Naar inhoud springen

Burcht van Boeda: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Omzetting verouderd sjabloon + check op 40000
Dounmah (overleg | bijdragen)
→‎Geschiedenis: npov zie bijv. Rudasbad
Regel 15: Regel 15:
== Geschiedenis ==
== Geschiedenis ==
De Burcht ligt op een plateau en het gehele complex bestaat uit tientallen historische en architectonische waardevolle gebouwen en vele nauwe straatjes en steegjes, waarvan de loop sinds 7 eeuwen niet is veranderd. Met de bouw van de Várhegy-Bástya en vesting werd na de invasie van de [[Mongolen]] in [[1241]] begonnen. In het jaar [[1255]] gaf koning [[Béla IV van Hongarije|Béla IV]] opdracht een burcht alsmede een stad voor de bewoners van het verwoeste [[Pest (stad)|Pest]] te bouwen.
De Burcht ligt op een plateau en het gehele complex bestaat uit tientallen historische en architectonische waardevolle gebouwen en vele nauwe straatjes en steegjes, waarvan de loop sinds 7 eeuwen niet is veranderd. Met de bouw van de Várhegy-Bástya en vesting werd na de invasie van de [[Mongolen]] in [[1241]] begonnen. In het jaar [[1255]] gaf koning [[Béla IV van Hongarije|Béla IV]] opdracht een burcht alsmede een stad voor de bewoners van het verwoeste [[Pest (stad)|Pest]] te bouwen.
Kasteel en stad werden gescheiden van elkaar gebouwd en door enorme vestingwallen omringd. Onder koning [[Matthias Corvinus]] werd de Burcht Boeda een centrum van kunst en wetenschap, waarvan onder de [[Ottomaanse Rijk|Turkse]] heerschappij in de [[16e eeuw]] een einde kwam. De Turkse heersers noemden Boeda de "''Gouden Oogappel''" van hun rijk, maar doemden haar toch tot verdwijnen. Alleen de vestingsmuren werden door hen vernieuwd en deze vormden tot op vandaag de dag de enige Turkse bouwbijdrage van betekenis. In het jaar [[1686]] werd de Burcht vernield bij de bevrijding van het Turkse juk en op de ruïnes werd een kleine [[Barokarchitectuur|barokstad]] gebouwd, als domicilie van de Habsburgse heersers. In plaats van de oude Burcht verrees een klein slot dat echter nooit door [[Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780)|keizerin Maria Theresia]] werd bewoond. [[Keizer Jozef II]] liet een theater bouwen. Het [[Franciscanen|Franciscaner]]klooster werd zetel van de landdag, maar tijdens het [[Huis Habsburg|Habsburgerse]] tijdperk verloor de stad Boeda veel van haar glans. Op [[21 mei]] [[1849]] veroverden de [[Honvéd]] ([[Schutterij_(historisch)|burgerwacht]]) de Burcht echter na één enkele stormloop en daarna werd met man en macht gewerkt aan het herstel van de oude glorie.
Kasteel en stad werden gescheiden van elkaar gebouwd en door enorme vestingwallen omringd. Onder koning [[Matthias Corvinus]] werd de Burcht Boeda een centrum van kunst en wetenschap, waarvan onder de [[Ottomaanse Rijk|Turkse]] heerschappij in de [[16e eeuw]] een einde kwam. De Turkse heersers noemden Boeda de "''Gouden Oogappel''" van hun rijk, maar doemden haar toch tot verdwijnen. Alleen de vestingsmuren werden door hen vernieuwd. Tijdens de [[Belegering van Boeda (1686)|belegering van Boeda in 1686]] werd de Burcht vernield en op de ruïnes werd een kleine [[Barokarchitectuur|barokstad]] gebouwd, als domicilie van de Habsburgse heersers. In plaats van de oude Burcht verrees een klein slot dat echter nooit door [[Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780)|keizerin Maria Theresia]] werd bewoond. [[Keizer Jozef II]] liet een theater bouwen. Het [[Franciscanen|Franciscaner]]klooster werd zetel van de landdag, maar tijdens het [[Huis Habsburg|Habsburgerse]] tijdperk verloor de stad Boeda veel van haar glans. Op [[21 mei]] [[1849]] veroverden de [[Honvéd]] ([[Schutterij_(historisch)|burgerwacht]]) de Burcht echter na één enkele stormloop en daarna werd met man en macht gewerkt aan het herstel van de oude glorie.


Dit karakteristieke gebouw met een façade van meer dan 300 meter en de zeer opvallende hoge koepel, is van overal in Boedapest te zien. Vooral van de linker Donau-oever biedt het een imposante aanblik. De Burcht was in de 14e eeuw zetel van de koning. In de 18e en 19e eeuw vonden grote uitbreidingen plaats, gelijk met de Burchtstad [[Boeda]].
Dit karakteristieke gebouw met een façade van meer dan 300 meter en de zeer opvallende hoge koepel, is van overal in Boedapest te zien. Vooral van de linker Donau-oever biedt het een imposante aanblik. De Burcht was in de 14e eeuw zetel van de koning. In de 18e en 19e eeuw vonden grote uitbreidingen plaats, gelijk met de Burchtstad [[Boeda]].

Versie van 27 jun 2014 20:49

Burchtdistrict
Onderdeel van de werelderfgoedinschrijving:
Boedapest, waaronder de Donau-oevers, het Burchtdistrict van Boeda en de Andrássyboulevard
Burcht van Boeda
Land Vlag van Hongarije Hongarije
UNESCO-regio Europa en Noord-Amerika
Criteria ii, iv
Inschrijvingsverloop
UNESCO-volgnr. 400
Inschrijving 1987 (11e sessie)
Uitbreiding 2002
UNESCO-werelderfgoedlijst

De burcht van Boeda, het oude koningspaleis, is een historisch kasteelcomplex in de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Het complex is gelegen op de Burchtheuvel (Várhegy), het oude stadshart van het stadsdeel Boeda, op 70 meter boven de Donau.

Geschiedenis

De Burcht ligt op een plateau en het gehele complex bestaat uit tientallen historische en architectonische waardevolle gebouwen en vele nauwe straatjes en steegjes, waarvan de loop sinds 7 eeuwen niet is veranderd. Met de bouw van de Várhegy-Bástya en vesting werd na de invasie van de Mongolen in 1241 begonnen. In het jaar 1255 gaf koning Béla IV opdracht een burcht alsmede een stad voor de bewoners van het verwoeste Pest te bouwen. Kasteel en stad werden gescheiden van elkaar gebouwd en door enorme vestingwallen omringd. Onder koning Matthias Corvinus werd de Burcht Boeda een centrum van kunst en wetenschap, waarvan onder de Turkse heerschappij in de 16e eeuw een einde kwam. De Turkse heersers noemden Boeda de "Gouden Oogappel" van hun rijk, maar doemden haar toch tot verdwijnen. Alleen de vestingsmuren werden door hen vernieuwd. Tijdens de belegering van Boeda in 1686 werd de Burcht vernield en op de ruïnes werd een kleine barokstad gebouwd, als domicilie van de Habsburgse heersers. In plaats van de oude Burcht verrees een klein slot dat echter nooit door keizerin Maria Theresia werd bewoond. Keizer Jozef II liet een theater bouwen. Het Franciscanerklooster werd zetel van de landdag, maar tijdens het Habsburgerse tijdperk verloor de stad Boeda veel van haar glans. Op 21 mei 1849 veroverden de Honvéd (burgerwacht) de Burcht echter na één enkele stormloop en daarna werd met man en macht gewerkt aan het herstel van de oude glorie.

Dit karakteristieke gebouw met een façade van meer dan 300 meter en de zeer opvallende hoge koepel, is van overal in Boedapest te zien. Vooral van de linker Donau-oever biedt het een imposante aanblik. De Burcht was in de 14e eeuw zetel van de koning. In de 18e en 19e eeuw vonden grote uitbreidingen plaats, gelijk met de Burchtstad Boeda. Tijdens de gevechten van december 1944 tot februari 1945 werd een groot deel van het Burchtpaleis verwoest. Nadat Pest van de Duitsers was bevrijd, hielden de Duitse troepen zich nog een paar weken staande tegen de verwoed aanvallende Russische legers.
Na de Tweede Wereldoorlog lag de vesting weer in puin, elk huis was zwaar beschadigd, het koninklijk paleis afgebrand. Een geluk bij een ongeluk was dat de archeologen onder de puinhopen de middeleeuwse burcht van Boeda ontdekten, de mortel van de barok viel van de muren en gotische ramen en deuren kwamen bloot te liggen. Onder de resten van het neo-barok paleis vond men overblijfselen van een renaissance slot. De werkzaamheden, die tot 1970 voortduurden, hebben tientallen nevengebouwen herschapen tot het culturele centrum van de oude stad. Na meer dan 30 jaar is de Burcht voor het grootste gedeelte in zijn oude glorie hersteld. Het stadsbestuur besloot de gebouwen als museum in te richten.

Bezienswaardigheden

Vanaf het Disz tér komt men aan de toegangspoort. Op het terrein van de Burcht is het museum van de Hongaarse Arbeidersbeweging, in vleugel A. Hier is aanschouwelijk weergegeven de geschiedenis van de Hongaarse industrie, de nijverheid, de mijnbouw en de daarmee samenhangende problemen vanaf de eerste helft van de 19e eeuw. In de vleugels B, C en D is de Hongaarse Nationale Galerie ondergebracht. Deze enorme zalen vormen de hoofdvleugels van het vroegere slot. Hier ziet men beeldhouwwerk, fresco's, altaarbeelden uit de romaanse en gotische periode en uit de renaissance. Ook de laatrenaissance en barok zijn er ruim vertegenwoordigd. In dit museum, met een rijke kunstverzameling en prachtige zalen, worden nog steeds stukken aan de verzameling toegevoegd.

In het zuiden worden de hooggelegen Burchtwijk en het Burchtpaleis omsloten door gerestaureerde, rond lopende middeleeuwse verdedigingsmuren. Ze worden onderbroken door torens, schietgaten en kantelen. Ook de gietijzeren kanonnen getuigen van weleer.