Naar inhoud springen

Hiv

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 85.146.209.81 (overleg) op 3 nov 2009 om 16:03.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Hiv
Gestileerde doorsnede van het hiv-virus
Taxonomische indeling
Groep:Groep VI (ssRNA-RT)
Familie:Retroviridae
Geslacht:Lentivirus
Soort
Human immunodeficiency virus 1
Human immunodeficiency virus 2

hiv dochterdeeltjes
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Hiv op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

HIV is een virus, de volledige naam is Human Immunodeficiency Virus (menselijk immuundeficiëntievirus). Het is een snel muterend retrovirus, en verantwoordelijk voor het syndroom aids (acquired immuno-deficiency syndrome - verworven immunodeficiëntiesyndroom).

Ziektebeeld

Hiv veroorzaakt aids doordat het de CD4+ T-cellen aanvalt en vernietigt. Dit is een groep van lymfocyten (speciale witte bloedcellen) die normaal gesproken het immuunsysteem coördineert in het geval van een infectie. Op deze wijze is het virus niet alleen in staat zichzelf te vermenigvuldigen, maar schakelt het ook het mechanisme uit waardoor het lichaam zich tegen het virus en alle andere pathogenen beschermt.

Door de sterke vermindering van het aantal CD4+ T-cellen kunnen ook andere ziekteverwekkers, die normaal gesproken zonder problemen door het immuunsysteem in de hand worden gehouden, een ziekmakende infectie veroorzaken. Het zijn in de meeste gevallen deze opportunistische infecties waaraan een aidspatiënt overlijdt. Veel aidspatiënten ontwikkelen ook zeldzame vormen van kanker (bekend is het kaposisarcoom) die het immuunsysteem onder normale omstandigheden een halt toe zou roepen.

Een grafiek van de relatieve hoeveelheid helper-T-cellen in het bloed na HIV-infectie. Goed te zien is dat de T-cel concentratie na 1 jaar infectie al begint te dalen, en het aantal viruscellen omhoog.

Diagnostiek

Als iemand verdacht wordt besmet te zijn met HIV kan laboratoriumonderzoek ingezet worden. Dit onderzoek betreft het aantonen van HIV-antistoffen, HIV-antigeen of HIV-RNA en de verhouding tussen CD4 en CD8 T-cellen.

Onderzoek

Tot nu toe is een hiv-besmetting nog niet te genezen. Er bestaat medicatie die de deling van het hiv-virus remt, en daardoor het ontstaan van ziekteverschijnselen en aids meestal voor langere tijd tegengaat.
Deze medicatie kan ook de overdracht van hiv van de ene persoon op de andere tegengaan, maar dit werkt niet altijd. Wanneer iemand een zeer groot risico op besmetting heeft gelopen (bijvoorbeeld door bloed-bloed contact met iemand die hiv besmet is), kan een zware medicijnenkuur gegeven worden. Met die medicijnkuur is de kans dat men hiv-positief wordt een heel stuk kleiner. Tijdens de zwangerschap van een hiv-positieve moeder kunnen deze medicijnen ook de overdracht van hiv op het kind tegengaan, maar ook hier is het succespercentage niet 100%.

De overdracht van hiv tijdens seksueel contact is te voorkómen door het juiste gebruik van goede condooms of beflapjes. Er wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van vaginale gels, die het hiv-virus bij seksueel contact zouden moeten doden en zo besmetting zouden moeten voorkomen. Hoewel in vitro onderzoeken (dat wil zeggen, in testbuizen en in gekweekte cellen) veelbelovend waren, is recent weer een groot medisch onderzoek voortijdig afgebroken, omdat de vrouwen die de gel gebruikten juist vaker met hiv besmet bleken te raken. Een verklaring hiervoor is er nog niet.

De beschikbare wetenschappelijke documentatie over de invloed van bepaalde vetzuren en hun monoglyceriden op hiv is opmerkelijk. Van meerdere vetzuren en hun monoglyceriden is vastgesteld dat zij een antivirale (virusdodende) werking hebben op het human immunodeficiency virus (hiv). De vetzuren en monoglyceriden zijn in staat om de lipidenenvelop, waar de buitenkant van het hiv-virus uit bestaat, oplosbaar te maken en daarmee af te breken [1][2][3][4][5][6]. Deze onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in peer-reviewde vakbladen.

Met name de monoglyceriden van de middellange keten vetzuren blijken effectief op te treden tegen deze zogeheten lipid coated viruses, ofwel virussen met een lipoproteïne envelop. Laurinezuur zou het grootste antivirale effect vertonen tegen deze door een lipidenlaag omgeven virussen. Hoewel deze middelen veelbelovend zijn, zijn er nog geen grootschalige langetermijnonderzoeken uitgevoerd naar de mogelijke therapeutische effecten van vetzuren en monoglyceriden op virussen met een lipidenenvelop. Dit soort langetermijnonderzoeken zouden meer bewijs leveren voor de bevindingen uit de kleinschaligere experimenten.

Varianten

Er zijn twee varianten van het aidsvirus bekend. Hiv-1 en Hiv-2 veroorzaken beiden aids hoewel het ontwikkelen van het ziektebeeld aids na infectie veel langer kan duren bij Hiv-2. Hiv-2 wordt voornamelijk aangetroffen in West-Afrika. Beide typen zijn vermoedelijk van apen op de mens overgegaan. In heel veel apensoorten worden retrovirussen gevonden, de zogenaamde simian immunodeficientie virussen (Siv). Hiv-1 is het meest verwant aan Siv die gevonden worden bij chimpansees (Pan troglodites troglodites) hoewel Hiv-1 behorende tot groep O meer overeenkomsten vertonen met Siv uit gorillas (Gorilla gorilla gorilla). Hiv-2 is daarentegen meest waarschijnlijk een transmissie van Siv afkomstig van Sooty Mangabey (Cercocebus atys atys). De oorsprong van Hiv-1 ligt dan ook in zuid Kameroen (het verspreidingsgebied van Pan troglodites troglodites) en van Hiv-2 in West-Afrika, waarschijnlijk Guinea Bissau/Guinea Conakry.

Besmetting

HIV is een seksueel overdraagbare aandoening. Bloed-op-bloed-contact, alsmede onbeschermd seksueel contact, zijn de voornaamste manieren waarop het virus zich verspreidt. Hoewel het Nederlandse Aids Fonds in 2009 mensen ervan probeerde te overtuigen dat tongzoenen met een met hiv geïnfecteerd persoon geen enkel risico op besmetting oplevert, wordt het door de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention afgeraden en is er in de medische literatuur zelfs een geval beschreven uit 1995/1996 waarbij aangenomen wordt dat tongzoenen de vorm van overdracht was.[7]

Verspreiding

In 2004 raakten wereldwijd meer dan 5 miljoen mensen besmet met het virus. Dit is het hoogste aantal tot nu toe. De directeur van het Aids-programma van de Verenigde Naties, de Belg Peter Piot, stelt dat de epidemie zich pas in de aanloop bevindt. Hij verwacht een sterke stijging in de komende jaren.

Aidsontkenning

Zie Aidsontkenning voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Aanhangers van aidsontkenning menen dat hiv niet de oorzaak is van aids. Als reactie op scepsis over de vraag of aids wordt veroorzaakt door HIV en de opkomst van alternatieve theorieën over de oorzaak van aids, publiceerden in het jaar 2000 zo'n 5000 wetenschappers de Verklaring van Durban, waarin zij stellen dat hiv volgens de geldende wetenschappelijke inzichten de oorzaak is van de ziekte aids. Een aantal wetenschappers[bron?] bestrijdt desondanks het verband tussen hiv en aids, maar dit is slechts een kleine minderheid.

Korte geschiedenis

  • 1984 Dr Robert Gallo, Dr Luc Montagnier en Françoise Barré-Sinoussi ontdekken het HI-virus (HIV)
  • 1988 Wereldgezondheidsorganisaties roepen 1 December uit tot Wereld-Aids-Dag. Aids wordt bestempeld als een tragedie.
  • 1994 De statistieken geven een aantal van 1 miljoen patiënten weer.
  • 1998 Men ontdekt een dieptepunt van de ziekte; In Afrika ten zuiden van de Sahara is er een piek van 70% nieuwe infecties en 80% overlijdens bij de bevolking.
  • 2000 Men ontdekt dat het HIV door apenhandel naar het Westen is overgebracht. Op wereldschaal staat aids op de 5de plaats. Er worden 33 miljoen patiënten geconstateerd.
  • 2005 De teller staat op 40,3 miljoen HIV-patiënten. In China ontstaat een ware epidemie.

Zie ook

<span title="Voor deze uitspraak is een bronvermelding gewenst. Motivering:

  1. (en) Dichtelmuller H, Rudnick D, Kloft M. Inactivation of lipid enveloped viruses by octanoic Acid treatment of immunoglobulin solution. Biologicals. 2002 Jun;30(2):135-42. [1]
  2. (en) Hilmarsson H, Larusson LV, Thormar H. Virucidal effect of lipids on visna virus, a lentivirus related to HIV. Arch Virol. 2006 Jun;151(6):1217-24. Epub 2006 Jan 3.[2]
  3. (en) Thormar H, Bergsson G, Gunnarsson E, Georgsson G, Witvrouw M, Steingrimsson O, De Clercq E, Kristmundsdottir T. Hydrogels containing monocaprin have potent microbicidal activities against sexually transmitted viruses and bacteria in vitro. Sex Transm Infect. 1999 Jun;75(3):181-5.[3]
  4. (en) Thormar H, Isaacs CE, Kim KS, Brown HR. Inactivation of visna virus and other enveloped viruses by free fatty acids and monoglycerides. Ann N Y Acad Sci. 1994 Jun 6;724:465-71.[4]
  5. (en) Thormar H, Isaacs CE, Brown HR, Barshatzky MR, Pessolano T. Inactivation of enveloped viruses and killing of cells by fatty acids and monoglycerides. Antimicrob Agents Chemother. 1987 Jan;31(1):27-31.[5]
  6. (en) Liebermann S, Enig MG, Preuss HG. A review of monolaurin and lauric acid: natural virucidal and bactericidal agents. Alternative & Complementary Therapies Dec 2006, Vol. 12, No. 6: 310-314.[6]
  7. (nl) DE CLAIM hiv-zoenen. Broer Scholtens , De Volkskrant (6 juni 2009). Geraadpleegd op 6 juni 2009.

">[bron?]