Jean-Baptiste Jourdan: verschil tussen versies
Pagina aangemaakt: "'''Jean-Baptiste Jourdan''' (Limoges, 29 april 1762 - 23 november 1833), vanaf 1819 '''graaf Jourdan''', was een Frans militair, politicus en [..." |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 22: | Regel 22: | ||
}} |
}} |
||
{{EindOpvolging}} |
{{EindOpvolging}} |
||
{{MvF Eerste Keizerrijk}} |
{{MvF Eerste Keizerrijk}} |
||
Versie van 29 mrt 2007 20:46
Jean-Baptiste Jourdan (Limoges, 29 april 1762 - 23 november 1833), vanaf 1819 graaf Jourdan, was een Frans militair, politicus en Maarschalk van Frankrijk
Jonge jaren
Jourdan werd geboren in Limoges. Hij studeerde in Lyon voor zijdekoopman. In 1776 echter schreef hij zich in bij het leger om in een Frans regiment in de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog te vechten. Nadat hij was ontslagen uit het leger in 1784 trouwde hij en begon hij een bedrijfje in Limoges.
Franse Revolutie
Bij het uitbreken van de Franse Revolutie nam Jourdan vrijwillig dienst en diende hij als een lage officier in de eerste campagnes in het noorden van Frankrijk. Zijn ster steeg snel en in 1793 werd hij benoemd tot divisiegeneraal. Ook werd hij door Lazare Carnot verkozen om Jean Nicolas Houchard als bevelhebber van het Franse Noordelijke Leger. Met dit leger behaalde hij een overwinning in de Slag bij Wattignies op 15 oktober van datzelfde jaar.
Niet lang daarna echter werd hij verdachte, omdat hij een fatalistische mening had over de toekomst van het Revolutionaire Frankrijk. Omdat hij op tijd gewaarschuwd werd door zijn vrienden Carnot en Bertrand Barère wist hij een arrestatie te ontlopen en zette hij zijn carrière als zijdekoopman in Limoges voort. In 1794 werd hij echter al weer opgeroepen voor het leger, en kreeg hij het bevel over het Leger van de Sambre en de Maas. Na meerdere pogingen om een oversteek van de Sambre te forceren, die telkens op niets uitliepen, en verschillende nederlagen, raakte het leger gedemotiveerd. Toch drong Carnot aan op één laatste poging. Dit keer lukte het wel de Sambre over te steken en behaalde Jourdan een overwinning op zijn tegenstanders in Fleurus op 26 juni van dat jaar. Door deze overwinning had Frankrijk nu een gebied onder controle dat tot de Rijn reikte.
Legeraanvoerder
Door deze overwinning(en) was Jourdan een gerespecteerd legeraanvoerder geworden. Tijdens de invasie van Oostenrijk en Beieren in 1796 vormde het leger van Jourdan de linkerflank. De campagne begon goed, maar daarna werd Jourdan bij Amberg en Wurzburg door de Oostenrijkse aartshertog Karel tweemaal verslagen en moest hij zich terugtrekken tot achter de Rijn. De campagne werd een mislukking, op de campagne van Napoleon in Italië na, die een groot succes werd. Hoewel de oorzaak van de mislukking lag in de slechte aanvalsplannen van de Franse regering, werd Jourdan de zondebok voor de mislukking en werd aan hem twee jaren geen bevel toegekend. In deze periode keerde hij zich naar de politiek. Zijn belangrijkste bijdrage van die tijd was de conscriptiewet uit 1798, beter bekend als de Jourdanwet. In 1799 kreeg Jourdan weer een bevel over een leger, dit maal over het Leger van de Rijn. Hij werd echter weer door aartshertog Karel verslagen bij Stockach. Door de teleurstelling en een slechte gezondheid droeg hij het commando over aan André Masséna.
Napoleon
Jourdan keerde zich na zijn nederlaag weer tot de politiek en was een prominent medestander van Napoleon tijdens dienst staatsgreep op de 18de Brumaire. Als dank voor zijn steun werd Jourdan in 1800 door Napoleon aangesteld als inspecteur-generaal van de cavalerie en infanterie en in 1804 kreeg hij de titel Maarschalk van Frankrijk. Tot 1806 verbleef Jourdan in Italië, tot Joseph Bonaparte, de broer van Napoleon en koning van Napels, hem vroeg om zijn militair adviseur te worden. Samen met Joseph trok Jourdan op naar Spanje in 1808, maar in deze campagne speelden zij geen grote rol. Na de nederlaag van de Fransen door Wellington in de Slag bij Vitoria kreeg Jourdan geen commando van enige betekenis meer. Jourdan steunde na de val van Napoleon in 1814 de nieuwe regering. Hoewel hij tijdens de Honderd Dagen wel weer trouw was aan Napoleon, keerde hij zich na de Slag bij Waterloo weer tot de Bourbons. Hij weigerde echter wel om in de krijgsraad zitting te nemen die maarschalk Michel Ney moest veroordelen. In 1816 werd Jourdan gouverneur van [[Grenoble] en in 1819 kreeg hij de titel van graaf. In latere jaren werd hij een fel politiek tegenstander van de royalisten en steunde hij de revolutie van 1830. Hij was na die gebeurtenis enkele dagen minister van Buitenlandse Zaken. Na zijn dood in 1833 werd Jourdan begraven in Les Invalides.
Voorganger: Louis Bignon |
Minister van Buitenlandse Zaken 1830 |
Opvolger: Louis Molé |