Naar inhoud springen

Psychiatrie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RobotTbc (overleg | bijdragen) op 24 apr 2007 om 18:58. (sp)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Psychiatrie is een medisch specialisme dat zich richt op de diagnostiek en behandeling van psychische ziektebeelden. Het hoofddoel van de psychiatrie is het verlichten van psychisch lijden ten gevolge van psychiatrische aandoeningen en het vergroten van het psychisch welbevinden van de psychiatrisch patiënt en diens omgeving.

Psychiatrie maakt in principe gebruik van de medische aanpak, maar heeft wel zijn eigen kenmerken die in veel opzichten verschillen van die van de somatische geneeskunde. Behandelingen kunnen bestaan uit verschillende modaliteiten waaronder verschillende soorten gesprekstherapieën, geneesmiddelen zoals antipsychotica, antidepressiva, sedativa en anxiolytica. In de psychiatrie kunnen in Nederland - overigens net als in de somatische geneeskunde - mensen tegen hun zin worden vastgehouden en soms behandeld als zij een gevaar voor zichzelf en voor anderen vormen[1]. Gedwongen behandeling is daarbij veel minder gemakkelijk mogelijk dan gedwongen opname, wat in vele gevallen door artsen en familieleden van patiënten wordt betreurd, die in een aantal gevallen lijdzaam moeten toezien hoe iemand zichzelf te gronde richt. Er gaan in de hulpverlening en in de politiek stemmen op de mogelijkheden tot gedwongen behandeling te verruimen[2].

Psychiatrie wordt beoefend door psychiaters, maar er zijn ook veel andere behandelaars die zich met psychiatrische patiënten bezig houden, die in dit vakgebied overigens meestal 'cliënten' worden genoemd. Numeriek zijn deze zelfs ruim in de meerderheid. Voorbeelden zijn sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen, klinisch psychologen , huisartsen en maatschappelijk werkers. Van deze beroepsbeoefenaars is de psychiater degene met de langdurigste opleiding (8-10 jaar), de kostbaarste om in te zetten, en ook -met de huisarts- als enige gerechtigd is medicatie voor te schrijven, zodat deze zich meestal vooral met de ernstiger vormen van psychiatrie bezighoudt.

Zoals in de hele geneeskunde geldt ook in de psychiatrie dat er ernstige, vrijwel onbehandelbare psychiatrische ziekten zijn en kwalen die vanzelf overgaan, en/of goed te behandelen zijn. Voor sommige aandoeningen bestaan medicamenten die met wisselend succes de symptomen onderdrukken en soms na een zekere periode weer kunnen worden afgebouwd. De effectiviteit van medicatie varieert van individu tot individu en vaak is een proefbehandeling de enige manier om te weten te komen of er effect optreedt. Medicijnen die genezen in de zin dat ze 'de oorzaak' van de ziekte verhelpen bestaan in de psychiatrie nog niet.

Het kernprobleem van de psychiatrie

Een belangrijk probleem, misschien wel het kernprobleem in de psychiatrie, is dat de oorzaken van de meeste psychiatrische ziekten niet goed bekend zijn en in geen enkel geval werkelijk tot op de bodem worden begrepen. Een ziekte-indeling (nosologie) zoals die in de somatische geneeskunde meestal berust op een duidelijke oorzaak of onderliggend mechanisme, is in de psychiatrie (nog) niet haalbaar. Er is wel zeer veel onderzoek gedaan en nog steeds gaande, waarbij ook bij vele ziekten biochemische afwijkingen, erfelijke factoren en omgevingsfactoren zijn gevonden die met de ziekte samengaan, maar van een duidelijke, aantoonbare oorzaak-gevolgrelatie is meestal geen sprake.

Ook rijst altijd de vraag of lichamelijke afwijkingen, b.v. in de hersenen, oorzaak of gevolg van de ziekte zouden zijn. In de loop der eeuwen zijn daarom voor bijna iedere psychiatrische ziekte vele hypothesen over de oorzaak opgesteld, die sterk aan mode onderhevig zijn en waarvoor er meestal ook geen bewijs kan worden geleverd. Er zijn perioden geweest dat psychiatrische ziekten vooral aan de omgeving werden geweten, aan de situtatie in het gezin van de patiënt als kind, aan de erfelijkheid, en bij verder teruggaan in de geschiedenis van bezetenheid door demonen, etc. Bij de meeste ziekten bestaan er bovendien diverse verklaringsmodellen die elkaar soms aanvullen maar soms ook tegenspreken.

Tegenwoordig maakt vooral de 'biologische psychiatrie' opgang, die stelt dat aan de meeste of zelfs alle psychiatrische ziekten een pathologisch proces in de hersenen ten grondslag ligt. Het onderliuggende filosofische standpunt dat de geest zich alleen manifesteert dankzij onderliggende fysieke structuren (de hersenen) wordt niet door iedereen geaccepteerd, en het debat hierover woedt eigenlijk al sinds Descartes. De hersenen zijn een zeer complex orgaan, dat zich maar moeilijk voor onderzoek bij levende mensen leent. Niettemin zijn er ijn praktische zin een aantal belangrijke successen geboekt bij de behandeling met edicamenten van de belangrijkste 'grote' psychiatrische ziekten, depressie en schizofrenie. De symptomen van deze beide aandoeningen kunnen tegenwoordig met vrij grote effectiviteit worden bestreden, waardoor bijvoorbeeld mensen met psychosen tegenwoordig meestal niet meer, zoals 50 jaar geleden, voor de rest van hun leven in een pychiatrisch ziekenhuis belanden.

Diagnostisch systeem

Iedere vorm van rationele geneeskunde kan pas beginnen als er een methode bestaat om patienten met soortgelijke aandoeningen te groeperen onder een diagnose. Pas dan wordt het mogelijk bij mensen met dezelfde diagnose behandelingen in te stellen en systematisch te evalueren hoe goed die werken. Hieraan heeft het heel lang geschort in de psychiatrie. Pas door psychiaters als Emil Kraepelin en later Eugen Bleuler werden pogingen ondernomen om een systematiek van psychiatrische diagnosen te ontwerpen. Traditioneel had iedere psychiater zijn eigen methode om diagnosen te stellen en die methoden verschilden ook sterk tussen landen en tussen scholen in de psychiatrie. De diagnose 'schizofrenie' betekende in Europa bijvoorbeeld iets heel anders dan in de Verenigde Staten. Hierdoor werd het zeer moeilijk om te bepalen of een behandeling in de ene kliniek ook zinvol kon zijn in een andere, omdat in die kliniek misschien wel een heel andere groep mensen werd begrepen onder die diagnose.

DSM

Om aan deze spraakverwarring een halt toe te roepen is het Diagnostic and Statistical Manual (DSM) in het leven geroepen. De actuele versie is het DSM-IV, de vierde editie ervan. In het DSM worden alle diagnosen operationeel gedefinieerd, dat wil zeggen dat iemand die met de patiënt praat en het boekje in de hand heeft (of in het hoofd) in het ideale geval van iedere diagnose kan zeggen of deze gesteld kan worden of niet, en dat onderzoek door verschillende artsen bij dezelfde patient ook inderdaad tot dezelfde diagnose leidt. Dit is een ideaal dat nooit kan worden bereikt, omdat ook vrijwel alle psychiatrische symptomen in verschillende graad kunnen voorkomen, van normaal tot duidelijk pathologisch. Wanneer is iemand ziekelijk jaloers, of ziekelijk somber? De beoordeling of een individueel symptoom bij iemand aanwezig is kan dus ook tussen verschillende waarnemers variëren.

Er staan veel lijstjes van symptomen in het DSM, waarbij de patiënt er dan vaak enkele beslist moet hebben voor de diagnose kan worden gesteld terwijl er meestal een aantal nevensymptomen bij staan die de diagnose verder kunnen ondersteunen.

Het DSM pretendeert niet de oorzaak van de beschreven beelden te weten; het is puur een poging om te bevorderen dat patiënten met vergelijkbare symptomen ook een vergelijkbare diagnose krijgen, zodat ze behandeld kunnen worden met methoden die bij een vergelijkbare groep mensen onderzocht zijn en die daarbij werkten. Het DSM is een nomenclatuurgids. Het DSM maakt daarnaast gebruik van een meer-assige diagnose om de situatie van de patient zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven. Er wordt niet alleen naar het actuele probleem gekeken, maar ook naar de persoonlijkheidsstructuur, factoren in de omgeving, lichamelijke ziekten en de lijdenslast die de situatie meebrengt.

Het DSM is dus een beschrijvende lijst van psychische stoornissen, bijvoorbeeld depressie, neurose, psychose, OCD, schizofrenie, persoonlijkheidsstoornissen enz., zoals die onder andere in de Westerse wereld voorkomen en onderzocht zijn. (In landen met niet-westerse culturen komen soms verschijnselen voor die in westerse ogen psychiatrisch van aard zijn maar binnen die cultuur in een ander kader geplaatst worden, zoals bij voorbeeld het geloof in winti in Suriname). Het DSM wordt geregeld (ongeveer om de tien jaar) herzien als de inzichten over welke eigenschappen kenmerkend zijn voor een bepaald beeld veranderen. Dit moet natuurlijk niet al te vaak gebeuren omdat er geen wetenschappelijk onderzoek opgezet kan worden op basis van een diagnose als die diagnose in de tussentijd steeds verandert.

Deelgebieden

Binnen de psychiatrie kunnen de volgende deelgebieden onderscheiden worden.

  • Eerstelijnspsychiatrie
  • Forensische psychiatrie
  • Kinder- en jeugdpsychiatrie
  • Ouderenpsychiatrie
  • Sociale psychiatrie
  • Transculturele psychiatrie
  • Ziekenhuispsychiatrie

Naast psychiatrische sub-specialisaties hebben ook disciplines als neurologie, neurochirurgie en psychologie veel raakvlakken met de psychiatrie.

Veel voorkomende psychiatrische ziektebeelden

Psychiatrische aandoeningen manifesteren zich in de loop van het leven bij een groot percentage van de bevolking. Ongeveer 0,5-1,1% van de bevolking, wereldwijd en in alle samenlevingen, leidt aan schizofrenie[3][4]. Een groot deel van de mensen maakt minstens eenmaal in zijn of haar leven een depressie door, en op ieder moment is ongeveer 5% van de bevolking depressief[5]. Daarnaast komen fobieën en ernstige persoonlijkheidsstoornissen heel veel voor.

Antipsychiatrie

In de jaren 70 bestond er een beweging bekend als Antipsychiatrie, die de psychiatrie van die tijd ernstig bekritiseerde. Een belangrijke exponent van die kritiek was R.D. Laing (die zichzelf overigens niet tot de anti-psychiatrie rekende), en in Nederland b.v. Jan Foudraine in zijn boek 'Wie is van hout'. Een film die uit deze stroming voortvloeide en die op velen diepe indruk heeft gemaakt is One Flew Over the Cuckoo's Nest. Deze film gaf overigens een ook voor die tijd zeer karikaturaal beeld van de psychiatrie. Deze discussie is inmiddels grotendeels uitgedoofd maar heeft wel sporen achtergelaten in de huidige psychiatrie.

Verdere kritiek

  • Veel kritiek en discussie heeft zich gericht op de effectiviteit, bijwerkingen en het routinematig gebruik van psychiatrische medicatie. Critici vragen zich af of psychiatrische geneesmiddelen wel inderdaad het effect hebben dat wordt geclaimd. Er is geclaimd dat fabrikanten invloed hebben uitgeoefend op het wetenschappelijk onderzoek naar de werkzaamheid van geneesmiddelen, bijvoorbeeld door gemelde bijwerkingen te verdoezelen. (toegenomen lans op zelfmoord bij bepaalde anti-depressieve middelen, vooral bij jongeren.) Hard bewijs voor dit verdoezelen, evenals trouwens voor de geclaimde toegenomen suicidaliteit[6], ontbreekt. De enthousiaste verhalen kort na het op de markt komen van veel middelen zoals de antidepressiva uit de groep van de SSRI's hebben ertoe geleid dat het gebruik ervan in de bevolking explosief toenam. Dit is een verschijnsel dat bij veel geneesmiddelen optreedt. Vrijwel altijd volgt dan enige jaren later een tegenreactie, het middel blijkt toch ook bijwerkingen en nadelen te hebben en niet zo goed te werken als iedereen graag wilde geloven[7].

Een dergelijke situatie lijkt op dit moment op te treden bij het gebruik van middelen als ritalin voor ADHD, een diagnose die bij steeds meer kinderen wordt gesteld die vroeger gewoon als 'lastig' zouden zijn benoemd.

Voorts bestaat er ook bij veel psychiatrische ziektebeelden, met name bij depressie, een natuurlijke tendens tot genezing of althans verbetering, en hoewel de meerwaarde van antidepressiva in een groot aantal dubbelblinde gerandomiseerde onderzoeken is aangetoond, is het verschil met de niet-behandelde controlegroep lang niet altijd spectaculair[8][9][10][11].

  • Kritici wijzen ook op de problemen met de betrouwbaarheid van het hele diagnostisch systeem van de psychiatrie (Williams et al, 1992; McGorry et al, 1995; Hirschfeld et al, 2003]).
  • Sommige psychiaters zijn ook niet overtuigd van de 'biologische hypothese' die in de inleiding werd genoemd.
  • Er wordt voorts herhaaldelijk gewezen op de geschiedenis van de psychiatrie, waarin vele wreedheden zijn begaan waaronder het lichtvaardig gebruik van elektroshocks en hersenoperaties.
  • Onder bepaalde politieke systemen zijn in het verleden onder het mom van psychiatrie - al dan niet met instemming en medewerking van psychiaters - excessen voorgekomen, zoals in Hitler-Duitsland, in de Sovjet-Unie onder Stalin en ook nog daarna.

Referenties

  1. informatie over gedwongen opname en behandeling
  2. gedwongen behandeling bij psychiatrische opname
  3. Regier DA, Narrow WE, Rae DS, Manderscheid RW, Locke BZ, Goodwin FK. The de facto US mental and addictive disorders service system. Epidemiologic catchment area prospective 1-year prevalence rates of disorders and services. Arch Gen Psychiatry. 1993 Feb;50(2):85-94.
  4. Joan Arehart-Treichel. Global Schizophrenia Prevalence May Have Been Overstated. Psychiatric News July 1, 2005 Volume 40 Nr 13
  5. Riolo SA, Nguyen TA, Greden JF, King CA. Prevalence of depression by race/ethnicity: findings from the National Health and Nutrition Examination Survey III. Am J Public Health. 2005 jun;95(6):998-1000.
  6. Beasley CM Jr et al. Fluoxetine and suicide: a meta-analysis of controlled trials of treatment for depression. BMJ. 1991 Sep 21;303(6804):685-92.
  7. Lapierre YD. Suicidality with selective serotonin reuptake inhibitors: Valid claim? J Psychiatry Neurosci. 2003 Sep;28(5):340-7.
  8. Wilson K, Mottram P, Sivanranthan A, Nightingale A. Antidepressants versus placebo for the depressed elderly. The Cochrane Database of Systematic Reviews 2006 Issue 4
  9. Furukawa T, McGuire H, Barbui C. Low dosage tricyclic antidepressants for depression. The Cochrane Database of Systematic Reviews 2006 Issue 4
  10. Hazell P, O'Connell D, Heathcote D, Henry D. Tricyclic drugs for depression in children and adolescents. The Cochrane Database of Systematic Reviews 2006 Issue 4
  11. Wijkstra J, Lijmer J, Balk F, Geddes J, Nolen WA. Pharmacological treatment for psychotic depression. The Cochrane Database of Systematic Reviews 2006 Issue 4

Sjabloon:Geneesheren-specialisten