Gerrit Uylenburgh: verschil tussen versies
k + en: |
k - typoo |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
Hij kwam in [[1671]] in opspraak toen hij dertien schilderijen aan [[Frederik Willem van Brandenburg|Frederik Willem]], de keurvorst van [[Brandenburg-Pruisen]], wilde verkopen. De collectie werd afgekeurd als vervalsingen en teruggestuurd. Van Uylenburg organiseerde daarop een contra-expertise. In totaal vroeg hij 35 schilders om uitspraak te doen over de echtheid van de schilderijen, waaronder [[Jan Lievens]], [[Melchior de Hondecoeter]], [[Gerbrand van den Eeckhout]] en [[Johannes Vermeer]]. |
Hij kwam in [[1671]] in opspraak toen hij dertien schilderijen aan [[Frederik Willem van Brandenburg|Frederik Willem]], de keurvorst van [[Brandenburg-Pruisen]], wilde verkopen. De collectie werd afgekeurd als vervalsingen en teruggestuurd. Van Uylenburg organiseerde daarop een contra-expertise. In totaal vroeg hij 35 schilders om uitspraak te doen over de echtheid van de schilderijen, waaronder [[Jan Lievens]], [[Melchior de Hondecoeter]], [[Gerbrand van den Eeckhout]] en [[Johannes Vermeer]]. |
||
In [[1675]] raakte van Uylenburgh in financiële problemen, mede door de [[Hollandse Oorlog|oorlog met Frankrijk]] en vallende kunstprijzen vanwege een te groot aanbod op de kunstmarkt, en mogelijk ook omdat zijn reputatie schade had opgelopen door de Brandenburgse zaak. Zijn bedrijf ging |
In [[1675]] raakte van Uylenburgh in financiële problemen, mede door de [[Hollandse Oorlog|oorlog met Frankrijk]] en vallende kunstprijzen vanwege een te groot aanbod op de kunstmarkt, en mogelijk ook omdat zijn reputatie schade had opgelopen door de Brandenburgse zaak. Zijn bedrijf ging failliet. |
||
In [[2006]], het [[Rembrandtjaar]], had het [[Rembrandthuis]] een tentoonstelling over de kunsthandel van vader en zoon Uylenburgh. De tentoonstelling was ook te zien in de [[Dulwich Picture Gallery]] in Londen. |
In [[2006]], het [[Rembrandtjaar]], had het [[Rembrandthuis]] een tentoonstelling over de kunsthandel van vader en zoon Uylenburgh. De tentoonstelling was ook te zien in de [[Dulwich Picture Gallery]] in Londen. |
Versie van 13 mei 2008 16:50
Gerrit van Uylenburgh (ca. 1625-1679), ook Gerrit Uylenburgh, was een Nederlandse kunsthandelaar. Zijn bedrijf speelde een sleutelrol in de kunstwereld van de Gouden Eeuw. Hij was de oudste zoon van Hendrick van Uylenburgh, zakenpartner (en aangetrouwde familie) van Rembrandt, en nam het succesvolle bedrijf van zijn vader over.
Midden 1650er jaren volgde hij zijn vader Hendrick van Uylenburgh op. Net als zijn vader nam hij jonge veelbelovende schilders in dienst, onder wie Hendrick Fromantiou en Gerard de Lairesse. Hij breidde het bedrijf internationaal uit en handelde naast Nederlandse kunst ook veel in Italiaanse meesters en klassieke beeldhouwwerken. De Engelse hofschilder Peter Lely trad op als zijn agent in Londen.
Hij kwam in 1671 in opspraak toen hij dertien schilderijen aan Frederik Willem, de keurvorst van Brandenburg-Pruisen, wilde verkopen. De collectie werd afgekeurd als vervalsingen en teruggestuurd. Van Uylenburg organiseerde daarop een contra-expertise. In totaal vroeg hij 35 schilders om uitspraak te doen over de echtheid van de schilderijen, waaronder Jan Lievens, Melchior de Hondecoeter, Gerbrand van den Eeckhout en Johannes Vermeer.
In 1675 raakte van Uylenburgh in financiële problemen, mede door de oorlog met Frankrijk en vallende kunstprijzen vanwege een te groot aanbod op de kunstmarkt, en mogelijk ook omdat zijn reputatie schade had opgelopen door de Brandenburgse zaak. Zijn bedrijf ging failliet.
In 2006, het Rembrandtjaar, had het Rembrandthuis een tentoonstelling over de kunsthandel van vader en zoon Uylenburgh. De tentoonstelling was ook te zien in de Dulwich Picture Gallery in Londen.
Bronnen
- Rembrandthuis
- Telegraph.co.uk (Engels)