Huidig
bestand
8.633
  • -s-

-s-

  1. (taalkunde) affix dat tussen twee delen van een samenstelling geplaatst wordt
    Hierdoor worden de twee delen van een woord op toepasselijke wijze met elkaar verbonden. Het kan duiden op een bezitsrelatie en is historisch gezien verwant aan de genitief. De spelling kan die van de meervoudsvorm volgen, als er slechts één meervoudsvorm is; in de spellingregels die tot 1996 golden kon ook een rol spelen of de betekenis op meerdere exemplaren van het eerste deel betrekking had.
    • Bakker + room → bakkersroom. 
    • Beroep + ethiek → beroepsethiek. 
    • Rijkelui + zoontje → rijkeluiszoontje. 


Huidig
bestand
163

-s-

  1. -s-
    «ejendom + mægler → ejendomsmægler»
    huisagent


Huidig
bestand
43

-s-

  1. -s-
    «Abfertigung + Halle → Abfertigungshalle»
    luchthaventerminal, vertrekhal


Huidig
bestand
1

-s-

  1. -s-
    «spoke + man → spokesman»
    woordvoerder


Huidig
bestand
2

-s-

  1. -s-
    «arbeid + bluse → arbeidsbluse»
    werkblouse


Huidig
bestand
821

-s-

  1. -s-
    «arbeid + bluse → arbeidsbluse»
    werkblouse


Huidig
bestand
359

-s-

  1. -s-
    «oppdrag + givar → oppdragsgivar»
    opdrachtgever, opdrachtgeefster