Naar inhoud springen

Griend (dier)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 134.58.253.131 (overleg) op 11 nov 2006 om 16:13. (Externe links, bronnen, afbeeldingen)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Griend
IUCN-status: Niet bedreigd[1]
Griend (dier)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Cetacea (Walvissen)
Familie:Delphinidae (Dolfijnen)
Geslacht:Globicephala (Grienden)
Soort
Globicephala melas
Traill, 1809
[[Bestand:Leefgebied griend|266px|alt=Griend (dier)]]
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Griend op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

De griend (Globicephala melas of G. melaena) is een soort walvis uit de familie der dolfijnen (Delphinidae). De soort wordt ook wel de gewone griend of zwarte griend genoemd. De griend behoort tot de grootste dolfijnen.

Kenmerken

De griend is op de orka na de grootste dolfijnensoort. Hij heeft een bolvormige kop en een brede, korte bek. Hij heeft acht tot dertien tanden (gemiddeld tien) in iedere kaakhelft. De borstvinnen zijn vrij lang en smal, minstens dertig centimeter, zo'n 15 tot 20 % van de totale lichaamslengte. De rugvin is gekromd en ver naar voren geplaatst. Bij jongere dieren is de rugvin rechter en driehoekiger. De staart is breed en aan de zijkanten samengedrukt bij de wortel.

De gladde huid is donkergrijs tot zwart van kleur, lichter aan de onderzijde. Een lichtgrijze tot bruine streep loopt over het midden van de borst en de buik, die naar de kin uitloopt in een ankervormige vlek. Op de borst is deze streep smaller. De grootte en vorm van deze streep is variabel en de kleur is lichter bij jongere dieren. Sommige dieren hebben een grijze rugvin.

Een volwassen griendmannetje is 4 tot 8,5 meter lang (gemiddeld 5,5 meter) en weegt tussen de 2 en 4 ton (gemiddeld 3,5 ton). Volwassen vrouwtjes zijn kleiner: tussen de 3 en 6 meter lang (gemiddeld 4,6 meter) en 1,8 tot 2,5 ton.

De verwante Indische griend (Globicephala macrorhynchus) is nauwelijks te onderscheiden van de griend. De Indische griend heeft kortere borstvinnen en minder tanden.

Leefwijze

De korte rugvin van een griend steekt uit boven het water

Een griend eet voornamelijk inktvissen als zeekatten en pijlinktvissen, maar ook vissen als tarbot en schoolvissen als kabeljauw. Ze duiken meestal niet langer dan tien minuten en jagen meestal bij het wateroppervlak of in de middelste waterlagen. De prooidieren worden opgespoord door middel van echolocatie. De griend kan een snelheid van 44 km/u halen.

Ze leven in grote groepen van zes tot tweehonderd dieren, soms ook samen met dwergvinvissen en andere soorten grienden. Een groep bestaat uit tot vijftien mannetjes, meerdere verwante vrouwtjes en hun jongen. De groep is zeer hecht, en de dieren communiceren met elkaar met een grote variatie aan geluiden. Een ouder dier is de leider. Volwassen mannetjes kunnen zeer agressief zijn tegenover andere volwassen mannetjes. Deze groepen houden zich voornamelijk dicht bij het wateroppervlak op. Jonge dieren kunnen soms uit het water op springen. Ze worden vaak vergezeld door zeevogels als de grote pijlstormvogel, die eveneens op pijlinktvissen jaagt en ook van de uitwerpselen van de grienden eet. Groepen grienden kunnen zich samenvoegen tot grotere groepen van wel drieduizend dieren.

Voortplanting

De paartijd valt in de zomer, in de Noordelijke Atlantische Oceaan tussen april en juli. Het mannetje paart met meerdere vrouwtjes. Een vrouwtje krijgt om de drie jaar een jong. Één jong wordt geboren na een draagtijd van 14,5 tot 15,5 maanden, meestal tussen juli en september. De paartijd is echter niet vast en jongen kunnen het gehele jaar door geboren worden. Een pasgeboren griend is 140 tot 200 centimeter lang en weegt ongeveer 75 kg, net zo groot als een volwassen man. Hij is grijs van kleur en heeft de eerste maanden verscheidene witte verticale vouwen in de huid. Gedurende de eerste twaalf maanden verdwijnen deze vouwen en wordt het dier donkerder. Het jong wordt door de gehele groep beschermd tegen vijanden als orka's. Na 16 tot 22 maanden worden ze gespeend.

Mannetjes zijn na tien tot twaalf jaar geslachtsrijp, als de dieren zo'n 490 centimeter lang zijn. Vrouwtjes zijn eerder geslachtsrijp, na zes tot tien jaar, als ze tussen de 365 en 400 centimeter lang zijn. Vrouwtjes blijven waarschijnlijk hun hele leven bij dezelfde groep, mannetjes verlaten de groep als ze een jaar of zeven oud zijn. De levensverwachting zit tussen de vijftig en zestig jaar in.

Verspreiding

De griend komt voor in de twee uit elkaar gelegen gebieden: in de Noordelijke Atlantische Oceaan (waaronder de Middellandse Zee) en in de oceanen op het Zuidelijk Halfrond, op open zee in de koudere en gematigde wateren. Vroeger kwam hij ook voor in de noordelijke Grote Oceaan, bij Japan, maar daar is hij al sinds de 10e eeuw niet meer waargenomen. In de warmere wateren wordt hij vervangen door de Indische griend. De verspreidingsgebieden van beide soorten overlappen in een deel van de gematigde wateren. Hij kan langs de gehele Europese kust aangetroffen worden. De meeste dieren leven in Europa rond IJsland en Schotland. Een enkele keer spoelen grienden aan op de Nederlandse kust.

Trekgedrag is afhankelijk van de bewegingen van hun prooidieren, de pijlinktvissen. De dieren in de Noordelijke Atlantische Oceaan leven 's winters op volle zee, rond de warme Golfstroom, maar 's zomers trekken ze met de inktvissen mee naar de kust van Newfoundland, IJsland en de Faeröer.

Strandingen

Grienden spoelen vaak in grote groepen aan. Dit wordt een massastranding genoemd. In Europa is het de soort die het vaakst strandt, en massastrandingen komen ook regelmatig voor in Zuid-Australië, Nieuw-Zeeland en het zuiden van Zuid-Amerika. In 1985 spoelden zo'n vierhonderd grienden aan in Catherine Bay, Nieuw-Zeeland, de grootste bekende stranding. Het is vooralsnog onduidelijk waarom zoveel dieren stranden, maar waarschijnlijk speelt de grote sociale band een belangrijke rol. Als één dier afdwaalt en strandt, volgt de rest van de groep dit dier. Dit is zeker het geval als het eerste strandende dier het dominante dier is, de leider van een groep. De groep volgt hem blindelings.

Een kudde van 77 grienden strandde vrijdag 10 november aan de oostkust van Nieuw-Zeeland. Veertig dieren waren nog in leven en reddingswerkers waren erin geslaagd de dieren terug het water in te slepen. Toen de grote dolfijnen echter anderhalve kilometer uit de kust waren, ontstond er verwarring binnen de kudde omdat een jonge stier rechtsomkeert maakte en terug op weg ging naar het punt waar de kudde vrijdag was gestrand. De milieuwerkers besloten daarop het dier te doden om te voorkomen dat de hele groep opnieuw zou stranden.

Bedreiging

Gedode grienden op de Faeröer

Ze zijn in allerlei verdragen beschermd, maar toch worden ze bejaagd, bijvoorbeeld door bewoners van de Faeröereilanden, die in de jaren negentig gemiddeld twaalfhonderd dieren per jaar hebben gedood. Tijdens deze traditionele jacht drijven mannen in bootjes een groep grienden naar een baai, waar ze uit het water worden gehaald door stalen haken in de kop te slaan. Hierna worden ze gedood met harpoenen en lange messen. Het vlees en spek wordt gratis uitgedeeld aan de bevolking.

Ook sterven dieren door verstikking doordat ze verstrikt raken in achtergelaten vissersnetten. De griend is echter niet bedreigd en komt vrij algemeen voor. De totale wereldpopulatie wordt geschat op enkele honderdduizenden dieren.

Ondersoorten

Er zijn twee ondersoorten, Globicephala melas melas uit de Noordelijke Atlantische Oceaan en Globicephala melas edwardi van het Zuidelijk Halfrond.

Andere grienden

Er bestaan ook nog andere soorten zoals de:

Externe links, bronnen, afbeeldingen

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Globicephala melas op Wikimedia Commons.
  1. (en) Griend op de IUCN Red List of Threatened Species.