Constructieleer: verschil tussen versies
k Botverzoeken: 1 link gearchiveerd, toevoegen archieflinks en vervangen http:// door https:// |
|||
(10 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[ |
[[Bestand:Tour Eiffel, July 1888.jpg|thumb|Bouw van de Eiffeltoren in juli 1888]] |
||
'''Constructieleer''' is de wetenschap van het technisch ontwerpen en doorrekenen van [[constructie]]s, zoals [[Brug (bouwwerk)|bruggen]], [[gebouw]]en, [[machine]]s, [[Schip (transportmiddel)|schepen]] en [[vliegtuig]]en. |
'''Constructieleer''' is de [[technische wetenschappen|wetenschap]] van het technisch ontwerpen en doorrekenen van [[constructie]]s, zoals [[Brug (bouwwerk)|bruggen]], [[gebouw]]en, [[machine]]s, [[Schip (transportmiddel)|schepen]] en [[vliegtuig]]en. |
||
De constructieleer vormt een onderdeel van verschillende ingenieur-disciplines, zoals [[bouwkunde]], [[civiele techniek]], luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, [[maritieme bouwkunde]] |
De constructieleer vormt een onderdeel van verschillende ingenieur-disciplines, zoals de [[bouwkunde]], [[civiele techniek]], luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, [[maritieme bouwkunde]] en de [[werktuigbouwkunde]]. [[Constructieprincipes]] en [[sterkteleer]] zijn onderdelen van de constructieleer. |
||
== Geschiedenis == |
== Geschiedenis == |
||
De [[historiografie|geschiedschrijving]] van de constructiebouw werd reeds in de [[oudheid]] beoefend, naast praktische bouwhandboeken. De moderne constructieleer als wetenschap van het ontwerpen, doorrekenen en bouwen van constructies dateert uit de eerste helft van de 19e eeuw. In deze tijd werd de constructieleer ook onderdeel van het curriculum<ref>[https://books.google.nl/books?id=_WhfAAAAcAAJ&pg=PA367 Handboek der schoone bouwkunst], 1841. p 367</ref> en werden de eerste leerboeken gepubliceerd.<ref>[[Wilhelm Adam]]. [https://books.google.nl/books?id=83xaAAAAcAAJ Geometrische Constructie-leer en Algebraïsche Geometrie], 1866. vertaald door B. van Bruggen</ref> |
De [[historiografie|geschiedschrijving]] van de constructiebouw werd reeds in de [[oudheid]] beoefend, naast praktische bouwhandboeken. De moderne constructieleer als wetenschap van het ontwerpen, doorrekenen en bouwen van constructies dateert uit de eerste helft van de 19e eeuw. In deze tijd werd de constructieleer ook onderdeel van het curriculum<ref>[https://books.google.nl/books?id=_WhfAAAAcAAJ&pg=PA367 Handboek der schoone bouwkunst], 1841. p 367. [https://web.archive.org/web/20230618075205/https://books.google.nl/books?id=_WhfAAAAcAAJ&pg=PA367 Gearchiveerd] op 18 juni 2023.</ref> en werden de eerste leerboeken gepubliceerd.<ref>[[Wilhelm Adam]]. [https://books.google.nl/books?id=83xaAAAAcAAJ Geometrische Constructie-leer en Algebraïsche Geometrie], 1866. vertaald door B. van Bruggen. [https://web.archive.org/web/20220410045504/https://books.google.nl/books?id=83xaAAAAcAAJ Gearchiveerd] op 10 april 2022.</ref> |
||
De moderne constructieleer heeft zijn wortels in de antieke architectuurbeschouwing van |
De moderne constructieleer heeft zijn wortels in de antieke architectuurbeschouwing van [[Vitruvius (architect)|Vitruvius]], in de [[meetkunde]], de [[mechanica]], de [[elasticiteitsleer]] en in de [[technologie|technologische]] beschouwingen van [[Johann Beckmann]]. |
||
Sinds de oprichting van de [[Technische Universiteit Delft|Technische Hogeschool te Delft]] |
Sinds de oprichting van de [[Technische Universiteit Delft|Technische Hogeschool te Delft]] maakte de constructieleer er deel uit van het curriculum, aan de [[faculteit (onderwijs)|faculteit]] van de [[bouwkunde]]. Het vak werd al eerder aan de [[Polytechnische School]], de voorloper van de Technische Hogeschool, onderwezen. |
||
{{Citaat|De werktuigbouwkunde is in de algemeene werktuigkunde, wat de constructieleer is in de bouwkunde, met dit verschil echter, dat in de bouwkunde constructie en distributie dikwijls afzonderlijk worden behandeld, terwijl in de werktuigbouwkunde, constructie en distributie onmogelijk kunnen gescheiden worden.|[[Adrien Huet]], 1880<ref>[[Adrien Huet]]. De Delftsche Akademie en de Polytechnische School. p 87</ref>}} |
{{Citaat|De werktuigbouwkunde is in de algemeene werktuigkunde, wat de constructieleer is in de bouwkunde, met dit verschil echter, dat in de bouwkunde constructie en distributie dikwijls afzonderlijk worden behandeld, terwijl in de werktuigbouwkunde, constructie en distributie onmogelijk kunnen gescheiden worden.|[[Adrien Huet]], 1880<ref>[[Adrien Huet]]. De Delftsche Akademie en de Polytechnische School. p 87</ref>}} |
||
Al in die tijd was het vak niet onbetwist. |
Al in die tijd was het vak niet onbetwist. |
||
{{Citaat|Het onderwijs in de constructieleer is bedoeld te loopen zooveel mogelijk over het hoe en zoo weinig mogelijk over het waarom.|Maatschappij-Belangen, 1908<ref>Maatschappij-Belangen, 1908. p 212</ref>}} |
{{Citaat|Het onderwijs in de constructieleer is bedoeld te loopen zooveel mogelijk over het hoe en zoo weinig mogelijk over het waarom.|Maatschappij-Belangen, 1908<ref>Maatschappij-Belangen, 1908. p 212</ref>}} |
||
Door de snelle [[technologie|technologische]] ontwikkelingen in de eerste helft van de twintigste eeuw zijn binnen de [[technische wetenschappen]] gespecialiseerde [[vakwetenschap| |
Door de snelle [[technologie|technologische]] ontwikkelingen in de eerste helft van de twintigste eeuw zijn binnen de [[technische wetenschappen]] gespecialiseerde [[vakwetenschap|vakdisciplines]] ontstaan, ieder met een eigen theorie en praktijk en eigen normen en standaarden. De eerste gespecialiseerde [[leerstoel]] was van Henry Tino Zwiers, in 1938 aangesteld als hoogleraar constructieleer. Negen jaar eerder was [[Peter Landberg]] aangesteld als hoogleraar mechanische technologie en constructie der gereedschapswerktuigen.<ref>G Jensma en H de Vries. Veranderingen in het hoger onderwijs in Nederland tussen 1815 en 1940, 1997. p 359-61</ref> |
||
== Hoogleraren constructieleer == |
== Hoogleraren constructieleer == |
||
* J. Arbocz, vanaf 1976 hoogleraar constructieleer aan de TU Delft |
* J. Arbocz, vanaf 1976 hoogleraar constructieleer aan de TU Delft<ref>[[Technische Universiteit Delft|TU Delft]] Delta. [https://www.delta.tudelft.nl/article/profdr-j-arbocz Prof.dr. J. Arbocz], 2 mei 1996. [https://web.archive.org/web/20220410045500/https://www.delta.tudelft.nl/article/profdr-j-arbocz Gearchiveerd] op 10 april 2022.</ref> |
||
* A. de Heer, |
* A. de Heer, van 1947 tot 1971 hoogleraar bouwconstructies aan de Technische Hogeschool te Delft<ref>[[Bouwkundig Weekblad]], 1960. 78, p 142</ref> |
||
* H. van den Kroonenberg (1933-1996), hoogleraar ontwerp en constructieleer aan de Universiteit Twente, en rector magnificus aldaar in 1979-1982 en 1985-1988 |
* H. van den Kroonenberg (1933-1996), hoogleraar ontwerp en constructieleer aan de Universiteit Twente, en rector magnificus aldaar in 1979-1982 en 1985-1988<ref>[[Universiteit Twente]]. [https://www.utwente.nl/nl/ufonds/prijzen-en-beurzen/Prijzen/Wie-is-Van-den-Kroonenberg/ Wie is Van den Kroonenberg], 2018.</ref> |
||
* [[Jannis Pieter Mazure|J.P. Mazure]], van 1960 tot zijn afscheid op 31 mei 1968 |
* [[Jannis Pieter Mazure|J.P. Mazure]], van 1960 tot zijn afscheid op 31 mei 1968<ref>J.P. Mazure voor de TH Delft. ''Levensduur in snel veranderende tijden'', 1968. Afscheidscollege gehouden op 31 mei 1968 vanwege zijn afscheid als hoogleraar bouwconstructies</ref> hoogleraar in de bouwconstructie aan de TH in Delft, humanist en lid van de Eerste Kamer voor de Partij van de Arbeid<ref>[[Provinciale Zeeuwse Courant]], 4 juli 1960, p 9</ref> |
||
* J. Vambersky, hoogleraar van 1988-2010 in de constructies van gebouwen aan de faculteit civiele techniek en geowetenschappen aan de TU Delft |
* J. Vambersky, hoogleraar van 1988-2010 in de constructies van gebouwen aan de faculteit civiele techniek en geowetenschappen aan de TU Delft<ref>cementonline.nl. [https://www.cementonline.nl/vambersky-neemt-afscheid Vambersky neemt afscheid], 15 april 2010. [https://web.archive.org/web/20220410045504/https://www.cementonline.nl/vambersky-neemt-afscheid Gearchiveerd] op 10 april 2022.</ref> |
||
* L. Wagemans, emeritus hoogleraar algemene constructieleer aan de TU Delft |
* L. Wagemans, emeritus hoogleraar algemene constructieleer aan de TU Delft<ref>TU Delft Delta. [https://www.delta.tudelft.nl/article/meer-vrije-keuze-en-meer-interactie Meer vrije keuze en meer interactie], 7 juni 2001. [https://web.archive.org/web/20220410045500/https://www.delta.tudelft.nl/article/meer-vrije-keuze-en-meer-interactie Gearchiveerd] op 10 april 2022.</ref> |
||
{{Appendix||2= |
{{Appendix||2= |
Huidige versie van 18 jun 2023 om 08:52
Constructieleer is de wetenschap van het technisch ontwerpen en doorrekenen van constructies, zoals bruggen, gebouwen, machines, schepen en vliegtuigen.
De constructieleer vormt een onderdeel van verschillende ingenieur-disciplines, zoals de bouwkunde, civiele techniek, luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, maritieme bouwkunde en de werktuigbouwkunde. Constructieprincipes en sterkteleer zijn onderdelen van de constructieleer.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]De geschiedschrijving van de constructiebouw werd reeds in de oudheid beoefend, naast praktische bouwhandboeken. De moderne constructieleer als wetenschap van het ontwerpen, doorrekenen en bouwen van constructies dateert uit de eerste helft van de 19e eeuw. In deze tijd werd de constructieleer ook onderdeel van het curriculum[1] en werden de eerste leerboeken gepubliceerd.[2]
De moderne constructieleer heeft zijn wortels in de antieke architectuurbeschouwing van Vitruvius, in de meetkunde, de mechanica, de elasticiteitsleer en in de technologische beschouwingen van Johann Beckmann.
Sinds de oprichting van de Technische Hogeschool te Delft maakte de constructieleer er deel uit van het curriculum, aan de faculteit van de bouwkunde. Het vak werd al eerder aan de Polytechnische School, de voorloper van de Technische Hogeschool, onderwezen.
De werktuigbouwkunde is in de algemeene werktuigkunde, wat de constructieleer is in de bouwkunde, met dit verschil echter, dat in de bouwkunde constructie en distributie dikwijls afzonderlijk worden behandeld, terwijl in de werktuigbouwkunde, constructie en distributie onmogelijk kunnen gescheiden worden.
— Adrien Huet, 1880[3]
Al in die tijd was het vak niet onbetwist.
Het onderwijs in de constructieleer is bedoeld te loopen zooveel mogelijk over het hoe en zoo weinig mogelijk over het waarom.
— Maatschappij-Belangen, 1908[4]
Door de snelle technologische ontwikkelingen in de eerste helft van de twintigste eeuw zijn binnen de technische wetenschappen gespecialiseerde vakdisciplines ontstaan, ieder met een eigen theorie en praktijk en eigen normen en standaarden. De eerste gespecialiseerde leerstoel was van Henry Tino Zwiers, in 1938 aangesteld als hoogleraar constructieleer. Negen jaar eerder was Peter Landberg aangesteld als hoogleraar mechanische technologie en constructie der gereedschapswerktuigen.[5]
Hoogleraren constructieleer
[bewerken | brontekst bewerken]- J. Arbocz, vanaf 1976 hoogleraar constructieleer aan de TU Delft[6]
- A. de Heer, van 1947 tot 1971 hoogleraar bouwconstructies aan de Technische Hogeschool te Delft[7]
- H. van den Kroonenberg (1933-1996), hoogleraar ontwerp en constructieleer aan de Universiteit Twente, en rector magnificus aldaar in 1979-1982 en 1985-1988[8]
- J.P. Mazure, van 1960 tot zijn afscheid op 31 mei 1968[9] hoogleraar in de bouwconstructie aan de TH in Delft, humanist en lid van de Eerste Kamer voor de Partij van de Arbeid[10]
- J. Vambersky, hoogleraar van 1988-2010 in de constructies van gebouwen aan de faculteit civiele techniek en geowetenschappen aan de TU Delft[11]
- L. Wagemans, emeritus hoogleraar algemene constructieleer aan de TU Delft[12]
- literatuur
- L.A. de Bruijn. Constructieleer voor de werktuigbouw: leerboek voor het Uitgebreid Technisch Onderwijs. Staalconstructies. Deel 4, 1960.
- S. Hengst. Constructieleer: Inleiding maritieme techniek. Deel 1, 1987.
- J. Oosterhoff. Kracht+ vorm: inleiding in de constructieleer van bouwwerken, 2013. ISBN 9789072830937
- voetnoten
- ↑ Handboek der schoone bouwkunst, 1841. p 367. Gearchiveerd op 18 juni 2023.
- ↑ Wilhelm Adam. Geometrische Constructie-leer en Algebraïsche Geometrie, 1866. vertaald door B. van Bruggen. Gearchiveerd op 10 april 2022.
- ↑ Adrien Huet. De Delftsche Akademie en de Polytechnische School. p 87
- ↑ Maatschappij-Belangen, 1908. p 212
- ↑ G Jensma en H de Vries. Veranderingen in het hoger onderwijs in Nederland tussen 1815 en 1940, 1997. p 359-61
- ↑ TU Delft Delta. Prof.dr. J. Arbocz, 2 mei 1996. Gearchiveerd op 10 april 2022.
- ↑ Bouwkundig Weekblad, 1960. 78, p 142
- ↑ Universiteit Twente. Wie is Van den Kroonenberg, 2018.
- ↑ J.P. Mazure voor de TH Delft. Levensduur in snel veranderende tijden, 1968. Afscheidscollege gehouden op 31 mei 1968 vanwege zijn afscheid als hoogleraar bouwconstructies
- ↑ Provinciale Zeeuwse Courant, 4 juli 1960, p 9
- ↑ cementonline.nl. Vambersky neemt afscheid, 15 april 2010. Gearchiveerd op 10 april 2022.
- ↑ TU Delft Delta. Meer vrije keuze en meer interactie, 7 juni 2001. Gearchiveerd op 10 april 2022.