jongen
- jon·gen
- [A] jong zn of jonge zn met de uitgang -en
- [B] van Middelnederlands jongen als verbuiging van jonge zn , in de betekenis van ‘mannelijk kind’ aangetroffen vanaf 1479 [1] [2] [3]
- [C] afgeleid van jong zn met het achtervoegsel -en [4] [5]
de [A] jongen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord jonge
- meervoud van het zelfstandig naamwoord jong
- De kat heeft jongen geworpen.
- [2] zoals de ouden zongen, piepen de jongenkinderen doen vaak net als hun ouders
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jongen | jongens |
verkleinwoord | jongetje | jongetjes |
[B] de jongen m
- onvolwassen man
- Een jongen op een bromfiets reed door de straat.
- ▸ Op 10 juli 2019 bereikt la belle fille op haar racefiets zwoegend de top. Ze zou net als haar voorgangers uit de 17de eeuw ook wel een frisse duik willen nemen, maar voorlopig volstaan gulzige slokken uit haar bidon. Een bijrolletje in de historie van La Planche is genoeg. Morgen mogen de mooie jongens.[6]
- ▸ Hij ging op het geluid af en zag, op een bergweitje tussen de rotsen, een kleine donkere jongen zijn geiten hoeden.[7]
|
- Jongens van Jan de Witt
Dappere jongens zijn
- Een jongen als een wolk
Stoett-2603 [8]
- Een bengel van een jongen
Stoett-201 [9]
- Een beuker van een jongen
Stoett-220 [10]
- Een strop van een jongen
Stoett-2209 [11]
1. onvolwassen man
|
|
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
jongen |
jongde |
gejongd |
zwak -d | volledig |
[D] jongen
- inergatief (van dieren) nageslacht ter wereld brengen
- Onze teef heeft zojuist gejongd.
- Het woord jongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jongen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[12] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ jongen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "jongen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ jongen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 11
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jongen | jongens |
verkleinwoord |
jongen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jongen | jongens |
verkleinwoord |
jongen