moeiteloos

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From moeite +‎ -loos.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈmui̯.təˌloːs/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: moei‧te‧loos

Adjective

[edit]

moeiteloos (comparative moeitelozer, superlative meest moeiteloos or moeiteloost)

  1. effortless

Declension

[edit]
Declension of moeiteloos
uninflected moeiteloos
inflected moeiteloze
comparative moeitelozer
positive comparative superlative
predicative/adverbial moeiteloos moeitelozer het moeiteloost
het moeitelooste
indefinite m./f. sing. moeiteloze moeitelozere moeitelooste
n. sing. moeiteloos moeitelozer moeitelooste
plural moeiteloze moeitelozere moeitelooste
definite moeiteloze moeitelozere moeitelooste
partitive moeiteloos moeitelozers

Adverb

[edit]

moeiteloos

  1. effortlessly