Naar inhoud springen

Christen-Democratisch en Vlaams

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door ElKonquistador (overleg | bijdragen) op 21 feb 2006 om 15:42. (logo toegevoegd)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Bestand:Logo-cdenv.jpg
Logo van CD&V

CD&V is de afkorting van Christen-Democratisch en Vlaams. Tot september 2001 heette de partij CVP (Christelijke Volkspartij).


Geschiedenis

Bestand:Kamer 1971-2003.gif
Huidige Nederlandstalige partijen en hun behaalde resultaat voor de kamer sinds 1971 uitgedrukt in procenten


Oprichting na Tweede wereldoorlog

De CVP werd opgericht op 18-19 augustus 1945 en was de opvolger van de Katholieke Partij. Bij de verkiezingen van 1946 was de CVP meteen de grootste partij. In de eerste jaren na de oorlog beroerd de koningskwestie de maatschappij en politiek.


Van Unitaire partij naar spitsing

Vanaf maart 1947 tot aan de verkiezingen van 13 juni 1999 nam de CVP vrijwel onafgebroken deel aan de regering. met uitzondering van de periode 1954-1958 toen een coalitie van socialisten en liberalen onder leiding van Achiel Van Acker aan de macht was. In de periode 1950-1954 vormde de CVP voor het laatst in de Belgische geschiedenis homogene regeringen.

De jaren vijftig staan in het teken van de schoolstrijd. De CVP verdedigt de belangen van de vrije (vaak katholieke) scholen en wil ze financieel ondersteunen. In 1958 komt onder leiding van Gaston Eyskens het schoolpact. De Eenheidswet en het grote protest bezorgen de CVP een lagere verkiezingsscore in 1961.

Als gevolg van de taalstrijd en meer bepaald de strijd om de totale vernederlandsing van de Leuvense universiteit in de jaren '60, werd de unitaire partij in 1972 opgesplitst in een Vlaamse en een Franstalige partij, de laatste onder de naam PSC (Parti Social Chrétien, sinds mei 2002 omgevormd tot CDH: Centre Démocrate Humaniste).


de CVP-staat

Eind jaren '60 komt er binnen de CVP een nieuwe generatie aan de macht. Wilfried Martens als partijvoorzitter, maar vooral de populaire Leo Tindemans zorgen ervoor dat de CVP de grootste partij van het land blijft.

In de jaren '70 gaat de meeste aandacht uit naar de staatshervorming. Tussen 1977 en 1981 zijn er 8 verschillende regeringen onder leiding van Tindemans, Martens, Paul Vanden Boeynants en Mark Eyskens. Tijdens de verkiezingen van november 1981 lijdt de CVP een zeer zware nederlaag.

In de jaren '80 zorgt kwestie Voeren en plaatsing van Amerikaanse kernraketten op Belgisch grondgebied zorgt voor de nodige beroering. De meningen over dit laatste zijn verdeeld, ook binnen de CVP. Vanaf 1985 blijft de CVP bij elke verkiezing verliezen.

In 1990 wordt de abortuswet tegen de wil van de CVP goedgekeurd. Begin oktober 1991 valt de regering na een bijzonder hevige communautaire confrontatie over de uitvoer van wapens naar het Midden-Oosten. Bij de daaropvolgende parlementsverkiezingen in november lijden de regeringspartijen een zware nederlaag.


Periode Dehaene

In 1991 wordt Jean-Luc Dehaene premier. Onder zijn bewind wordt met Sint-Michielsakkoord, België een echte federale staat. In de jaren '90 moet er flink worden bespaard om de Maastrichtnorm te halen.


De verkiezingen van 13 juni 1999

Een gestage electorale achteruitgang van de CVP sinds de jaren '80 en vooral een voedselschandaal dat in mei 1999 uitbrak, de zgn. dioxinecrisis, leidden bij de nationale en deelstaatverkiezingen van 13 juni 1999 tot een historische nederlaag voor CVP. Dehaene verliet daarop de nationale politiek, ondanks een groot aantal voorkeurstemmen. De CVP bleef weliswaar de grootste fractie in het Vlaamse parlement, maar moest in het federale parlement de VLD laten voorgaan. Bij de regeringsvorming belandde de CVP voor het eerst in veertig jaar in de oppositie, zowel op federaal als op Vlaams bestuursniveau. De coalitie zonder de CVP bestond uit drie partijen: liberalen, socialisten en groenen (de zgn. paars-groene coalitie van het kabinet Verhofstadt I).


Nieuwe naam: CD&V

Op 9 oktober 1999 werd Stefaan De Clerck gekozen tot algemeen partijvoorzitter (als opvolger van Marc Van Peel) en startte een organisatorische en ideologische hervorming. Daarbij veranderde de partijnaam in 2001 in CD&V. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 zette enig herstel in.


De verkiezingen van 18 mei 2003

De uitslag van de federale parlementsverkiezingen van 2003, waarin CD&V met de mediagenieke De Clerck als kandidaat premier naar de kiezer trok, was opnieuw teleurstellend. De Clerck nam ontslag als partijvoorzitter en werd vervangen door Yves Leterme, die voorheen fractieleider in de kamer was.


De verkiezingen van 13 juni 2004

Leterme stuurde aan op een kartel met de Nieuw-Vlaamse Alliantie onder leiding van Geert Bourgeois, maar aanvankelijk mislukte dit. Uiteindelijk werden de gesprekken hervat en op 14 februari 2004 werd een akkoord voor een kartel ondertekend, het zogenaamde Valentijnskartel of Vlaams Kartel.

Bij de verkiezingen van 2004 voor het Vlaamse Parlement haalde dit kartel een overwinning met zo'n 26% van de stemmen. Na korte maar moeilijke onderhandelingen onder leiding van Yves Leterme trad op 22 juli 2005 de regering Leterme I aan, die een coalitie is van het kartel CD&V/NVA, het kartel SP.A/Spirit en het kartel VLD/Vivant. Leterme werd als partijvoorzitter opgevolgd door Jo Vandeurzen.


Politiek gedachtegoed

Daar waar de Katholieke Partij in de 19de en begin 20ste eeuw een conservatieve partij was, heeft de CVP zich na de Tweede Wereldoorlog sociaal-economisch als centrumpartij (volkspartij) geprofileerd, met evenwel behoudsgezinde stellingnames in levensbeschouwelijke en ethische vraagstukken. De partij wil brede bevolkingsgroepen vertegenwoordigen met als overkoepelende achtergrond de christelijke oorsprong (christen-democratie).

De partij verenigt in haar bestuur en structuur uiteenlopende sociale en economische bewegingen, met traditioneel een numeriek sterke vakbondsvleugel (ACW), een middenstandsvleugel, en een kleine maar invloedrijke landbouwvleugel (via de Boerenbond). Hoewel de invloed van die groeperingen sinds de laatste partijhervormingen officieel teruggedrongen is, vormen deze stromingen nog steeds de belangrijkste basis voor de partij.

Grote christen-democratische partijen zijn er ook in Nederland (CDA, Christendemocratisch Appel) en Duitsland (CDU, Christlich Demokratische Union). In landen met sterke socialistische partijen (bijv. Zweden) of sterke conservatieve partijen (bijv. Frankrijk) is de betekenis van christen-democratische partijen gering (bijv de Kristdemokraterna in Zweden) of onbestaande.




Sjabloon:Belgische politieke partijen