Naar inhoud springen

Cornelis van Geelkerken

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RomaineBot (overleg | bijdragen) op 30 jan 2011 om 00:38. (Linkfix ivm sjabloonnaamgeving)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Cornelis van Geelkerken
Cornelis van Geelkerken
Algemeen
Volledige naam Cornelis
Geboren of Kees
Partij NSB
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Cornelis (of Kees) van Geelkerken (Sint-Jans-Molenbeek (België), 19 maart 1901 - Ede, 29 maart 1976) was een Nederlands nationaalsocialistisch politicus en collaborateur.

Van Geelkerken was in 1931 een van de oprichters van de NSB. Samen met Anton Mussert leidde hij de partij in de jaren dertig en vervolgens gedurende de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk secretaris werd 'stamboeknummer 2' in 1937 plaatsvervangend leider. Ook was hij geruime tijd leider van de jongerenbeweging, de Jeugdstorm.

De regering kondigde een verbod af voor ambtenaren om lid te zijn van de NSB waarna Van Geelkerken ontslag nam bij de provinciale waterstaat van Utrecht. De Gereformeerde Kerk sloot hem en zijn vrouw uit van het Avondmaal. Maar de grootste grief was zijn internering op 10 mei 1940 toen de Duitsers Nederland binnenvielen.

Het duo Mussert en van Geelkerken moest om de gunst van de Duitse bezetters strijden met Meinoud Rost van Tonningen, die veel radicaler was. Wilden de eersten een 'Groot-Nederland' aan Duitse zijde, Rost van Tonningen was voorstander van de 'Groot-Germaanse gedachte'. Seyss-Inquart en Rauter speelden de NSB'ers handig tegen elkaar uit. Daardoor radicaliseerden Mussert en vooral Van Geelkerken snel.

Van Geelkerken hield zich vooral bezig met de interne organisatie van de partij en met politiezaken. Ook was hij inspecteur-generaal van de paramilitaire Landwacht.

Na de oorlog werd hij gearresteerd. Toen zijn zaak in 1951 eindelijk voor de rechter kwam, was de bijzondere rechtspleging bijna aan haar einde. Het landverraad van Van Geelkerken was overduidelijk maar betrokkenheid bij de deportatie van Joden of andere flagrante oorlogsmisdaden was niet gebleken. Verder pleitten (oppervlakkig) berouw en terugkeer naar de Gereformeerde Kerk in zijn voordeel. Hij kreeg een levenslange gevangenisstraf, die later werd omgezet naar twintig jaar. In 1959 kwam hij op vrije voeten, waarna hij tot zijn pensionering in de farmaceutische industrie werkte.