Hasselts: verschil tussen versies
Minus overdreven kader, gewoon normale manier |
Fix |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Link portaal|Nederlands}} |
{{Link portaal|Nederlands}} |
||
[[Bestand:Meuse-Rhenish-nl.png| |
[[Bestand:Meuse-Rhenish-nl.png|300px|thumb|Het Limburgs taallandschap: Het zuidelijk [[Maas-Rijnlands]]e (Limburgs-Nederrijnse) dialectcontinuüm]] |
||
Het '''Hasselts''' (plaatselijke naam ''Hessels'') is het [[stadsdialect]] dat van oudsher gesproken wordt door de inwoners van [[Hasselt (België)|Hasselt]]. Het dialect behoort overduidelijk tot de [[West-Limburgs|West-Limburgse]] dialecten, maar Hasselt ligt in de buurt van een aantal belangrijke [[isoglosse]]n die de geleidelijke overgang van [[Limburgs]] naar [[Brabants]] uitmaken. |
Het '''Hasselts''' (plaatselijke naam ''Hessels'') is het [[stadsdialect]] dat van oudsher gesproken wordt door de inwoners van [[Hasselt (België)|Hasselt]]. Het dialect behoort overduidelijk tot de [[West-Limburgs|West-Limburgse]] dialecten, maar Hasselt ligt in de buurt van een aantal belangrijke [[isoglosse]]n die de geleidelijke overgang van [[Limburgs]] naar [[Brabants]] uitmaken. |
||
Versie van 27 aug 2010 15:34
Het Hasselts (plaatselijke naam Hessels) is het stadsdialect dat van oudsher gesproken wordt door de inwoners van Hasselt. Het dialect behoort overduidelijk tot de West-Limburgse dialecten, maar Hasselt ligt in de buurt van een aantal belangrijke isoglossen die de geleidelijke overgang van Limburgs naar Brabants uitmaken.
Hasselt ligt pal ten westen van de Panninger zijlinie en de doe-gijlijn, wat inhoudt dat men in Hasselt dzjieë (een nevenvorm van gij) en niet doe zegt, en schóéën in plaats van sjoen ("mooi"). Ook ligt Hasselt ruim ten westen van de klinker-isoglossen tussen huis en hoes, tijd en tied, goed en good en niet en neet. Het Hasselts heeft dus steeds de eerste vormen, of varianten daarvan (ij wordt èè, ui wordt eû, vgl. Haags). Bovendien ligt Hasselt nog net in het Limburgs ontrondingsgebied: dörp ("dorp") wordt dèrrep, Luik wordt Lèèk. Tenslotte komt in het Hasselts h-deletie voor, zij het niet (meer) consequent.
Zoals bij alle Belgisch-Limburgse dialecten staat ook het gebruik van het Hasselts op de helling; dit dialect moet echter al langer concurreren met tongvallen uit de dorpen om Hasselt heen (wegens immigratie). Door deze invloed is het Hasselts de afgelopen vijftig jaar meer naar andere Limburgse dialecten toegegroeid[bron?].
Literatuur in het Hasselts dialect is schaars. In 1982 publiceerde Xavier Staelens een woordenboek van het Hasselts. De derde verbeterde druk van deze Dieksjenèèr van 't (H)essels dateert van 1989. Soms wordt de daar gehanteerde spelling als standaard aanvaard; algemeen echter vindt men die spelling te gecompliceerd en bovendien ongeschikt voor schrijfmachines en tekstverwerkers. Om aan die bezwaren tegemoet te komen heeft Marco Clerinx - met medewerking van Xavier Staelens zelf - sinds kort een leidraad voor de gemakkelijker schrijfbare "Vereenvoudigde spelling-Staelens" uitgewerkt.
Sedert enige tijd hebben alle straten van de Hasseltse binnenstad tweetalige straatnaamborden. De Hasseltse versie is gesteld in de bovengenoemde "Vereenvoudigde spelling-Staelens".
Een paar zinnen in het Hessels
- Iech stoan ni bè dieë jas
- Hieë zeûp de baan vanne ton aaf
- Aafblèèven of tréûn
- Dieë liek bè miech ènne beuveste lââj
- Da’s sop vir ènnen ezel z’n óéere te gejte
- Kiek ‘ns wèè fejer da dieë bouer ès èn z’ne kejel
- ’t Oaved ieëte ve boegëzekoeke
- Z’èt e miendsje wèè e poepekeetsje
- Vieë freekãteere dee minse ni
- “Un guidon”, da’s Frans, joeng, “ne” giedõ, da’s Essels!
- Moe ès m’ne fazzamẽ toch no téû?
- Dzje zèèt nog te lèè vir ouër póéeten op te hèffe
- Ejderen daag op tieën trèèn, da’s m’n dóéed
- Maa haa braa kaa
- Dieë goenk vrieger rond bè tappèète
- Koem èè, dzje krèg ’n spíékmedââjndzjel
- Slech karaktaar moe je doa lóép