Jacquerie
De Jacquerie was een opstand tegen de adel van de Franse boeren in mei 1358. De naam Jacquerie is waarschijnlijk afgeleid van de denigrerende naam voor de gewone boer uit die tijd: de Jacques Bonhomme.
De oorzaak van deze opstand onder leiding van Guillaume Cale was de slechte situatie waarin de boeren moesten overleven. Gevolgen van de Zwarte Dood, de Honderdjarige Oorlog, de bendes van zwervende briganten na de Slag bij Poitiers en dergelijke meer maakten hun toestand onleefbaar. In 1358 barstte de bom en een grote opstand brak uit.
De boeren ondernamen plundertochten waarbij ze zoveel mogelijk edelen en ridders afslachtten. Dit ging gepaard met onnoemelijke wreedheden. Na een maand boden de heren een georganiseerde tegenstand waartegen het ordeloze boerenleger niet was opgewassen. De opstand werd neergeslagen en Guillaume Cale werd door een list van de koning gevangengezet. Hij kreeg naar men zegt een gloeiende ijzeren kroon op het hoofd gezet en werd daarna onthoofd.
Naar schatting 20.000 boeren kwamen tijdens en na de Jacquerie om het leven.