grenskantoor
- Geluid: grenskantoor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrɛnskɑnˌtor / (3 lettergrepen)
- grens·kan·toor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grenskantoor | grenskantoren |
verkleinwoord | grenskantoortje | grenskantoortjes |
het grenskantoor o
- kantoor van de douane aan de landsgrenzen
- ▸ Het is al meer dan zeven maanden geleden dat ik die hand op mijn schouder voelde. "Wilt u even meekomen", sprak een agent bij het grenskantoor op Istanbul Atatürk Airport. Er stond een mededeling achter mijn naam. "Turkije is voor u verboden", legde een agent na uren wachten in het grenskantoor uit. "U bent een veiligheidsprobleem."[2]
- Het woord grenskantoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “De worsteling van Bram Vermeulen” (21 oktober 2013), NOS