onderdanig
Dutch
editEtymology
editFrom Middle Dutch onderdanich. Equivalent to onderdaan (“subject”) + -ig (“-y, -ish”).
Pronunciation
editAdjective
editonderdanig (comparative onderdaniger, superlative onderdanigst)
- (literally) pertaining to a ruler's subject
- Brieven aan de Koning bevatten traditioneel onderdanige formules zoals "Uwer Majesteit meest eerbiedige dienaar"
- Letters to the King traditionally contain subject formulas like "Your Majesty's most obedient servant"
- Brieven aan de Koning bevatten traditioneel onderdanige formules zoals "Uwer Majesteit meest eerbiedige dienaar"
- (figuratively) submissive, obedient in a servile manner
- De onderdanigste schacht dankte onderdanig voor elke straf en vernedering
- The most submissive pledge gave servile thanks for every punishment and humiliation
- Synonyms: honds, onderworpen, slaafs
- De onderdanigste schacht dankte onderdanig voor elke straf en vernedering
Declension
editDeclension of onderdanig | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | onderdanig | |||
inflected | onderdanige | |||
comparative | onderdaniger | |||
positive | comparative | superlative | ||
predicative/adverbial | onderdanig | onderdaniger | het onderdanigst het onderdanigste | |
indefinite | m./f. sing. | onderdanige | onderdanigere | onderdanigste |
n. sing. | onderdanig | onderdaniger | onderdanigste | |
plural | onderdanige | onderdanigere | onderdanigste | |
definite | onderdanige | onderdanigere | onderdanigste | |
partitive | onderdanigs | onderdanigers | — |
Derived terms
editDescendants
edit- Negerhollands: onderdaanig