1] Voor de kunstschilders als Breitner, Hoynck van Papendrecht, Pieneman en Staring vormden zij een geliefd thema. Commandanten in de negentiende eeuw waren onder meer Falter, Singendonck, Van Tuyll van Serooskerken, Tindal, De Villeneuve, Van Diepenbrugge en Steenberghe.

Na de overwinning van de Duitsers in mei 1940 werd het Nederlandse leger ontbonden, zo ook de Rijdende Artillerie. Na de Tweede Wereldoorlog werd het Nederlandse leger opnieuw opgebouwd, echter zonder Rijdende Artillerie. Door motorisering en mechanisering was de reguliere veldartillerie snel verplaatsbaar geworden, waarmee de Rijdende Artillerie als apart legeronderdeel overbodig was geworden.

Oud-Gele Rijders hielden in de naoorlogse jaren de herinnering levend met bijeenkomsten en optredens in volledige uitdossing. Plaats van handeling was veelal Arnhem, de voormalige garnizoensplaats van de Rijdende Artillerie. Daar bestaat ook het Gele Rijders Plein.

11 Afdeling Rijdende Artillerie

[bewerken | brontekst bewerken]

Begin jaren 60 van de 20e eeuw werd besloten om de traditie van de Rijdende Artillerie voort te zetten door een van de toenmalige afdelingen veldartillerie om te dopen naar een Afdeling Rijdende Artillerie. De 11 Afdeling Veldartillerie uit Schaarsbergen (gemeente Arnhem) ging vanaf 1963 door het leven als 11 Afdeling Rijdende Artillerie (11 Afdra).

Na het einde van de Koude Oorlog werd het takenpakket van de afdeling uitgebreid. Naast het leveren van vuursteun kon 11 Afdra ook bij vredesoperaties worden ingezet. Als dusdanig waren de Gele Rijders onder meer actief in Kosovo (1999), Bosnië (2003-2005), Afghanistan (2007-2010). In 2011-2012 maakte de eenheid deel uit van de Compagnie in de West die is gestationeerd op Curaçao.

11 Afdeling Rijdende Artillerie was een afdeling van 13 Gemechaniseerde Brigade en was gelegerd in 't Harde. Met onder meer moderne pantserhouwitsers zorgden ze voor vuursteun bij de brigade en andere eenheden. De Afdeling werd op 25 januari 2013 opgeheven ten gevolge van bezuinigingen.

VuursteunCommando

[bewerken | brontekst bewerken]

Twee batterijen van het per 25 januari 2013 opgerichte VuursteunCommando (VustCo) houden de tradities van het Korps Rijdende Artillerie in ere. Het VuursteunCommando is de artillerieafdeling binnen het Operationeel Ondersteuningscommando Land.

Koninklijk Huis

[bewerken | brontekst bewerken]

De Rijdende Artillerie heeft een nauwe historische band met het Koninklijke Huis en de stad Den Haag. Tijdens de regering van Koning Willem II gingen de Gele Rijders aan kop in de Koninklijke stoet bij de opening van de Staten-Generaal. De eenheid werd later verantwoordelijk voor het afvuren van saluutschoten bij plechtigheden rond het Koninklijk Huis. Ze deed dat onder meer bij het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima, de geboorte van erfprinses Catharina-Amalia en bij de begrafenissen van prins Claus, prinses Juliana en prins Bernhard. Bij de uitvaart van de laatste begeleidden officieren van de Rijdende Artillerie de affuit waarop de kist van de prins was geplaatst. Op Prinsjesdag geeft een batterij van de Gele Rijders minuutschoten af van het moment dat de Koning het Paleis verlaat totdat hij daarin is teruggekeerd.

Zie de categorie Korps Rijdende Artillerie van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
  1. John Bom (2019). Prins Willem III kazerne Amersfoort : Van ontstaan tot verdwijnen. Stichting Museum Nederlandse Cavalerie, Amersfoort, p. 19. OCLC 1158458128