koekjestrommel
- koek·jes·trom·mel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koekjestrommel | koekjestrommels |
verkleinwoord |
- een goed afsluitbare blikkentrommel voor het bewaren en vers houden van koekjes
- Tijdens een klassiek experiment kregen 200 proefpersonen twee koekjestrommels te zien. In de ene zaten er tien, in de andere twee. Hoewel het dezelfde koekjes waren, kenden de deelnemers meer waarde toe aan de koekjes uit de legere koektrommel.[2]
- En als ik thuiskwam, plofte ik op de bank met thee en aten mijn huisgenoten en ik de koekjestrommel leeg terwijl we roddelden over de docenten of de knappe jongen uit de hoogste klas die een paar woorden tegen ons had gezegd.[3]
- Nadat ze aan haar been was geholpen kwam er een grijs apparaat met een rode knop in het leven van mijn bejaarde moeder. Ze ging ermee rond alsof het een nieuwe koekjestrommel was. „Als ik hierop druk,” zei ze, „dan gaan er overal alarmbellen af…” In haar stem hoorde ik het ontzag voor de nieuwe vinding. „Een veilig idee.”[4]
1.
- Het woord koekjestrommel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koekjestrommel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Irene van den Berg 28-NOVEMBER-2017
- ↑ Volkskrant Lisa Hinderks bestuurslid Nederlandse Dove Jongeren; student aan de Universiteit Utrecht 23 december 2015
- ↑ NRC Marcel van Roosmalen 19 februari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be