Roelof Schuiling
Roelof Schuiling | ||||
---|---|---|---|---|
Portret van Roelof Schuiling gepubliceerd ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag.
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Roelof Schuiling | |||
Geboren | 27 mei 1854 Annen | |||
Overleden | 21 juni 1936 Deventer | |||
Nationaliteit(en) | Nederlandse | |||
Bekend van | historische geografie | |||
|
Roelof Schuiling (Annen, 27 mei 1854 – Deventer, 21 juni 1936) was een Nederlandse leraar aardrijkskunde. Hij was, samen met Hendrik Blink en Willem Bouwmeester, een pionier in de historisch-geografische bestudering van het Nederlandse zandgebied.
Leven en werk
[bewerken | brontekst bewerken]Schuiling werd in 1854 in Drentse Annen geboren als zoon van de landbouwer Jan Warners Schuiling en Hinderkien Houwing. Op de dorpsschool van Annen, een eenklassig schooltje, werd hij opgemerkt door Hendrik Jan Nassau, inspecteur van het lager onderwijs in Drenthe. Deze stimuleerde hem om verder te gaan leren en hielp hem aan een rijksbeurs.[1] Hierdoor kon hij de opleiding aan de normaalschool in Meppel volgen. Na het behalen van zijn eindexamen in 1872 werd hij onderwijzer in Meppel. Later werkte hij onder meer aan scholen in Oldeboorn en Wildervank. In 1879 verhuisde hij naar Deventer, waar hij doceerde aan de rijkskweekschool, de MMS, HBS en het Stedelijk Gymnasium.
Hij publiceerde in 1884 Aardrijkskunde van Nederland, een werk dat meerdere malen werd herdrukt en gezien wordt als een belangrijk standaardwerk ten behoeve van de opleiding van geografen in de periode voor de Tweede Wereldoorlog.[2] Nieuw was dat in zijn benadering Nederland werd ingedeeld op basis van de natuurlijke gesteldheid. Schuiling verwoordde dat als volgt: "De aard van den bodem is de diepstliggende oorzaak van het verschillend voorkomen der afzonderlijke landschappen van ons vaderland".[2]
Hoewel hij nooit zelf Nederlands-Indië heeft bezocht werd hij toch beschouwd als een Indiëkenner. In zijn Schoolkaart van Insulinde toonde hij zijn geografisch kennis van dit gebied.[3] In 1924 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.[4]
Schuiling trouwde op 17 augustus 1878 te Groningen met Johanna Rodenburg. Uit dit huwelijk werd onder meer Dirk Schuiling geboren. Hij overleed in juni 1936 op 82-jarige leeftijd in zijn woonplaats Deventer.
Bibliografie (selectie)
[bewerken | brontekst bewerken]- Aardrijkskunde van Nederland, uitg. De Erven J.J. Tijl, Zwolle, 1884 (in het jaar van zijn overlijden, 1936, verscheen hiervan de zesde druk als Nederland: handboek der aardrijkskunde)
- Nederland tusschen de tropen: aardrijkskunde onzer koloniën in Oost en West, uitg. De Erven J.J. Tijl, Zwolle, 1889
- Schoolatlas van de geheele aarde, uitg. Thieme, Zutphen, 1889 (samen met A.A. Beekman)
- Algemeene aardrijkskunde ten dienste van het onderwijs en voor zelfstudie, twee delen, uitg. Thieme, Zutphen, 1900
- Schoolatlas van Nederland en zijne overzeesche bezittingen, uitg. W.J. Thieme & Cie, Zutphen, 1900 (samen met A.A. Beekman, herdruk van een eerder door Beekman in 1889 uitgebrachte versie)
- Neerlands koloniën: beknopte handleiding ten dienste van het onderwijs, 2e druk, uitg. Thieme, Zutphen, 1907 (1e druk 1898)
- Nederlandsche landschappen: aardrijkskundige wandplaten van Nederland, uitg. Noordhoff, Groningen, 1912 (samen met J.M. de Feijter)
- Leerboek der economische aardrijkskunde van het koninkrijk der Nederlanden, twee delen (1. Nederland en 2. Nederlandsch-Indië, Suriname en Curacao), uitg. Zutphen, 1927
- De St. Pietersberg, uitg. Noordhoff, Groningen, 1929 (samen met J.P. Thijsse)
- Beknopte aardrijkskunde van Nederland, de 12e druk verscheen in 1930
- Spek, Th. Het Drentse esdorpenlandschap, een historisch-geografische studie, uitg. Matrijs, Utrecht, 2004
- Mulder, G.J.A. R. Schuiling in: Eigen Haard d.d. 20 mei 1924 t.g.v. de zeventigste verjaardag van Schuiling
Noten
- ↑ Mulder 1924
- ↑ a b Spek 2004:86
- ↑ Brink, dr.ir. Lowie De Schoolkaart van Insulinde van R. Schuiling: Een overzicht van de Indische kartografie in 1898 op vijf m² (Kunstpedia)
- ↑ Koninklijke Onderscheidingen. (01-09-1924). "De Amstelbode". Amsterdam, p. 5, kolom 2. Geraadpleegd op Delpher op 24-08-2022