Naar inhoud springen

Berm (strook): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
woord vergeten weg te halen bij mooie verbeteringen
 
(40 tussenliggende versies door 22 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Image:Alopecurus pratensis Grote vossenstaart in berm.jpg|thumb|260px|Slootberm langs fietspad]]
[[Bestand:Alopecurus pratensis Grote vossenstaart in berm.jpg|thumb|Slootberm langs fietspad]]
Een '''berm''' is een strook grond langs een [[weg]], die meestal jaarlijks eenmaal of enkele malen wordt gemaaid en die begroeid is met [[Gras (term)|grasachtige]] en [[kruidachtig]]e planten. Vaak zijn bermen ook beplant met bomen, we spreken dan van een [[laan (weg)|laan]] of een allee (met een dubbele rij bomen aan weerszijden). Ook is de berm soms verhard met behulp van [[grasbeton]]blokken.
Een '''berm''' is een strook grond langs een [[weg]], meestal met [[grassenfamilie|gras]] beplant.


Een [[middenberm]] is meestal aanwezig bij [[autosnelweg]]en om de [[rijbaan|rijbanen]] van elkaar te scheiden.
==Functies==
Bermen hebben twee hoofdfuncties en aantal nevenfuncties. De eerste hoofdfunctie is een wegenbouwkundige functie. Een berm geeft steun aan het weglichaam en dient als reserveruimte voor een eventuele verbreding van de weg. De tweede hoofdfunctie is de [[verkeerskunde|verkeerskundige]] functie. Een berm biedt plaats voor [[straatmeubilair]], zoals:, [[Grasbeton]] reflectorpaaltjes, bewegwijzering enzovoort. Een berm is verkeersgeleidend en dient als uitwijkplaats in noodgevallen. Ook is deze soms verhard met behulp van [[grasbeton]]blokken. Een [[middenberm]] is meestal aanwezig bij [[autosnelweg]]en om de [[rijbaan|rijbanen]] van elkaar te scheiden. Een berm kan verder dienen als opslagplaats voor materiaal en materieel bij werkzaamheden, zodat deze niet extra [[verkeer]]sbelemmerend zijn.


== Geschiedenis ==
Een berm heeft nog een aantal andere [[civiele techniek|civieltechnische]] nevenfuncties, zoals plaats voor het ingraven van [[elektriciteitsleiding|kabels]] en [[pijpleiding|leidingen]]. Een berm kan in sommige gevallen dienst doen als waterkerende [[kade]] en een berm dient voor de buffering en het afvoeren van regenwater.
Vroeger verplaatsten mensen zich voornamelijk over smalle voetpaden en [[onverharde weg]]en door het landschap. In bepaalde [[heide (vegetatie)|heideterreinen]] kan men nog prehistorische paden ontdekken die door het veelvuldig gebruik zijn uitgestoven en zodoende een golvend patroon veroorzaken. In natte stukken of [[veen (grondsoort)|veengebieden]] werden de paden verhoogd of werden [[knuppelpad]]en aangelegd. Langs paden door bosrijke gebieden werden de bomen en struiken teruggedrongen en zo ontstonden de eerste bermen.


Brede, met bomen beplante bermen ontstonden in het [[hertogdom Brabant]] in de [[Ancien régime|feodale tijd]]. Toen er vergaande [[ontbossing]] dreigde als gevolg van een te groot houtverbruik stelde de hertog van Brabant het [[voorpootrecht]] in. Dit hield in dat de eigenaar van een perceel dat grensde aan een openbare weg, bomen mocht planten op de wegberm voor zijn perceel. Omdat in de loop der eeuwen steeds meer dorpen het voorpootrecht verkregen, telde Brabant ten slotte veel wegen met brede bermen die beplant waren met bomen. Het 'populierenlandschap' in de [[meierij 's-Hertogenbosch]] dankt zijn ontstaan aan deze ontwikkeling.
Bermen hebben naast deze technische functies nog een aantal overige functies. Bermen worden gebruikt voor de harmonieuze inpassing van wegen in het landschap. Een goed ontwikkelde berm, met alle verschillende bloemen en planten zorgt voor een hoge belevingswaarde. De belevingswaarde is niet alleen hoog voor de recreant, maar ook voor de [[auto]]mobilist en zijn passagiers.


In Zeeland bestaat ook het recht tot beplanting van wegen. Dat is een oud [[zakelijk recht]] dat de eigenaar ervan toe staat bomen en andere beplantingen te hebben op een berm die eigendom is van een ander. Het recht hangt samen met het recht van [[Etting (recht)|etting]] (een weiderecht), maar moet onderscheiden worden van het voorpootrecht, dat een andere oorsprong en inhoud heeft.<ref>F.C.J. Ketelaar, "Oude zakelijke rechten, vroeger, nu en in de toekomst", Universitaire Pers Leiden, Tjeenk Willink 1978, p. 155 en 169</ref>
Naast al deze functies voor de mens hebben bermen ook nog een belangrijke functie voor de flora en fauna. Door de intensieve [[bemesting]] in de [[landbouw]] zijn veel planten, die van een voedselarm milieu houden, veel zeldzamer geworden, hierdoor zijn er zelfs een aantal soorten zo zeldzaam geworden dat ze extra bescherming vragen ([[rode lijst]]soorten). Een voedselarme berm is dan vaak de laatste plaats waar deze soorten zich kunnen handhaven. Circa de helft van de ongeveer 1450 Nederlandse plantensoorten komen in wegbermen voor, 15% van de soorten in de berm staan op de rode lijst. Een berm kan ook een goede [[verbindingszone]] zijn voor [[fauna (dierenleven)|fauna]], een berm kan een verbinding vormen tussen het voedselgebied en het leefgebied en/of het overwinteringsgebied en het voortplantingsgebied van dieren. Lintvormige beplantingen, zoals bermen hebben ook voor fauna een begeleidende functie. Als een ecologisch beheerde berm binnen de [[Ecologische Hoofdstructuur]] (EHS) ligt, kan deze een toegevoegde waarde hebben.


Naarmate de bevolkingsdichtheid toenam, werd het op paden en wegen drukker. In de jaren 1830 begon de overheid met het verharden van de wegen, eerst de rijks- en [[provinciale weg]]en, later ook gemeentelijke wegen. In die tijd is men ook overgegaan tot het planmatig inrichten van bermen. Het onderhoud van de bermen gebeurde door agrariërs: het vee graasde in de bermen of de bermen werden [[maaien|gemaaid]] waarna het maaisel aan het vee werd gevoerd.
==Geschiedenis==
Vroeger verplaatsten mensen zich vaak over smalle paden door het landschap. In bepaalde [[heide (vegetatie)|heideterreinen]] kan men nog prehistorische paden ontdekken die door het veelvuldig gebruik zijn uitgestorven en zodoende een golvend patroon veroorzaken. In natte stukken of [[veen (grondsoort)|veengebieden]] werden de paden verhoogd of werden [[knuppelpad]]en aangelegd. Langs paden door bosrijke gebieden werden de bomen en struiken teruggedrongen en zo ontstonden de eerste bermen.


Na de jaren 1950 werd de kwaliteit van het maaisel niet meer gewaardeerd door de agrariërs. Bovendien werd, door toename van het aantal wegen en dus bermen, het kleinschalige beheer door agrariërs economisch onaantrekkelijk. Voor het onderhoud werd toen overgegaan tot [[Klepelmaaier|klepelen]]. Dat gebeurde zeven tot twaalf keer per jaar wat zorgde voor eenzijdige begroeiing. In deze tijd werden de Nederlanders ook [[Vervoer|mobieler]], het zogenaamde [[bermtoerisme]] ontstond. Hele gezinnen trokken eropuit om in de berm te [[picknick]]en. In de jaren 1970 pleitte professor [[Piet Zonderwijk]], van de [[Universiteit van Wageningen]], voor het maken van 'bonte bermen'.<ref>P. Zonderwijk, 1979. ''De bonte berm. De rijke flora en fauna langs onze wegen''. Zomer & Keuning, Ede. 160 p.</ref> Halverwege de jaren 1970 werd het ecologisch beheren van bermen langs rijkswegen en uiteindelijk ook andere wegen staand beleid.
Naarmate de bevolkingsdichtheid en het aantal verplaatsingen toenamen werd het op de paden drukker. In de jaren '30 van de vorige eeuw is men begonnen met het verharden van de wegen. Eerst de rijks- en [[provinciale weg]]en, daarna pas de gemeentelijke wegen. In die tijd is ook begonnen met het aanleggen van bermen. Het onderhoud van de bermen gebeurde door agrariërs. Het vee graasde in de bermen en/of het [[maaien|maaisel]] werd als veevoer aan het vee gegeven.


== Functies ==
In de jaren '50 werd de kwaliteit van het maaisel niet meer gewaardeerd door de agrariërs. De toename van het aantal wegen en dus ook de bermen, maakten het kleinschalige beheer door agrariërs niet meer mogelijk. Om de bermen toch te onderhouden werden deze zeven tot zelfs twaalf keer [[Maaien#Berm|geklepeld]]. In deze tijd werden de Nederlanders ook [[mobiliteit|mobieler]], het zogenaamde [[bermtoerisme]] ontstond. Hele gezinnen trokken eropuit om in de berm te [[picknick]]en. In de jaren zestig pleitte professor [[Piet Zonderwijk]] (verbonden aan de Universiteit van Wageningen) voor het maken van 'bonte bermen'. Halverwege de jaren zeventig werd het ecologisch beheren van bermen langs rijkswegen beleid.
De hoofdfunctie van een moderne berm is de wegenbouwkundige functie. Een berm geeft steun aan het weglichaam en dient als reserveruimte voor een eventuele verbreding van de weg. De tweede functie is de [[verkeerskunde|verkeerskundige]] functie. Een berm biedt plaats voor [[straatmeubilair]], zoals reflectorpaaltjes, bewegwijzering. Om het wegmeubilair zichtbaar te houden moet er regelmatig worden [[Maaien|gemaaid]]. Een berm is verkeersgeleidend en dient als uitwijkplaats in noodgevallen. Een berm kan verder dienen als opslagplaats voor materiaal en materieel bij werkzaamheden, zodat deze niet extra [[verkeer]]sbelemmerend zijn. Daarnaast zijn er [[civiele techniek|civieltechnische]] [[nevenfunctie]]s, zoals plaats bieden aan het ingraven van [[elektriciteitsleiding|kabels]] en [[pijpleiding|leidingen]]. Een berm kan in sommige gevallen dienstdoen als waterkerende [[kade]] en een berm dient voor de buffering en het afvoeren van regenwater met de daarin meegevoerde stoffen.


Bermen worden gebruikt voor een harmonieuze inpassing van wegen in het landschap. Een goed ontwikkelde berm, met een begroeiing van bomen en een diversiteit aan andere planten zorgt voor een positieve belevingswaarde. Niet alleen voor een wandelende of fietsende recreant, maar ook voor een automobilist en zijn passagiers.<ref>''Nederland van de weg af gezien''. Shell Nederland verkoopmaatschappij B.V., Rotterdam, 1979. 120 p.</ref>
==Zie ook==
*[[Bermtoerisme]]
*[[Ecologie]]
*[[Indicatorplanten]]


== Milieu ==
[[Categorie:Weginfrastructuur]]
[[Bestand:Spoorwegberm - 30461 - onroerenderfgoed.jpg|thumb|Oude spoorwegbedding ''[[Frontzate]]'']]
[[Categorie:Wegbouwkunde]]
Bermen zijn van belang voor [[flora en fauna]]. Door de intensieve [[bemesting]] in de [[landbouw]] zijn veel planten, die van een voedselarm milieu houden, zeldzaam geworden, een aantal soorten zo zeldzaam geworden dat extra bescherming noodzakelijk is ([[rode lijst]]soorten). Een voedselarme berm is vaak de laatste plaats waar deze soorten zich kunnen handhaven. Circa de helft van de ongeveer 1450 Nederlandse plantensoorten komen in wegbermen voor, 15% van deze soorten in staan op de rode lijst.


Lintvormige beplantingen, zoals bermen, hebben voor veel dieren een geleidende functie. Een berm kan de verbindingszone vormen tussen het voedselgebied en het leefgebied en/of het overwinteringsgebied en het voortplantingsgebied van dieren. Als een ecologisch beheerde berm binnen de [[Natuurnetwerk Nederland|ecologische hoofdstructuur]] ligt, kan deze daar van belangrijke toegevoegde waarde zijn.
[[da:Berme]]

[[de:Straßenquerschnitt#Bankett]]
Ook voor [[paddenstoel (schimmel)|paddenstoelen]] vervullen bermen een belangrijke functie, met name als ze met bomen beplant zijn. De bomen nemen voedingstoffen op uit de bodem die met de bladeren in de herfst grotendeels weer wegwaaien waardoor de bodem een beetje verarmt. Door jaarlijks maaien en afvoeren van de vegetatie wordt dit proces van bodemverarming nog versterkt. Hierdoor bieden bermen een toevluchtsoord voor stikstofgevoelige soorten, die vanaf de jaren 1960 door [[stikstofdepositie]] uit de atmosfeer sterk achteruit zijn gegaan.<ref>[http://www.natuurbericht.nl/?id=12957 Natuurbericht: '' Beheer van laan- en wegbermen voor bedreigde paddenstoelen''.]</ref> Een goed bermbeheer is cruciaal voor deze paddenstoelen. Verschralingsbeheer door maaien en afvoeren is goed voor de natuur en voor de verkeersveiligheid.<ref>[http://www.mycologen.nl/downloads/Brochure_Wegbermen_2014.pdf Nederlandse Mycologische Vereniging, 2014. ''Wegbermen, lanen & parken. Toevluchtsoord voor paddenstoelen''. Brochure]</ref>
[[en:Berm]]

[[et:Berm]]
=== Voorbeeld ===
[[eu:Berma]]
Wanneer het maaibeheer van bermen op een [[Ecologie|ecologische]] manier wordt uitgevoerd, kunnen bermen een belangrijke bijdrage leveren aan de [[biodiversiteit]]. Zo bleken in 2020 na twintig jaar ecologisch beheer langs de [[R0 (België)|Brusselse Ring]] negen plantensoorten uit de [[Vlaamse Rode Lijst (planten)|Vlaamse Rode Lijst]] te staan, waaronder vijf soorten [[Orchideae|orchideeën]].<ref>{{Citeer web |url=https://www.natuurpunt.be/nieuws/florissant-resultaat-van-20-jaar-bermbeheer-langs-de-brusselse-ring-20211207 |archiefurl =https://web.archive.org/web/20211208185820/https://www.natuurpunt.be/nieuws/florissant-resultaat-van-20-jaar-bermbeheer-langs-de-brusselse-ring-20211207 | archiefdatum =8 december 2021 |titel= Florissant resultaat van 20 jaar bermbeheer langs de Brusselse ring|auteur= |uitgever=[[Natuurpunt]] |datum=7 december 2021 |bezochtdatum= }}</ref>
[[ja:犬走り]]

[[nds-nl:Baarm]]
== Zie ook ==
[[uk:Берма]]
*[[Indicatorplant]]en

{{Appendix}}
{{Navigatie landschapselementen}}

[[Categorie:Weg]]
[[Categorie:Weginfrastructuur]]
[[Categorie:Wegenbouwkunde]]

Huidige versie van 1 mrt 2023 om 13:05

Slootberm langs fietspad

Een berm is een strook grond langs een weg, die meestal jaarlijks eenmaal of enkele malen wordt gemaaid en die begroeid is met grasachtige en kruidachtige planten. Vaak zijn bermen ook beplant met bomen, we spreken dan van een laan of een allee (met een dubbele rij bomen aan weerszijden). Ook is de berm soms verhard met behulp van grasbetonblokken.

Een middenberm is meestal aanwezig bij autosnelwegen om de rijbanen van elkaar te scheiden.

Vroeger verplaatsten mensen zich voornamelijk over smalle voetpaden en onverharde wegen door het landschap. In bepaalde heideterreinen kan men nog prehistorische paden ontdekken die door het veelvuldig gebruik zijn uitgestoven en zodoende een golvend patroon veroorzaken. In natte stukken of veengebieden werden de paden verhoogd of werden knuppelpaden aangelegd. Langs paden door bosrijke gebieden werden de bomen en struiken teruggedrongen en zo ontstonden de eerste bermen.

Brede, met bomen beplante bermen ontstonden in het hertogdom Brabant in de feodale tijd. Toen er vergaande ontbossing dreigde als gevolg van een te groot houtverbruik stelde de hertog van Brabant het voorpootrecht in. Dit hield in dat de eigenaar van een perceel dat grensde aan een openbare weg, bomen mocht planten op de wegberm voor zijn perceel. Omdat in de loop der eeuwen steeds meer dorpen het voorpootrecht verkregen, telde Brabant ten slotte veel wegen met brede bermen die beplant waren met bomen. Het 'populierenlandschap' in de meierij 's-Hertogenbosch dankt zijn ontstaan aan deze ontwikkeling.

In Zeeland bestaat ook het recht tot beplanting van wegen. Dat is een oud zakelijk recht dat de eigenaar ervan toe staat bomen en andere beplantingen te hebben op een berm die eigendom is van een ander. Het recht hangt samen met het recht van etting (een weiderecht), maar moet onderscheiden worden van het voorpootrecht, dat een andere oorsprong en inhoud heeft.[1]

Naarmate de bevolkingsdichtheid toenam, werd het op paden en wegen drukker. In de jaren 1830 begon de overheid met het verharden van de wegen, eerst de rijks- en provinciale wegen, later ook gemeentelijke wegen. In die tijd is men ook overgegaan tot het planmatig inrichten van bermen. Het onderhoud van de bermen gebeurde door agrariërs: het vee graasde in de bermen of de bermen werden gemaaid waarna het maaisel aan het vee werd gevoerd.

Na de jaren 1950 werd de kwaliteit van het maaisel niet meer gewaardeerd door de agrariërs. Bovendien werd, door toename van het aantal wegen en dus bermen, het kleinschalige beheer door agrariërs economisch onaantrekkelijk. Voor het onderhoud werd toen overgegaan tot klepelen. Dat gebeurde zeven tot twaalf keer per jaar wat zorgde voor eenzijdige begroeiing. In deze tijd werden de Nederlanders ook mobieler, het zogenaamde bermtoerisme ontstond. Hele gezinnen trokken eropuit om in de berm te picknicken. In de jaren 1970 pleitte professor Piet Zonderwijk, van de Universiteit van Wageningen, voor het maken van 'bonte bermen'.[2] Halverwege de jaren 1970 werd het ecologisch beheren van bermen langs rijkswegen en uiteindelijk ook andere wegen staand beleid.

De hoofdfunctie van een moderne berm is de wegenbouwkundige functie. Een berm geeft steun aan het weglichaam en dient als reserveruimte voor een eventuele verbreding van de weg. De tweede functie is de verkeerskundige functie. Een berm biedt plaats voor straatmeubilair, zoals reflectorpaaltjes, bewegwijzering. Om het wegmeubilair zichtbaar te houden moet er regelmatig worden gemaaid. Een berm is verkeersgeleidend en dient als uitwijkplaats in noodgevallen. Een berm kan verder dienen als opslagplaats voor materiaal en materieel bij werkzaamheden, zodat deze niet extra verkeersbelemmerend zijn. Daarnaast zijn er civieltechnische nevenfuncties, zoals plaats bieden aan het ingraven van kabels en leidingen. Een berm kan in sommige gevallen dienstdoen als waterkerende kade en een berm dient voor de buffering en het afvoeren van regenwater met de daarin meegevoerde stoffen.

Bermen worden gebruikt voor een harmonieuze inpassing van wegen in het landschap. Een goed ontwikkelde berm, met een begroeiing van bomen en een diversiteit aan andere planten zorgt voor een positieve belevingswaarde. Niet alleen voor een wandelende of fietsende recreant, maar ook voor een automobilist en zijn passagiers.[3]

Oude spoorwegbedding Frontzate

Bermen zijn van belang voor flora en fauna. Door de intensieve bemesting in de landbouw zijn veel planten, die van een voedselarm milieu houden, zeldzaam geworden, een aantal soorten zo zeldzaam geworden dat extra bescherming noodzakelijk is (rode lijstsoorten). Een voedselarme berm is vaak de laatste plaats waar deze soorten zich kunnen handhaven. Circa de helft van de ongeveer 1450 Nederlandse plantensoorten komen in wegbermen voor, 15% van deze soorten in staan op de rode lijst.

Lintvormige beplantingen, zoals bermen, hebben voor veel dieren een geleidende functie. Een berm kan de verbindingszone vormen tussen het voedselgebied en het leefgebied en/of het overwinteringsgebied en het voortplantingsgebied van dieren. Als een ecologisch beheerde berm binnen de ecologische hoofdstructuur ligt, kan deze daar van belangrijke toegevoegde waarde zijn.

Ook voor paddenstoelen vervullen bermen een belangrijke functie, met name als ze met bomen beplant zijn. De bomen nemen voedingstoffen op uit de bodem die met de bladeren in de herfst grotendeels weer wegwaaien waardoor de bodem een beetje verarmt. Door jaarlijks maaien en afvoeren van de vegetatie wordt dit proces van bodemverarming nog versterkt. Hierdoor bieden bermen een toevluchtsoord voor stikstofgevoelige soorten, die vanaf de jaren 1960 door stikstofdepositie uit de atmosfeer sterk achteruit zijn gegaan.[4] Een goed bermbeheer is cruciaal voor deze paddenstoelen. Verschralingsbeheer door maaien en afvoeren is goed voor de natuur en voor de verkeersveiligheid.[5]

Wanneer het maaibeheer van bermen op een ecologische manier wordt uitgevoerd, kunnen bermen een belangrijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Zo bleken in 2020 na twintig jaar ecologisch beheer langs de Brusselse Ring negen plantensoorten uit de Vlaamse Rode Lijst te staan, waaronder vijf soorten orchideeën.[6]