• In·disch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Indisch Indischer
verbogen Indische Indischere
partitief Indisch Indischers -

Indisch [1]

  1. (demoniem) op Nederlands-Indië (nu Indonesië) betrekking hebbend of daarvan afkomstig
    1. (voeding) aanduiding van gerechten die uit de Indonesische keuken zijn ontstaan om aan de Nederlandse smaak tegemoet te komen
  2. (demoniem) op India betrekking hebbend of daarvan afkomstig
    1. (schaak) aanduiding van bepaald patroon van zetten waarmee een spel kan beginnen
  • In Nederland is betekenis 1. het meest gangbaar; om misverstanden te vermijden kan voor betekenis 2. beter "Indiaas" worden gebruikt.