888

Gebeurtenissen

De abdij van Sankt Gallen in Zwitserland is in deze tijd het centrum van de Karolingische renaissance en vormt tot 1032 de kern van het koninkrijk Bourgondië.
Na de dood van Karel de Dikke begint de lokale adel steeds meer het heft in handen te nemen. De zwakte van het Karolingisch gezag en het onvermogen om de burgerbevolking tegen de Noormannen te beschermen speelt daar een belangrijke rol in.
In Francia zorgt de dood van Karel de Dikke voor een machtsvacuüm. De wettige opvolger Karel de Simpele is te jong en te zwak en zo wordt graaf Odo van Parijs, zelf geen Karolinger, tot koning gezalfd.
Boudewijn II, zelf een kleinzoon van Karel de Kale en dus wel een Karolinger doet geen poging Odo het koningschap te betwisten, maar erkent hem ook niet. In plaats daarvan tracht hij zijn gebied als graaf van Vlaanderen verder uit te breiden.
Berengar I van Friuli laat zich tot koning van Italië uitroepen.