huisartsenzorg
- huis·art·sen·zorg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisartsenzorg | |
verkleinwoord |
- medische zorg geleverd door de huisarts; medische zorg geleverd door een huisartsenpraktijk
- ▸ Volstrekt onacceptabel, zegt de woordvoerder. "Een gemiddelde huisarts werkt momenteel zo'n elf tot twaalf uur per dag om de huisartsenzorg in de lucht te houden en zou niet het risico moeten lopen om dit over zich heen te krijgen."[1]
- ▸ De huisartsenzorg en de ambulancezorg zullen volgen vanaf 6 december. Medewerkers uit de langdurende zorg worden vanaf medio december binnen de eigen instelling of op GGD-locaties geprikt. Die locaties worden voor een groot deel bemand door zorgmedewerkers, kondigde De Jonge aan. "De zorg prikt de zorg. Zo kan het tempo op peil blijven."[2]
- Het woord huisartsenzorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Ingegooide ruiten, patiënten 'compleet uit hun stekker': huisarts mikpunt van agressie” (Donderdag 25 november 2021, 19:00), NOS
- ↑ Weblink bron Mitchell van de Klundert“Boosterprik versneld, 80-plussers en ziekenhuismedewerkers vanaf volgende week ingeënt” (Vrijdag 12 november 2021, 13:59), NOS