remedie
- re·me·die
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘geneesmiddel’ voor het eerst aangetroffen in 1375 [1]
- Van het Latijnse remedium.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | remedie | remedies |
verkleinwoord | remedietje | remedietjes |
de remedie v
- (medisch) een medicijn of een op genezing gerichte behandeling
- Nog altijd is er geen remedie gevonden tegen de kastanjeziekte.
- (figuurlijk) iets dat iets anders corrigeert of iets schadelijks wegwerkt
- Een goede remedie tegen verveling.
- ▸ Als de moderne tijd (gedeeltelijk) als een ziekte gezien kan worden, is een juiste diagnose misschien wel de remedie.[2]
1. een medicijn of een op genezing gerichte behandeling
2. iets dat iets anders corrigeert of iets schadelijks wegwerkt
- Het woord remedie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "remedie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "remedie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact , ISBN 9789045045979
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be