Aller au contenu

Noordzee

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Noordzee \no:ɾt.ze:\

  1. Mer du Nord (mer européenne).
Composé de Noord et de zee.

Noordzee \no:ɾt.ze:\ féminin/masculin (Indénombrable)

  1. Mer du Nord.
    • De Noordzee geldt als een van de drukst bevaren zeeén van de wereld. Dat geldt niet alleen voor het aantal scheepsbewegingen, grof op 400.000 per jaar geschat. Ook het aantal mensen dat per schip de Noordzee oversteekt is, ondanks luchtverkeer en de tunnel onder het Kanaal, groter dan ooit tevoren. — (Jan Gerritsen, De Noordzee, Prometheus - NRC Handelsblad, 2003, page 60. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • de Noordzee grenst aan Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Schotland, Engeland, Nederland en België
      la mer du Nord est limitrophe à l’Allemagne, au Danemark, à la Norvège, à l’Écosse, à l’Angleterre, aux Pays-Bas et à la Belgique

Prononciation

[modifier le wikicode]