Naar inhoud springen

Paddan-Aram

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Joostik (overleg | bijdragen) op 8 jul 2013 om 20:51.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Paddan-Aram was een vroeg Aramees koninkrijk in Mesopotamië gelegen in het noorden van Aram-Nahraim. De hoofdstad van Paddan-Aram was Harran. Paddan Aram betekent "het gebied van Aram". De naam kan overeenkomen met het Hebreeuwse "sedeh- Aram," of "gebied van Aram." (Gen. 25:20; Hos. 0:13)

In de Hebreeuwse Bijbel

Paddan-Aram of Padan verschijnt 11 keer in 11 verzen in de Hebreeuwse Bijbel, allemaal in Genesis.

Volgens Genesis 11:31 was de stad Harran, waar Abraham en zijn vader Terach woonden terwijl ze na het verlaten van Ur der Chaldeeën op weg waren naar Kanaän, gelegen in Paddan-Aram. Abraham stuurde zijn hoofddienaar terug naar deze plek om een vrouw voor zijn zoon Izaäk te vinden.

Abrahams neef Bethuel, de zoon van Nachor en Milka en vader van Laban en Rebekka, woonde in Paddan-Aram (Gen. 25:20.). Rebekka stuurde Jakob daar na toe, uit de buurt van Esau, om toevlucht te nemen. In Mesopotamië trouwde Jakob met Lea en later met Rachel, beiden dochters van zijn oom Laban (Gen.29: 27).

In Rabbijnse interpretatie

Rabbi Isaac leerde dat de mensen van Paddan-Aram schurken waren en Rebekka was als een lelie onder de doornen. Rabbi Isaac dus beschouwd Rebekka's verblijf in Paddan-Aram als symbool van Israël onder de volken.