1.

1 Nieuwe buren
Je hoort Abdel en Jannie. Abdel en Jannie zijn buren.

Abdel Dag mevrouw. Ik ben uw nieuwe buurman.

Ik wil me graag voorstellen. Ik ben Abdel Mounir.
Jannie Hallo. Ik ben Jannie Noordzij.
Leuk om je te ontmoeten.
Abdel Ja. Wij slapen vandaag voor het eerst in onze nieuwe flat.
Jannie Oh, ben je getrouwd?
Abdel Ja, ik ben getrouwd met Nadia en wij hebben twee zonen.
Jannie Wat leuk. Hoe oud zijn ze?
Abdel De oudste is acht en de jongste wordt volgende maand één. Hij is hier in
Nederland geboren. En u, heeft u kinderen?
Jannie Zeg maar je, hoor.
Abdel Oké. Heb je kinderen?
Jannie Ja, wij hebben drie kinderen. Zij zijn allemaal al getrouwd en hebben zelf
al kinderen. Mijn man en ik hebben vier kleinkinderen. Bijna vijf! Onze
schoondochter is zwanger. Ze moet volgende week bevallen. Mijn zoon
en zij worden voor het eerst vader en moeder!
Kijk, hier in de gang hangen foto’s van ons gezin. Dit is mijn man Bart en
dit zijn onze dochters. Dit is onze zoon. En dit zijn onze kleinkinderen.
Abdel Leuk! Hoelang woon je al in deze straat?
Jannie Ik woon al 56 jaar in dit huis. Ik ben hier geboren.
Je spreekt goed Nederlands, maar je bent niet in Nederland geboren, hè?
Waar kom je vandaan?
Abdel Ik kom uit Marokko, maar ik woon al acht jaar in Nederland. Eerst in Den
Haag, daarna in Amsterdam en nu hier. Mijn vrouw woont pas twee jaar
in Nederland.
Buurvrouw, ik heb een vraag. Onze kast is kapot en ik wil hem maken.
Hebben jullie misschien een hamer?
Jannie Ja, natuurlijk.
Abdel Mag ik jullie hamer lenen, alsjeblieft?
Jannie Ja, hoor, ik ga hem even halen. De hamer ligt in de schuur. Een moment
alsjeblieft.
(…)
Jannie Alsjeblieft. Veel succes!
Abdel Bedankt!

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
1.5 Hoe gaat het?
Je ziet Anna en Sien. Ze zijn vriendinnen.
Ze ontmoeten elkaar in een café.

Anna En hoe is het met je, Sien?

Sien O, druk, druk, druk! Het is heel druk op mijn werk.
Er zijn veel zieke mensen, dus ik moet veel werken.
Anna En hoe gaat het met Peter en de kinderen?
Sien O, met Peter en de kinderen gaat het gelukkig heel goed.
Anna Fijn om te horen.
Sien Maar hoe is het met jou? Hebben jullie al een huis?
Anna Ja! Wij krijgen volgende week de sleutel van een heel mooie flat!
Sien Gefeliciteerd! Wat fijn voor jullie!
Waar gaan jullie precies wonen?
Anna In Nijmegen, in de wijk Goffert. Ken je die wijk?
Sien Nee, niet goed. Is het een drukke wijk?
Anna Nee, het is een rustige, groene wijk met een heel groot park. De kinderen
kunnen daar leuk spelen. En er is een bushalte dichtbij, dus ik kan dan
makkelijk naar mijn werk.
Sien Hoe ziet de flat eruit?
Anna De flat ligt op het zuiden, dus het is heel licht binnen. De woonkamer
heeft grote ramen en de moderne keuken is helemaal nieuw! Er is een
grote badkamer met een bad én een douche. We hebben geen balkon,
maar we delen de tuin met de buren.
Sien Fantastisch! En hoe groot is de flat?
Anna Negentig vierkante meter. Er zijn vier ruime kamers.
Sien Wat een groot huis! Moeten jullie veel huur betalen?
Anna Nee, want de flat is van mijn tante.
Sien Jullie hebben geluk!
Anna Ja, wij hebben inderdaad veel geluk. Wij verhuizen van een dure, kleine
flat naar een grote én goedkope flat.
Wij zijn heel erg blij!

TaalCompleet A2 - Transcripten 1
1.10 Op het station
Je hoort twee omroepberichten op het station
en je hoort Kasia en Karim. Ze vragen hulp aan
een medewerker op het station.

1.10a
Dames en heren: De trein naar Amsterdam van 9.05 uur vertrekt vandaag niet van
spoor 3, maar van spoor 5.
Herhaling: de trein naar Amsterdam van 9.05 uur vertrekt niet van spoor 3, maar
van spoor 5.

1.10b
Dames en heren: De trein naar Arnhem van 17.45 uur heeft een vertraging van
ongeveer veertig minuten. Er is een technisch probleem.
Herhaling: de trein naar Arnhem van 17.45 uur heeft een vertraging van ongeveer
veertig minuten.

1.10c
Kasia Sorry, meneer. Mag ik u iets vragen, alstublieft?
de medewerker Ja, natuurlijk!
Kasia Ik versta het bericht niet goed, want er is hier heel veel lawaai.
de medewerker U heeft gelijk. Er is hier heel veel lawaai. Ik kan de berichten
ook moeilijk verstaan.
U staat nu bij spoor 3. De trein naar Amsterdam vertrekt
normaal hier, maar hij vertrekt vandaag van een ander spoor.
Kasia Van welk spoor dan?
de medewerker Van spoor 5. U kunt de trap nemen of u kunt met de lift gaan.
Met uw kind is de lift misschien handig.
Kasia Ja. Waar is de lift?
de medewerker Kijk, de lift is daar.
Kasia Oké. Hartelijk bedankt voor uw hulp!
de medewerker Graag gedaan, mevrouw. Tot ziens.

TaalCompleet A2 - Transcripten 1
1.10d
Karim Sorry, mevrouw. Mag ik u even iets vragen, alstublieft?
de medewerker Ja, natuurlijk.
Karim Ik begrijp het bericht niet, want ik ken die woorden niet.
de medewerker Even denken. Hoe kan ik dit uitleggen?
De trein naar Arnhem komt niet op tijd, want de trein is kapot.
Begrijpt u dat?
Karim Ja. Dat is duidelijk. Bedankt.
Maar… hoe laat komt de trein dan?
de medewerker De trein komt over veertig minuten, dus hij komt om vijf voor
half zeven.
Karim Oei, ik moet dan lang wachten. Wat vervelend!
de medewerker Het spijt me, meneer.
Karim Kan ik ergens drinken kopen?
de medewerker Ja, daar staat een automaat.
Karim Oké, hartelijk bedankt. Tot ziens.
de medewerker Graag gedaan. Tot ziens.

TaalCompleet A2 - Transcripten 2
1.14 Contact met de buren
Je hoort Julia en Abdel. Ze zijn buren van elkaar.
Je hoort twee gesprekken.

1.14a
Julia Dag buurman, komen jij en je vrouw morgen naar mijn feestje? Morgen
vier ik mijn verjaardag. Ik word 31.
Abdel Word jij 31? Wat leuk! Dan zijn jij en mijn vrouw even oud. Zij is al 31.
Alvast gefeliciteerd. En bedankt voor de uitnodiging, maar wij kunnen
morgen helaas niet. Mijn vrouw gaat naar de Nederlandse les en ik pas
op de kinderen.
Julia Je mag de kinderen ook meenemen! De kinderen van mijn zus hebben
ongeveer dezelfde leeftijd.
Abdel Dat is heel aardig van je! Maar mijn oudste zoon gaat overmorgen met
zijn klas naar Rotterdam. Ze vertrekken om 8.00 uur. Hij moet daarom
morgen op tijd naar bed.
Ik wil liever een andere keer komen, samen met mijn vrouw en kinderen.
Dan nemen we Marokkaanse koekjes mee. Is dat geen beter idee?
Julia Ja, hoor. Beter en lekkerder!

1.14b
Julia Dag buurman, kom je toch naar mijn verjaardag?
Abdel Nee, ik kom voor iets anders. Ik ben een beetje boos! Het is nu half
twaalf ’s avonds en het is nog niet stil! Mijn kinderen zijn moe en ze
moeten slapen. Ze hebben last van het lawaai. De muziek staat heel erg
hard. Kun je de muziek een beetje zachter zetten, alsjeblieft? En kunnen
je gasten wat minder hard praten?
Julia O, het spijt me heel erg! Sorry. De gasten gaan bijna naar huis. Dan
wordt het rustiger hier. Ik ga meteen de muziek zachter zetten.
Abdel Fijn. Bedankt.

TaalCompleet A2 - Transcripten 1
2.4 Uit eten
Enes en Maarten zijn goede vrienden. Ze kennen elkaar al heel lang. Ze hebben vroeger
in dezelfde straat gewoond en veel samen gespeeld. Later hebben ze in dezelfde stad
gestudeerd. Nu zien ze elkaar niet zo vaak, want ze werken en ze hebben een gezin.
Eén keer per maand gaan ze samen fietsen. Deze ochtend hebben ze veertig kilometer
gefietst. Het is nu 12.15 uur. Enes en Maarten gaan samen eten. In het restaurant kijken
ze naar de menukaart.

Enes Wat ga jij eten?

Maarten Ik neem misschien de salade, want ik houd van kip. Maar ik
vind elf euro erg duur.
Enes Je kunt ook een broodje met kip nemen. Dat is goedkoper.
Maarten Ja, dat is een goed idee! Wat ga jij eten?
Enes Ik eet geen vlees, dus ik kan kiezen uit zes dingen…
(…)
de ober Goedemiddag heren. Willen jullie iets bestellen?
Maarten Ja, ik wil graag een broodje kip. Is dat met sla?
de ober Ja, dat staat op de kaart: ‘Bij alle broodjes krijgt u een salade.’
Maarten O ja, ik zie het. Lekker.
de ober Wilt u ook iets drinken?
Maarten Ja, cola alstublieft.
de ober En wat wilt u, meneer?
Enes De uiensoep en een biertje graag.
de ober Prima. Ik kom het straks bij u brengen.

De ober brengt eerst het drinken en dan het eten.

de ober Ik heb hier uiensoep.
Enes Ja, die is voor mij. Dank u wel.
de ober En voor u een broodje kip. Alstublieft en eet smakelijk!
Maarten en Enes Bedankt.

Het eten is op.

de ober Heeft het gesmaakt?
Enes Ja, het heeft heel goed gesmaakt. Dank u.
Maarten Ja, het broodje was erg lekker!
de ober Fijn. Wilt u nog iets bestellen?
Maarten Nee, dank u. Ik wil graag betalen.
de ober Prima. Ik haal de rekening voor u.

Maarten heeft gepind. Hij en Enes gaan weer naar huis.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
2.6 Het nieuws
Je hoort het nieuws op de radio.

Dit is het nieuws van dinsdag 31 mei, acht uur. Mijn naam is Jantine Bos.

In Helmond staat een flat in brand. De brand is gevaarlijk voor mensen

in de buurt. Daarom moeten veel mensen vandaag hun huis uit van de
brandweer. Het vuur is gelukkig bijna uit, zegt de brandweer.

Het gaat niet goed met de Nederlandse boeren. Meestal gaat 65 procent
van de Nederlandse melk naar andere landen. Maar Duitsland en België
vinden de prijzen nu te hoog. Daarom kopen deze landen nu minder melk.

Gisteren hebben PSV en FC Utrecht een belangrijke voetbalwedstrijd

gespeeld: 2-1. U hoort Ferry Gies van FC Utrecht:
‘Ja, jammer. We hebben slecht gespeeld. Veel sporters hebben helaas
door ziekte te weinig getraind. Voor de volgende wedstrijd gaan we
allemaal trainen, trainen, trainen!’

Het is een heel warme lente. Het is gemiddeld 12,6 graden. Deze lente is
het warmst sinds 2007.

En dan nu verkeersinformatie.
Eerst de A2. Door een ongeluk is er een file van vier kilometer, tussen
Maarssen en Breukelen.
Dan de A27. Daar is ook een ongeluk gebeurd. Er is een file van acht
kilometer, tussen Hilversum en Utrecht.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
2.8 Het weer
Je ziet het weer op de televisie.

Goedemorgen. Het is juli, maar het lijkt wel herfst. Gisteren heeft het de hele dag
geregend. Vandaag wordt het opnieuw koud. In het westen wordt het ook een natte
dag. Daar regent het de hele dag. In de rest van het land blijft het droog. Het waait en
het is erg bewolkt. Het wordt tussen de 16 en de 18 graden.
Maar let op: volgende week wordt het warmer. Dan wordt het prachtig weer met een
temperatuur van wel 29 graden! Eindelijk wordt het zomer in Nederland.

Dan kijken we nu naar de rest van Europa. Hoe warm is het in het noorden? Daar
komt de temperatuur niet boven de 22 graden. En het is bewolkt.
In het zuiden van Europa is het warmer. Kijk maar! In Zuid-Europa schijnt de zon de
hele dag. Het is erg heet. In Italië wordt het vandaag 36 graden. Het is het warmst in
Spanje en Portugal. Daar wordt het zelfs 40 graden.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
2.14 Heb je een leuke vakantie gehad?
Bram en Caroline zijn collega’s op een school. Ze hebben vakantie gehad.
Nu zijn ze weer op hun werk. Ze praten over hun vakantie.

Bram Hoi Caroline, alles goed?

Caroline Ha Bram! Ja, prima! En met jou?
Bram Ook goed. Heb je een leuke vakantie gehad?
Caroline Ja, het was heerlijk.
Bram Fijn! Wat heb je gedaan? Zijn jullie weg geweest?
Caroline Ja, we zijn naar Frankrijk geweest. Zondag zijn we weer thuis
gekomen.
Bram Zijn jullie met het vliegtuig gegaan?
Caroline Nee, met de auto. We hebben lekker in de bergen gewandeld. We
zijn helemaal naar de top van de Mont Ventoux gelopen. En jullie?
Zijn jullie ook op vakantie geweest?
Bram Ja, we zijn in Nederland gebleven. We hebben een vakantiehuisje
in Zeeland gehuurd. Daar hebben we leuke dingen gedaan. Eén dag
zijn we via het strand van Zoutelande naar Domburg gewandeld.
Heel mooi. Een andere dag zijn we naar de stad Middelburg
gefietst. Die dag hebben we wel honderd kilometer gefietst, denk
ik. Dat was ver! En we hebben de Deltawerken gezien.
Caroline Wat zijn de Deltawerken?
Bram De Deltawerken beschermen de mensen in Zeeland tegen het
water van de zee. Het land in Zeeland ligt namelijk lager dan de
zee. Daarom zijn er veel dijken in Nederland. In 1953 zijn de dijken
in Zeeland gebroken. Dat was een grote ramp!
Caroline Is het land toen nat geworden?
Bram Ja. Er was toen overal in Zeeland water. En veel mensen zijn toen
overleden.
Caroline Oh, echt? Wat erg!
Bram Ja, heel erg! Daarom hebben ze daarna de Deltawerken gebouwd.
Nu kan dat niet meer gebeuren.
Caroline Ah, ik begrijp het. Door de Deltawerken kun je nu dus veilig in
Zeeland wonen. Wat interessant!

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
Bram Ja, heel interessant! Ik heb foto's gemaakt. Kijk maar.

Caroline Ik zie het. Wat groot! Knappe mensen, hoor, die Nederlanders.
Bram Ja, ze zijn daarom in de hele wereld bekend. Ze gaan soms andere
landen helpen als zij problemen met water hebben.
Caroline Hebben jullie verder nog iets in de vakantie gedaan?
Bram Ja, mijn zus is zaterdag nog met haar gezin bij ons geweest. We zijn
met hen naar de Keukenhof gegaan.
Caroline Wat is de Keukenhof? Ik ben daar nog nooit geweest.
Bram Het is een groot park met bloemen. Je ziet er heel veel tulpen. Je
weet wel, die bekende Nederlandse bloem! Mijn zus vindt ze
prachtig. Je moet ook een keer gaan! Maar het is maar tot 16 mei
open.

Caroline Ja, dat gaan we inderdaad een keer doen. Misschien in een
volgende vakantie!

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
3.1 Familie in het buitenland
Je ziet Taline en Ruben. Ze staan bij de basisschool
van hun kinderen. Op een basisschool zitten kinderen
van vier tot en met twaalf jaar.

Taline Hallo Ruben. Is je vrouw ziek?

Ruben Hoi Taline. Nee hoor! Ik zorg op maandag voor de kinderen, omdat mijn
vrouw nu op maandag en vrijdag werkt.
Taline Ah, ik begrijp het. Zorg je ook op vrijdag voor de kinderen?
Ruben Nee, nee hoor. Dan kunnen gelukkig mijn ouders op de kinderen passen.
Taline O, wat fijn! Wonen ze in de buurt?
Ruben Ja, ze wonen ook hier in het dorp. Ze kunnen dan de kinderen naar
school brengen en weer ophalen, als ze oppassen.
Taline O, wat handig! Mijn ouders kunnen nooit oppassen, omdat ze in
Duitsland wonen. We zien elkaar daarom ook niet zo vaak. Maar ze komen
binnenkort, als de baby wordt geboren.
Ruben O, dat is fijn! Mis je ze niet?
Taline Jawel, maar we hebben gelukkig veel contact via internet.
Ruben Mail je dan met je ouders?
Taline Nee, we bellen vaak. Bijna elke week. Je kunt met internet gratis bellen.
Ruben O, dat is slim! Dat zal ik ook eens proberen, als ik met mijn zus wil praten!
Taline Woont zij in het buitenland?
Ruben Ja, mijn zus woont in Engeland. We zijn vorig jaar naar haar toe geweest.
Ze heeft daar Engels gestudeerd, omdat ze dat zo’n mooie taal vindt. Nu
heeft ze werk gevonden in Londen.
Taline O, wat goed. Vindt ze het leuk in Londen?
Ruben Ja, maar ze moet wel wennen: een nieuwe baan, allemaal nieuwe
mensen… Ze kent er eigenlijk nog niemand.
Taline Ik snap het. Dat heb ik ook in Nederland gehad. Maar het komt wel goed!
O, ik moet gaan. Ik spreek je nog wel.
Ruben Prima. Tot ziens!

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
3.9 Een uitje organiseren
Drie ouders willen een dagje weg organiseren
voor de kinderen van groep 7 en 8. Je hoort
Olga, Tim en Patricia. Zij organiseren het uitje.

Olga Fijn dat jullie er zijn! Hebben jullie al een leuk idee voor een uitje?
Wie heeft een voorstel?
Tim Ik heb wel een leuk idee. We kunnen misschien een dagje naar
Amsterdam gaan.
Olga Wat wil je in Amsterdam doen?
Tim We kunnen bijvoorbeeld ’s ochtends naar een museum gaan.
En dan kunnen we ’s middags met een boot door de stad varen.
Wat is jullie mening?
Patricia Ja, varen klinkt leuk. Maar ik vind een museum geen goed idee.
Dat lijkt me saai voor de leerlingen. Wat denken jullie?
Tim We kunnen toch wel een goed museum bedenken? Groep 7 en 8
werken aan het thema ‘Tweede Wereldoorlog’. Ze leren nu dus veel
over de geschiedenis van Nederland. Dan is het Anne Frank Huis een
goed idee, lijkt mij.
Olga Ja, dat vind ik ook! Volgens mij vinden kinderen dat museum heel
interessant! Wat vind jij, Patricia?
Patricia Ja, dat denk ik ook wel.
Olga Oké. We moeten dan wel een aantal dingen afspreken. Wie regelt
het museum?
Tim Ik wil dat wel doen.
Olga Fijn. Dan regel ik de boot. En wil jij een bus regelen, Patricia?
Patricia Ja, dat is goed. Hoe laat gaan we weg?
Olga We kunnen om half negen met de bus vertrekken bij school. Dan
komen we om half tien bij het museum aan. We blijven daar dan
van half tien tot half één. Is dat goed?

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
Patricia Ik denk dat half één te laat is. We moeten ook nog eten. We kunnen
van half tien tot twaalf uur naar het museum. Dan gaan we daarna
eten. Iedereen moet zelf brood meenemen. We kunnen dan om half
twee gaan varen. Ten slotte kunnen we samen een ijsje eten. En als we
om half vier vertrekken, zijn we om half vijf weer op school. Hoe vinden
jullie dat?
Olga Dat is een goed plan. En wat moeten de kinderen allemaal meenemen?
Patricia Boterhammen voor de lunch dus, drinken en misschien geld om iets
leuks te kopen.
Tim Oké. Ik heb alles opgeschreven. Ik maak wel een brief voor de ouders.
Olga Fijn! Het wordt een fantastische dag, denk ik! Bedankt voor jullie tijd
en jullie ideeën!

Het Achterhuis ©AFS, fotograaf Cris Toala Olivares

Anne Frank

Varen in Amsterdam

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
4.1 Mijn werkdag
Je hoort Iza. Ze beschrijft haar dag.

Hallo, ik ben Iza. Op werkdagen word ik vroeg wakker.

Ik sta om kwart voor zeven op. Ik zoek dan eerst kleren uit.
Dan ga ik onder de douche. Daarna trek ik mijn kleren aan.
Ik werk in een kledingwinkel. Daarom draag ik altijd nette kleren.

Vervolgens eet ik mijn ontbijt.

Meestal eet ik fruit, bijvoorbeeld een appel of een banaan. En ik drink koffie.
Ik vertrek om vijf voor acht, want de bus komt om acht uur aan bij de bushalte.

Ik help klanten in de winkel. Samen zoeken we kleding.

En ik kijk of de kleren goed passen. Ik beantwoord ook vragen.
‘Op hoeveel graden mag ik deze trui wassen?’ vragen mensen bijvoorbeeld.
Of ze zeggen: ‘Ik kan de overhemden nergens vinden!’ Ik wijs dan aan waar de
overhemden liggen.
Eén keer per maand heb ik een vergadering met mijn collega’s en onze baas.
We praten dan over de winkel. Wat gaat goed? Wat kunnen we nog beter doen?
Zo lossen we samen problemen op. Ik vind verkoper een erg leuk beroep!

Om half zeven ’s avonds kom ik weer thuis. Dan maak ik eten.

’s Avonds bel ik vaak even met mijn moeder. Of ik kijk tv.
Om tien uur ga ik naar bed. In bed lees ik meestal nog een half uur en dan
ga ik slapen.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
4.3 Ik zoek een boek.
Je hoort Ozan. Hij zoekt een boek. Hij belt de
boekwinkel.

de verkoopster Goedemorgen, boekwinkel Van der Velden, u spreekt met Lieke.

Kan ik u helpen?
Ozan Hallo, met Ozan Yilmaz. Ik zoek een boek.
de verkoopster Sorry meneer, uw stem is heel zacht. Kunt u iets harder praten?
Ozan Oh, sorry.
Mijn naam is Ozan Yilmaz. Ik zoek een boek. Kunt u me helpen?
de verkoopster Ja, dat kan zeker, meneer. Welk boek zoekt u?
Ozan Ik zoek een boek voor mijn nieuwe opleiding. Ik ga een opleiding
voor Beveiliger doen. De titel van het boek is Veiligheid en de
schrijver heet Guido Tavecchio.
de verkoopster Ik kijk even voor u in het computersysteem. Momentje.
(…)
Ik kan niks vinden. Kunt u de achternaam van de schrijver
spellen?
Ozan De achternaam is T-a-v-e-c-c-h-i-o.
de verkoopster Ah, ik heb hem verkeerd gespeld. Ik zie het al. Uit welk jaar komt
het boek?
Ozan Het komt uit 2016.
de verkoopster Veiligheid niveau 1 en Veiligheid niveau 2 zijn uit 2016. U begint
net met de studie, toch? Dan heeft u niveau 1 nodig, denk ik.
Ozan Dat denk ik ook. Wat kost het boek?
de verkoopster Even kijken… Waar staat de prijs? Ah, hier staat hij. Het boek
kost € 34,95. Oh, ik zie helaas dat ik het boek nu niet in de
winkel heb. Zal ik het voor u bestellen? Dan heeft u het over
twee werkdagen.
Ozan Oké, dat is goed. Wilt u twee boeken voor me bestellen? Mijn
vriend heeft namelijk hetzelfde boek nodig. Hij gaat dezelfde
opleiding doen.
de verkoopster Twee boeken, prima. Ik bestel ze direct voor u. Dan zijn ze hier
over twee werkdagen.
Ozan Geweldig! Bedankt voor de moeite.
de verkoopster Geen probleem. Fijne dag, meneer Yilmaz.
Ozan U ook een fijne dag. Tot ziens.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
4.8 Uitleg over de kassa
Je hoort Joost en Merel. Joost heeft een nieuwe baan in een winkel.
Merel geeft uitleg aan hem over de kassa.

Joost Merel, kun je me helpen?

Merel Sorry, ik ben nog heel even bezig. Ik kom zo bij je!
Joost Dat is prima.
(…)
Merel Zo, daar ben ik.
Joost Fijn. Kun je mij uitleggen hoe de kassa werkt?
Merel Ja hoor. Heb je al eens eerder met een kassa gewerkt?
Joost Nee, nog nooit.
Merel Oké. Als je de kassa wilt gebruiken, moet je je altijd eerst aanmelden
met een code. Ik heb jouw code even opgeschreven. Kijk, jouw code
is…
Ho, mijn briefje valt. Ik moet hem weer even pakken… Zo!
Kijk, jouw code is 4165. Typ maar in.
Joost 4… 1… 6… 5...
Merel Juist. Je haalt dan de producten van de klant langs de scanner van de
kassa. Ik heb even een paar spullen meegenomen, zodat je het kunt
proberen.
Joost Zo?
Merel Ja, kijk maar op het scherm.
Joost Oh ja, ik zie het.
Merel Daarna druk je op deze knop. Dan zie je het bedrag dat de klant moet
betalen.
Wil de klant pinnen? Dan druk je op deze knop.
Wil de klant betalen met muntjes en briefjes? Dan druk je op deze
knop. De la gaat dan vanzelf open.
In deze la leg je het geld. Hier leg je de muntjes. Alle muntjes hebben
een apart bakje. En hier leg je de briefjes. Die hebben ook allemaal
een apart bakje.
Als je het geld in de la hebt gelegd, duw je de la dicht.
Je vraagt dan aan de klant of hij de bon wil hebben.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
Joost Oké, ik begrijp het. Ik haal eerst de producten langs de kassa.
Dan druk ik op deze knop om te zien hoeveel de klant moet betalen.
Daarna moet ik op deze knop drukken als de klant wil pinnen. Of op
deze knop als hij wil betalen met geld. Ik leg de muntjes en de briefjes
in de la. Ten slotte moet ik de la sluiten. Vergeet ik nog iets?
Merel Je moet nog aan de klant vragen...
Joost Oh ja! Of hij de bon wil hebben.
Merel Juist.
En als je weggaat bij de kassa, moet je je weer afmelden. Dat doe je
met deze knop.
Oh, en weet je waar deze kluis voor is?
Joost Uh… Nee?
Merel Hier doe je de briefjes van vijftig euro in. Als de kluis vol is, moeten de
briefjes eruit worden gehaald. Dan moet je Victor even bellen. Hij
heeft de sleutel. Hij maakt het kluisje dan leeg. En aan het einde van
de dag tellen we al het geld in de kassa.
Joost Oké. Ik begrijp het. Bedankt voor de uitleg.
Merel Graag gedaan!
Oh, daar is de eerste klant. Succes! Ik blijf bij je staan.

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
4.11 Het werkoverleg
Je ziet medewerkers van een winkel. Ze hebben een
werkoverleg.

de baas Welkom op het werkoverleg. Ik wil vandaag een aantal onderwerpen met jullie
bespreken. Het eerste onderwerp is onze openingstijden. Klanten klagen vaak.
De winkel sluit te vroeg, zeggen ze. Krijgen jullie die reactie ook weleens?
Iza Ja. Gisteren nog is een man heel boos geworden. Hij was hier om vijf over zes. Ik
deed net de deur op slot. Hij wilde toch nog naar binnen. Hij zei dat hij heel snel
iets wilde kopen. Ik zei tegen hem dat de winkel gesloten was. Toen werd hij
heel boos. Hij zei dat wij nooit open zijn, als hij iets wil kopen. Hij schreeuwde
dat hij naar een andere winkel ging. Ik durfde niks terug te zeggen, omdat hij zo
boos was.
Patrick Wat raar dat die man ruzie met jou maakte!
Iza Ja, dat was niet leuk...
Patrick En waarom komen klanten niet gewoon voor zes uur? De meeste winkels zijn
toch 's avonds gesloten?
de baas Ik begrijp het wel. Veel mensen werken overdag en dan kunnen ze niet komen.
Patrick Mensen kunnen toch ook gewoon spullen bestellen via internet?
de baas Ja, dat is zo, maar sommige mensen willen de spullen toch zelf zien. En gelukkig
maar! Ik heb een voorstel. Ik wil graag de openingstijden veranderen. Nu gaan
we ’s avonds om zes uur dicht. Ik stel voor dat we vanaf nu 's avonds om acht
uur dicht gaan. Wat vinden jullie daarvan?
Patrick Sorry, maar ik ben het er niet mee eens. Mijn ouders passen na school op onze
kinderen. Ik moet hen om kwart over zes ophalen, want mijn partner komt laat
thuis. Ik kan niet elke dag tot acht uur werken!
de baas Dat begrijp ik. Maar we hoeven ook niet elke avond laat open te zijn. Twee
dagen zijn genoeg. Donderdag en vrijdag bijvoorbeeld. Isa, wat vind jij?
Iza Ik ben het er wel mee eens. Ik vind het een goede oplossing. Eén dag in de week
wil ik wel tot acht uur werken. Op vrijdag bijvoorbeeld.
de baas Fijn, Iza. En jij, Patrick? Kun jij echt niet één dag tot acht uur werken?
Patrick Eén dag kan wel. Op donderdag kunnen de kinderen wel wat langer bij mijn
ouders blijven, denk ik.
de baas Dank je wel, Patrick. Jullie hebben mij erg geholpen. Ik geef jullie natuurlijk
meer salaris voor die uren.
Oké, dan gaan we nu verder met het volgende onderwerp…

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
5.4 Kapper, tuinman, schilder
Je hoort verhalen van drie studenten. Zij hebben allemaal een opleiding gedaan. Ze
vertellen hoe ze hun opleiding vonden en wat ze in de toekomst willen doen.

Renata Ik heb de kappersopleiding gedaan, want ik wilde als kind al

kapper worden! Een maand geleden heb ik mijn diploma
gekregen. Wat ben ik blij! Ik vond de opleiding erg leuk, omdat
je veel in de praktijk leert. Haren verven vind ik het leukst om te
doen. Misschien ga ik nog wel een andere opleiding doen om
meer over kleuren te leren. De theorielessen waren ook altijd
heel interessant. Ik vond de examens wel heel spannend, maar
ik haalde goede cijfers. En ik heb geluk, want ik mag bij mijn
stageplaats blijven werken!

Nairo Als jongen werkte ik met mijn vader elke zaterdag in zijn grote
tuin, vol met bloemen en planten.
Buiten werken geeft mij een gevoel van rust en vrijheid. Ik
wilde daarom de opleiding Groen doen. De schooldagen vond ik
heel lang. Acht uur stilzitten is niets voor mij. Maar ik had
gelukkig leuk contact met de andere studenten. Voor de
theorie-opdrachten werkten we veel samen. In het laatste jaar
kreeg ik de kans om in het buitenland stage te lopen. Ik heb
toen twee maanden in een bekende Engelse tuin gewerkt in
Kent. Ik ben sinds vorige week klaar met mijn opleiding. Nu
zoek ik een baan in Engeland, want ik ben verliefd geworden op
een Engels meisje.

Denzel Ik heb de schildersopleiding gedaan, omdat ik graag met mijn

handen werk. In de schildersopleiding kun je werken én leren
tegelijk. Je hebt één dag les en je werkt vier dagen bij een
leerbedrijf. In de klas bespraken we alle dingen die een schilder
moet weten. Ik heb veel geleerd over kleuren en materialen.
Andere vakken waren rekenen en veiligheid. We moesten ook
veel op de computer werken. Dat vond ik erg leuk!
Bij mijn leerbedrijf leerde ik het meest. Ik kan nu allerlei dingen
schilderen. Ik kreeg bij dat bedrijf ook elke maand een klein
salaris. Met dat geld kon ik mijn studie betalen. Ik ben nu
geslaagd voor mijn examen. Mijn beste vriend is helaas gezakt.
Hopelijk slaagt hij binnenkort, want we willen samen een
bedrijf beginnen.

TaalCompleet A2 - Transcripten 1
5.7 Stage lopen
Je hoort Lea en Mario. Mario doet een mbo-opleiding in de
zorg. Lea is zijn docent. Mario heeft stage gelopen in een
verzorgingshuis. Dat is een huis waar oude mensen wonen.
Zij kunnen niet meer alleen thuis wonen. Mario verzorgde
de mensen in het verzorgingshuis. Lea wil weten hoe de
stage van Mario is gegaan.

Lea Hoi Mario. Goed dat je er bent. Ga zitten. Ik ben benieuwd naar je verhalen!
Mario Dag Lea.
Lea Mario, je hebt bij Verzorgingshuis De Zon stage gelopen. Hoeveel dagen had je
precies dienst?
Mario Tweeëneenhalve dag per week. Ik werkte op maandag en dinsdag de hele dag.
En op vrijdag werkte ik alleen in de ochtend.
Lea Hoe laat begon je? En wanneer waren je diensten afgelopen?
Mario Ik werkte van acht uur ’s ochtends tot vier uur ’s middags. Op vrijdag werkte ik
van acht uur tot twaalf uur.
Lea En wat waren je taken?
Mario Als ik begon, werden de bewoners net wakker. Ik hielp ze met wassen en
aankleden. En ik legde de dekens en kussens op de bedden weer goed. Daarna
was het tijd voor het ontbijt. Ik smeerde de boterhammen en liep langs alle tafels
om te helpen. Na het ontbijt ruimde ik alles weer op.
Lea Dat is een drukke ochtend. Had je na het ontbijt zelf ook even pauze?
Mario Ja, als ik klaar was met opruimen, dronk ik meestal even een kopje koffie met
een collega.
Lea En vond je het werk leuk? Of was het soms ook moeilijk?
Mario Meestal vond ik de oude mensen heel lief. Maar soms waren ze ook lastig.
Lea Ja? Waarom vond je dat?
Mario Er was een meneer die altijd alles vergat. Daarom was hij vaak zijn spullen kwijt.
Hij dacht dan dat iemand zijn spullen had gestolen. Hij werd dan heel kwaad.
Lea En wat deed jij, als hij boos werd?
Mario Ik bleef rustig. Ik zei dat ik het heel vervelend voor hem vond. Ik hielp hem met
zoeken naar zijn spullen. Samen vonden we dan alles terug. Dan was hij gelukkig
weer blij.
Lea Dat heb je goed opgelost!
Mario Ja. In het begin wist ik niet goed wat ik moest doen. Maar ik heb veel geleerd van
mijn collega’s. Zij hebben heel veel ervaring.
Lea Fijn! En wat vond je het leukst tijdens je stage?
Mario Ik vond het altijd leuk om met mijn collega’s samen te werken. Ze waren erg
aardig. Ik kon altijd vragen stellen. Ze vonden mij serieus en ze vonden dat ik het
werk goed deed. Dat was leuk om te horen.
Lea Dat begrijp ik. Volgens mij heb je een fijne stage gehad.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
5.8 Een toets maken
Je ziet Twan. Hij is docent Nederlands. De cursisten
gaan vandaag een toets maken. Twan legt eerst uit
wat precies de bedoeling is.

de docent Goedemiddag allemaal! We gaan vandaag een toets maken. Ik zal zo

uitleggen wat we gaan doen. Maar eerst wil ik een paar regels bespreken.
Je hebt een uur de tijd.
Kijk alleen op je eigen papier. Je mag dus niet op het papier van je buurman
of buurvrouw kijken.
Tijdens de toets wil ik geen geluid horen. Je mag niet praten en je telefoon
moet uit.
Ook mag je tijdens de toets niet eten of drinken.
Wat is er, Nadia?
Nadia Mag je iets vragen, als je iets niet begrijpt?
de docent Ja, dat mag. Doe je hand dan even omhoog, dan kom ik naar je toe.
Jullie gaan straks eerst naar een tekst luisteren en daar vragen bij
beantwoorden. Daarna gaan jullie een tekst lezen en ook daar vragen bij
beantwoorden. Ten slotte krijgen jullie zinnen die niet af zijn. Je moet ze
zelf afmaken.
De toets heeft in totaal twintig vragen.
Wil je iets vragen, Dennis?
Dennis Ja. Wanneer gaat u de toets nakijken?
de docent Ik hoop dat ik vanmiddag alle toetsen kan nakijken. Als dat lukt, krijgen
jullie donderdag je cijfer.
Is het allemaal duidelijk? Hebben jullie allemaal een pen?
Ja, Dennis?
Dennis Mag ik ook met potlood schrijven? Ik heb geen pen bij me.
de docent Nee, je moet met pen schrijven. Misschien mag je een pen lenen van
Nadia?
Nadia Ja, natuurlijk. Ik heb twee pennen.
En ik had ook nog een vraag: mag ik een woordenboek gebruiken?
de docent Nee, dat mag niet.
Trude Twan?
de docent Ja, Trude?
Trude Moeten we in de klas blijven als we klaar zijn?
de docent Nee, dat hoeft niet. Je kunt zachtjes naar buiten gaan als je klaar bent.
Controleer wel eerst je antwoorden.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
Trude En wat gebeurt er als ik niet genoeg tijd heb?
de docent Maak je geen zorgen. Er is tijd genoeg. We hebben geen haast. Als jullie
echt te weinig tijd hebben, krijgen jullie vijf minuten extra. Ik wil natuurlijk
wel dat jullie allemaal een goed cijfer halen!
Verder geen vragen?
Dan mogen jullie nu beginnen met de toets. Ik wens jullie veel succes.

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
5.13 Het weekend
Je hoort Ahmed, Dilek en Laila. De les is net afgelopen.
Ze praten over het weekend.

Ahmed Yes, eindelijk weekend! Ik ga lekker voetballen. Deze zaterdag spelen we een
wedstrijd. Het is de finale, dus ik hoop dat we winnen!
Dilek Dat klinkt spannend, Ahmed. Ik hoop ook dat jullie winnen! Hebben jullie een
goed team?
Ahmed Ja, we hebben een heel sterk team. Dus ik denk niet dat we gaan verliezen.
Wat ga jij doen, Dilek?
Dilek Ik blijf thuis. Mijn moeder is zaterdag jarig, dus we gaan samen koken. Mijn
twee oudere broers komen ook. Laila, wat ga jij dit weekend doen?
Laila Ik ga zaterdag op bezoek bij mijn oma. Ze is ziek en daarom zit ze veel thuis.
Ze vraagt altijd of we komen, want ze is best vaak alleen. We zijn al veel te
lang niet bij haar geweest. Dus nu hebben mijn zusje en ik besloten om de
hele dag te gaan.
Dilek Dat zal je oma fijn vinden.
En hebben jullie al plannen voor zondag? Misschien kunnen we samen iets
leuks gaan doen? Of we spreken zaterdagavond af. Ik weet een leuk café in
de stad.
Laila Nee, liever niet. Ik houd niet van uitgaan. Ik vind het op zaterdag veel te druk
in de stad. En de muziek staat altijd zo hard. Al dat lawaai… Ik spreek het
liefst overdag af.
Ahmed Zullen we dan zondag afspreken in de stad? We kunnen naar een museum
gaan. Ik houd erg van kunst. En daarna kunnen we nog even winkelen.
Laila Dat lijkt me een prima plan, Ahmed! Gezellig! Wat vind jij, Dilek?
Dilek Hm, winkelen vind ik vreselijk. Ik ben het na een kwartier vaak al zat. Maar
een museum bezoeken vind ik heel leuk. In het stadsmuseum hebben ze
mooie schilderijen. Dan kunnen we daarna op een terras langs de rivier een
biertje drinken.
Ahmed Oh, ik drink geen alcohol, maar dan neem ik gewoon een colaatje.
Zullen we om 12.00 uur afspreken?
Laila Ja, prima. En waar zien we elkaar? Op het station?
Dilek Ja, dat is goed. Tot dan!
Laila Oké, doei! Tot zondag!

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
6.6 Informatie vragen over een vacature
Angela wil graag als postbezorger werken. Het bedrijf
PostNL heeft een vacature. Angela wil graag meer
informatie over de vacature, dus ze belt het bedrijf.

medewerker 1 Goedemorgen, PostNL. U spreekt met Linda Verwijs.

Angela Goedemorgen mevrouw. U spreekt met Angela Marcus. Ik heb uw
vacature voor een postbezorger gelezen en ik heb nog een paar vragen.
medewerker 1 Prima. Dan ga ik u even doorverbinden met de afdeling Personeel.
Angela Dank u wel, mevrouw.
(...)
medewerker 2 Goedemorgen, met Frank van Tent van de afdeling Personeel.
Angela Goedemorgen meneer, u spreekt met Angela Marcus. Ik heb op internet
uw vacature voor een postbezorger gelezen en ik heb een paar vragen.
Heeft u even tijd?
medewerker 2 Ja, natuurlijk.
Angela Mijn eerste vraag is: Heb ik een diploma nodig voor deze baan?
medewerker 2 Nee, u heeft geen speciaal diploma nodig. U krijgt wel een korte
opleiding als u de baan krijgt.
Angela Oké, dat is duidelijk. Mijn volgende vraag is: Als ik bij PostNL ga werken,
moet ik dan zelf voor een fiets zorgen?
medewerker 2 Ja, u zorgt inderdaad zelf voor een stevige fiets, want u moet veel post
kunnen meenemen. Maar wij zorgen voor de kleding en de fietstassen.
Ook krijgt u elke maand een vergoeding voor de fiets.
Angela Wat bedoelt u met een vergoeding?
medewerker 2 U krijgt geld voor uw fiets. Als uw fiets stuk is, kunt u met dat geld uw
fiets maken.
Angela Dat is heel fijn. En dan heb ik nog een vraag. Ik wil graag parttime
werken, twintig uur ongeveer. Maar soms heb ik meer tijd en wil ik ook
wel meer werken. Kan dat?
medewerker 2 Ja, hoor, dat kan. En soms vragen wij u om extra te werken. Bijvoorbeeld
in drukke periodes, zoals met de feestdagen. Wij betalen u dan voor alle
extra uren.
Angela Oké. Ik begrijp het. Werk ik samen met collega’s?

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
medewerker 2 Nee, heel weinig. U moet dus heel zelfstandig kunnen werken. Maar er is
wel een personeelsvereniging. Die organiseert leuke activiteiten voor het
personeel. U kunt lid worden van die vereniging. Zo kunt u toch uw
collega’s ontmoeten.
Angela Dat klinkt leuk. Ik heb nog een laatste vraag. Kunt u mij iets over het
salaris vertellen?
medewerker 2 Ja, hoor. U verdient € 9,31 per uur. Dat is bruto.
Angela Dat begrijp ik niet. Bruto? Wat betekent dat?
medewerker 2 U verdient € 9,31 per uur, maar dat krijgt u niet op uw rekening. U moet
ook nog belasting betalen. En we sparen natuurlijk voor uw pensioen.
Angela Ja, dat begrijp ik. Oké. Ik heb geen vragen meer. Hartelijk bedankt,
meneer, voor de informatie.
medewerker 2 Graag gedaan. Als u wilt solliciteren, kunt u online het
sollicitatieformulier invullen. En misschien tot ziens!
Angela Ja, tot ziens!

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
6.10 Het sollicitatiegesprek
Je ziet Colin. Hij heeft gesolliciteerd bij hotel De Smaak.
Hij heeft een gesprek met meneer De Vries.

meneer De Vries Goedemorgen Colin. Welkom bij hotel De Smaak. Heb je het makkelijk
kunnen vinden?
Colin Ja, hoor. Ik woon niet ver weg.
meneer De Vries Wil je koffie, thee?
Colin Koffie graag.
meneer De Vries (...)
Alsjeblieft.
Colin Dank je wel.
meneer De Vries Kun je wat over jezelf vertellen?
Colin Jazeker. Mijn naam is Colin Frank. Ik kom uit Canada. Ik ben 33 jaar. En
ik ben getrouwd en ik heb een zoontje. Ik woon nu twee jaar in
Nederland.
meneer De Vries Nog maar twee jaar? Dan spreek je al goed Nederlands.
Colin Bedankt. Ik doe mijn best!
meneer De Vries Je solliciteert voor de functie van restaurantmedewerker. Waarom wil
je deze baan?
Colin Ik heb in Canada in een restaurant gewerkt en daarom wil ik nu graag
weer in een restaurant werken.
meneer De Vries Je hebt dus ervaring. Hoelang heb je in je restaurant gewerkt?
Colin Negen jaar. Eerst heb ik zes jaar bij mijn vader gewerkt en daarna heb
ik zelf een zaak geopend in een andere stad.
meneer De Vries Wat voor restaurant had je?
Colin Ik had een Frans restaurant.
meneer De Vries Ah. En wat voor opleiding heb je gevolgd?
Colin Ik heb in Kingston een opleiding tot kok gevolgd en ik heb ook heel
veel van mijn vader geleerd. Hij is een heel goede kok.
meneer De Vries Dat geloof ik. En waarom werk je graag in een restaurant?
Colin Ik houd van koken en ik vind menu’s maken leuk. Maar ik vind het
vooral fijn als mijn klanten lekker eten en genieten.
meneer De Vries Wat kun je goed?
Colin Ik werk hard, ik ben zelfstandig en ik kan goed organiseren. Mijn
restaurant in Canada was zeven dagen per week open en mijn klanten
kregen altijd op tijd hun eten.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
 Ik ben ook creatief in de keuken. Ik kook niet graag hetzelfde, dus ik
veranderde vaak de menukaart. En ik werk graag alleen met verse
producten.
meneer De Vries En Colin, wat kun je niet zo goed?
Colin Als ik stress heb, dan ben ik vaak niet zo aardig. Maar dat gebeurt
gelukkig niet vaak. En als ik eerlijk ben, heb ik wel een beetje hulp
nodig met geld. Ik kan niet zo goed rekenen.
meneer De Vries Dat geeft niet. Je werkt bij deze baan in een team. Jij krijgt de taken in
de keuken en iemand anders staat bij de kassa.
Colin Oké, dat is fijn om te weten.
meneer De Vries Ik weet genoeg. Heb jij nog vragen?
Colin Ja. Wat zijn de werktijden?
meneer De Vries We werken hier elke dag van drie uur ’s middags tot elf uur ’s avonds,
maar we zijn op maandag en dinsdag gesloten.
Colin En hoeveel collega’s heb ik, als ik hier kom werken?
meneer De Vries We werken hier in het restaurant met zeven mensen. Anneke, Brian,
Rik en Michelle werken in de bediening: zij helpen de gasten. Zij
werken parttime. John en ik staan fulltime in de keuken en jij ook als
je dat wilt!
Colin Oh, dus ik mag hier komen werken?
meneer De Vries Ja, zeker! Ik wil heel graag met je samenwerken.
Colin Wat fantastisch! Dank u wel!

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
7.1 De rondleiding
Je hoort Philip en Ella. Ella is een nieuwe collega.
Philip laat haar het kantoor zien.

de directeur Goedemorgen. Wij hebben vanaf vandaag een nieuwe collega: Ella Visser.
de collega’s Dag Ella.
de directeur Philip, wil jij Ella even het kantoor laten zien? Of ben je erg druk?
Philip Nee, hoor. Kom maar mee, Ella. We lopen eerst even langs de verschillende
kamers. We beginnen beneden bij de ingang.
(...)
Hier links is de kamer van de directeur. Zijn deur staat meestal open. Dan
kun je naar binnen gaan en iets vragen. Als zijn deur gesloten is, heeft hij
een gesprek of een vergadering. Dan mag je hem niet storen.
Ella Oké.
Philip Tegenover de kamer van de directeur is de keuken. Daar hebben we altijd
onze koffiepauzes, om half elf ’s morgens en drie uur ’s middags. In de kast
helemaal links staan alle kopjes, glazen en borden. In de kast hier rechts
vind je de thee, koffie en soep. In de la hier links liggen de lepels, de vorken
en de messen.
Er is ook een koelkast. Als je wilt, kun je daar je eten in zetten.
Ella Hoe werkt het koffieapparaat?
Philip Dat is heel makkelijk. Je zet eerst je kopje onder het apparaat en je drukt
dan op deze knop.
Ella O, dat is inderdaad niet moeilijk.
Philip De melk staat in de koelkast en suiker zit in deze pot. Je vuile kopjes mag je
links van de kraan zetten. Stefan wast altijd af.
Ella En waar zijn de toiletten?
Philip Kijk. Aan het einde van de gang zie je een aantal deuren. De eerste deur aan
de linkerkant is het herentoilet, de tweede het damestoilet.
Aan de rechterkant van de gang, tegenover de wc’s, is de deur naar de tuin.
In de zomer eten we vaak buiten.
Ella Wat leuk!
Philip Ja, zeker!
En hier in de kamer naast de keuken liggen alle materialen. Daar vind je

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
 papier, pennen en andere kantoorspullen in de kasten.
Ella Oké, goed om te weten. Het is eigenlijk geen groot kantoor, hè?
Philip Nee, helemaal niet. Ik vind dat wel prettig. Boven werken wij. Kom, we
nemen de trap.
(…)
Hier is onze werkkamer. Het is hier lekker ruim en licht. Dat bureau bij het
raam wordt jouw plek. Je kunt je persoonlijke spullen in die kast in de hoek
bewaren. Jouw mappen staan allemaal op de tweede plank. Maar Sonja gaat
je wat uitleg over je werk geven. Sonja?
Ella Oké, dank je. Ik heb nog één vraagje: wat doe ik met mijn jas?
Philip O, sorry. Je kunt je jas bij de deur aan de muur hangen.

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
7.4 Wat moet ik doen?
Je hoort Ricardo, Samuel en Olivia. Ze hebben een nieuwe baan. Hun collega’s leggen uit
wat ze moeten doen.

Tekst 7.4a
Je hoort de baas van een restaurant. Zij geeft haar nieuwe medewerker Ricardo uitleg.

Ricardo Wat moet ik doen, als ik ’s middags begin? Het restaurant is dan nog niet
open.
de baas ’s Ochtends heeft de schoonmaker het hele restaurant schoongemaakt.
Dus als je ’s middags binnenkomt, staan de spullen nog niet op de goede
plaats. Jij moet dan het restaurant netjes maken.
Eerst pak je de tafelkleedjes. Die liggen op de tweede plank in deze kast. Je
moet ze goed controleren. Er mogen geen vlekken op de kleedjes zitten.
Let op: de kleedjes moeten recht liggen. Dan pak je de flesjes van de eerste
plank.
Ricardo Waarvoor gebruik je die?

de baas Om bloemen in te zetten. In elk flesje doe je water en zet je drie bloemen.
Op elke tafel zet je één flesje.
Daarna leg je op elke tafel een menukaart. Ten slotte zet je alle stoelen
netjes onder de tafels. Ook hier moet je goed opletten: de stoelen moeten
recht onder de tafels staan.

Tekst 7.4b
Je hoort een medewerker van een winkel. Zij geeft haar nieuwe collega Samuel uitleg.

de collega Je hebt nog niet eerder in een winkel gewerkt, hè, Samuel?
Samuel Nee, nog nooit.
de collega Dan ga ik je nu uitleggen hoe je een klant helpt.
Als een klant de winkel binnenkomt, vraag je: Kan ik u helpen?
Sommige klanten willen graag hulp, andere niet. Zij winkelen liever alleen.
En dat is prima. Help de klanten altijd vriendelijk en met respect. Zeg
bijvoorbeeld altijd u.
Soms staat er meer dan één klant bij de kassa. Je kunt dan altijd vragen:
‘Wie is er aan de beurt?’ Op die manier krijg je geen boze klanten. Als er
drie klanten in de rij staan, moet je een collega bellen. Hij of zij kan de

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
 klanten dan bij de tweede kassa helpen.

Als een klant met geld wil betalen, moet je het geld goed tellen. Typ
daarna het bedrag in op de kassa. Wil een klant pinnen? Dan druk je op
deze knop. Als de klant een plastic tasje wil, dan stop je de spullen netjes
in een tasje. Maar je moet het altijd eerst vragen, want de klant moet wel
tien cent voor het tasje betalen.
Ten slotte stop je de bon in het tasje en geef je het tasje aan de klant. En je
wenst de klant een prettige dag verder.
Samuel Oké, ik begrijp het. En waarvoor is deze sleutel?
de collega Om de kassa op slot te doen, als je bij de kassa wegloopt.

Tekst 7.4c
Je hoort een medewerker op een school. Hij geeft zijn nieuwe collega Olivia uitleg.

de collega Soms wil iemand zich voor een cursus inschrijven. Dan moet je een
formulier in de computer opzoeken en invullen.

Olivia Hoe doe je dat?

de collega Eerst ga je naar de map met formulieren. Dan kies je het formulier met de
naam Inschrijving. Je vult het formulier in: de naam, het adres en het
telefoonnummer van de nieuwe cursist.
Vervolgens print je het formulier. Je laat de cursist het formulier goed
nakijken en je laat hem zijn handtekening zetten. Ten slotte leg je het
formulier in dit bakje.

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
7.5 Let op! Gevaar!
Je hoort Sara en haar baas. Haar baas vertelt
wat ze moet doen bij brand.

de baas Sara, de veiligheid van mijn werknemers vind ik heel belangrijk. Daarom leg ik
nieuwe werknemers altijd uit wat je moet doen bij brand. Heb je al eens een
brand meegemaakt?
Sara Nee, gelukkig niet.
de baas Als je vuur of rook ziet, moet je altijd rustig blijven. Je waarschuwt meteen je
collega’s.
Sara En moet ik zelf blussen?
de baas Ja, als het een kleine brand is wel. In elke gang hangen twee brandblussers. Dat
zijn apparaten om de brand te blussen. Je kunt ook een natte doek gebruiken.
Sara En als het een grote brand is?
de baas Dan moet je 112 bellen.
Sara En wat moet ik dan zeggen?
de baas Je moet je naam en je telefoonnummer geven en het adres van ons bedrijf. Ook
moet je vertellen waar in het gebouw de brand is. Zeg ook of er nog mensen in
het gebouw zijn.
Sara En wat moet ik dan doen?
de baas Je moet buiten wachten en je mag niet naar huis gaan. En het is erg belangrijk
dat je bij brand de lift niet gebruikt! Ga dus met de trap naar beneden.
Sara En als ik niet naar buiten kan? Wat moet ik dan doen?
de baas Dan moet je de deuren sluiten, zodat er geen rook in de kamer komt. Sluit ook
de ramen. Als er al veel rook in de kamer is, moet je op de vloer gaan liggen.
Daar is de minste rook en daar is de temperatuur het laagst.
Sara O, ik word er een beetje bang van.
de baas Ja, praten over brand is niet leuk, maar wel heel belangrijk!

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
7.11 Een nieuwe collega
Je hoort twee collega’s en hun baas. Ze zoeken
een nieuwe collega.

de baas Ria moet binnenkort naar het ziekenhuis voor een operatie. Ze zal dan drie
maanden afwezig zijn. We hebben daarom tijdelijk een nieuwe medewerker
nodig voor de balie. Kennen jullie toevallig iemand die een baan zoekt? Het moet
natuurlijk een vriendelijke man of vrouw zijn en het liefst iemand met ervaring.
Alex Kan André hier niet weer komen werken?
de baas André?
Alex Ja, hij heeft hier vroeger gewerkt. Die blonde man met die moderne bril. Hij is
heel lang en dun en hij droeg altijd een spijkerbroek en rode schoenen. Hij zat bij
de balie en was altijd erg vriendelijk tegen onze klanten!
de baas O, die André. Hij woont niet meer in Nederland, heb ik gehoord. Hij is voor de
liefde naar het buitenland verhuisd.
Alex O ja? Naar welk land?
de baas Naar Spanje, volgens mij.
Alex Dat is jammer. André was een leuke collega. Hij was altijd vrolijk en grappig. We
hebben samen heel veel gelachen.
Karina Maar… kunnen we Clara niet vragen? Zij heeft hier een paar maanden achter de
balie gewerkt, toen André naar het buitenland was.
de baas Mmm, ja, Clara werkte altijd hard. Maar toch was ik niet zo blij met haar. Ik vond
haar een beetje negatief.
Karina Wat bedoel je?
de baas Ze klaagde vaak over haar werk en ze praatte soms over de klanten achter hun
rug. Ze zei bijvoorbeeld dat iemand lelijke kleren had. Dat soort dingen.
Karina Ja, je hebt gelijk. Ik herinner me dat nu ook.
Alex Ik weet misschien nog iemand. Een vriendin van mij zoekt werk. Ze heet Els. Ze is
een heel vrolijke en vriendelijke vrouw. En ze heeft veel geduld. Ze kan met
iedereen goed omgaan, ook met moeilijke mensen.
de baas O, en heeft ze ervaring achter de balie?
Alex Niet echt, maar ze heeft wel vier jaar bij een grote winkel gewerkt.
de baas Dat is positief. Kun je haar gegevens naar mij mailen? Dan ga ik contact met haar
opnemen.
Alex Ja, hoor. Ik zal je direct even mailen.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
7.13 De lunchpauze
Je ziet Adam en Lies. Ze zijn collega’s. Ze praten in de
pauze.

Adam Ik heb honger, zeg! Eet smakelijk!

Lies Ja, eet smakelijk… Hoe was je vrije avond gisteren?
Adam Heerlijk! Ik heb lekker naar een film op Netflix gekeken.
Lies O, welke film?
Adam Intouchables.
Lies Ik heb de naam weleens gehoord, maar ik heb de film nooit gezien. Waar gaat die
over?
Adam Het is een grappige film en hij gaat over een man uit Afrika, Driss. Driss is werkloos
en hij leeft tevreden van een uitkering. Maar dan moet hij van de overheid gaan
solliciteren. Hij solliciteert bij een rijke, gehandicapte man. En Driss krijgt de baan,
dus hij moet de man verzorgen. Hij is dat niet gewend, dus hij doet en zegt allemaal
gekke dingen. Ik heb erg gelachen!
Lies Leuk! Ik kijk zelf niet vaak naar films. Ik kijk liever naar televisieprogramma’s over
het echte leven. Gisteren zag ik een programma over suikervrij eten. Een familie uit
Rotterdam besloot een half jaar geen suiker meer te eten.
Adam En, lukte het?
Lies In het begin moesten ze erg wennen. De smaak van suikervrij eten is anders. Ook
hadden ze meer tijd nodig om boodschappen te doen en maaltijden te koken. Maar
na een half jaar wilden ze geen zoet eten meer. Ze voelden zich beter en gezonder.
Adam Nou, dat is knap, maar niks voor mij. Ik houd van zoet. En je kan natuurlijk ook geen
ijs en koekjes en taart meer eten... En je moet ook langer koken. Ik kook liever snel
en makkelijk. Kook jij graag?
Lies Ja, heel graag. Koken is mijn hobby. Heb jij een hobby?
Adam Ik speel graag muziek. Ik speel gitaar.
Wil je nog wat koffie?
Lies Ja, lekker.
Adam Ik heb ook interesse in sterren. Ik kijk graag naar sterren en ik lees er ook veel over.
Het is zo mooi...!
Lies O, pas op! Je knoeit koffie!
Adam O, wat dom! Sorry!
Lies Dat geeft niet. Dat kan bij iedereen gebeuren.
Adam Zit er nu koffie op je papieren?
Lies Nee, gelukkig niet.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
Adam O, gelukkig. Ik haal even een doekje.
Lies Ja.

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
8.3 Op het gemeentehuis
Tekst 8.3a
Je hoort Mehmet en een mevrouw op straat. Mehmet zoekt het gemeentehuis.

Mehmet Dag mevrouw, mag ik u iets vragen?

een vrouw Ja, natuurlijk.
Mehmet Weet u de weg naar het gemeentehuis? Ik wilde het op mijn telefoon
opzoeken, maar mijn batterij is leeg. Dat was ik even vergeten… Echt
stom van me.
een vrouw Ja, hoor, dat is heel makkelijk. U loopt eerst over de brug in de richting
van het centrum. Dan gaat u bij de tweede straat rechtsaf. U komt dan
langs een plein met aan beide kanten een rij grote bomen. Aan het
einde van de straat ziet u het gebouw van de ASN Bank. U moet daar
linksaf. Het gemeentehuis is rechts om de hoek.
Mehmet Oké, dus ik loop rechtdoor, neem de tweede straat rechts en dan is het
gemeentehuis bij de bank om de hoek.

een vrouw Precies. Succes!

Mehmet Bedankt, mevrouw!
een vrouw Graag gedaan!

Tekst 8.3b
Mehmet heeft het gemeentehuis gevonden. Je hoort Mehmet met een medewerker praten.

medewerker 1 Goedemiddag meneer.

Mehmet Dag mevrouw. Ik ben vader geworden en ik wil graag de geboorte van
mijn dochter aangeven.
medewerker 1 Van harte gefeliciteerd! Gaat alles goed met moeder en kind?
Mehmet Ja, hoor. Mijn vrouw is wel moe, want het was een zware bevalling. En
mijn dochter, wauw, het is een prachtige baby! En ik ben erg trots en
gelukkig.
medewerker 1 Wat fijn! Heeft u de identiteitsbewijzen van uzelf en van de moeder
meegenomen, meneer?

Mehmet Ja, die heb ik bij me. Hier is mijn rijbewijs en hier is het paspoort van

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
 mijn vrouw.

medewerker 1 Dank u wel. U krijgt van mij een nummertje. U moet naar de eerste
verdieping. U kunt hier naast de balie de trap nemen of u kunt met de
lift. Boven kunt u op de bank gaan zitten. U ziet op een scherm wanneer
u aan de beurt bent en bij welke balie u moet zijn.
Mehmet Oké, bedankt.
medewerker 1 Let op, meneer! U laat uw rijbewijs op de grond vallen.
Mehmet O, dank u wel! Ik had het niet gemerkt.

Tekst 8.3c
Mehmet is nu op de eerste verdieping. Je hoort Mehmet met een andere medewerker
praten.

medewerker 2 Dag meneer.

Mehmet Hallo, ik kom de geboorte van mijn dochter aangeven.

medewerker 2 Van harte gefeliciteerd! Heeft u het aangifteformulier volledig ingevuld?

Mehmet Ja, hier is het.

medewerker 2 Even kijken… Hier bent u nog wel twee dingen vergeten in te vullen.
Krijgt uw dochter uw achternaam?

Mehmet Ja, natuurlijk. Maakt u een grap?

medewerker 2 Nee, hoor. Het is een serieuze vraag. U kunt uw kind in Nederland ook de
achternaam van de moeder geven.
Mehmet O? Dat wist ik niet. Maar onze dochter krijgt mijn achternaam.

medewerker 2 Prima. Dat heb ik opgeschreven. En… wat zijn de voorletters van uw
vrouw?

Mehmet T.K.
medewerker 2 Oké. Mag ik uw identiteitsbewijs en het identiteitsbewijs van uw vrouw?
En ook uw trouwboekje, alstublieft? Dan ga ik even een kopie maken.
Mehmet Alstublieft.

medewerker 2 U bent wel veranderd, zeg. Op uw pasfoto ziet u er anders uit.

Mehmet Ja, toen had ik nog een baard. En ik droeg op die foto ook nog geen bril!

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
8.5 Problemen in je huis
Tekst 8.5a
Geert belt de woningbouwvereniging, want in zijn huurhuis zijn dingen kapot. Hij hoort
eerst een keuzemenu.

Goedendag. Welkom bij Woningbouwvereniging Vermeer.

Huurt u al een woning? Kies 1.
Wilt u gaan huren? Kies 2.

PIEP
Wilt u verhuizen? Kies 1.
Wilt u iets laten repareren of zelf veranderen? Kies 2.
Heeft u vragen over de huur? Kies 3.
Heeft u een klacht? Kies 4.

Tekst 8.5b
Je hoort Geert en twee medewerkers van de woningbouwvereniging.

medewerker 1 Goedemorgen, afdeling Klachten, met Jan Kooistra. Wat kan ik voor u
doen?
Geert Goedemorgen, met Geert de Jager. Ik huur een huis in de
Bloemenbuurt in Den Haag, in de Tulpstraat. Ik wil graag een aantal
dingen in ons huis laten repareren.

medewerker 1 Sorry, meneer, maar daar kan ik u niet mee helpen. U spreekt nu met
de afdeling Klachten.

Geert O, heb ik op de verkeerde knop gedrukt? Waar moet ik dan zijn?

medewerker 1 Bij de afdeling Reparaties en onderhoud. Ik verbind u door. Een
momentje alstublieft.
Geert Dank u wel.
(...)
medewerker 2 Goedemorgen, afdeling Reparaties en onderhoud, met Annemijn Pol.
Waarmee kan ik u helpen?
Geert Goedemorgen, met Geert de Jager. Ik huur een huis in de Tulpstraat en
ik wil graag twee dingen laten repareren.

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
medewerker 2 Wat is het probleem, meneer?

Geert Onze kraan lekt sinds eergisteren. Kan iemand onze kraan repareren?
medewerker 2 Welke kraan lekt?
Geert De kraan in de keuken.
medewerker 2 Oké. Ik zal iemand sturen om te komen kijken. Op welk nummer woont
u in de Tulpstraat?
Geert Op nummer 56.

medewerker 2 Is er volgende week op dinsdagochtend iemand thuis?

Geert Ja, mijn vrouw is dan thuis.
medewerker 2 Prima, dan komt één van onze medewerkers tussen tien en twaalf uur
langs.

Geert Fijn. En dan wil ik ook nog melden dat er in de badkamer een ruit kapot
is. Gisteren was er een harde storm. Plotseling waaide er een grote tak
tegen het raam. We hebben het gat met plastic en plakband
dichtgemaakt. Kunnen jullie het raam ook komen repareren?
medewerker 2 Ja, hoor, maar daar moet ik een andere monteur voor sturen. Dat kan
vanmiddag nog. Bent u dan thuis?
Geert Ja, ik ben vanmiddag thuis. Hoe laat komt hij ongeveer?

medewerker 2 Tussen drie en vier uur.

Geert Prima! Hartelijk dank voor uw hulp.
medewerker 2 Graag gedaan, meneer. Prettige dag verder.
Geert Dank u. U ook.

TaalCompleet A2 – Transcripten 2
8.7 Bij de politie
Je ziet Annet. Ze is op het politiebureau en doet aangifte
bij een politieagent.

de agent Goedendag mevrouw, u komt aangifte doen. Waarvan?

Annet Ja, mijn fiets is gestolen. En mijn tas zat in mijn fietstas. Nu ben ik mijn
sleutels, mijn portemonnee met vijftig euro en mijn telefoon kwijt!
de agent Oké. Wat is er precies gebeurd?
Annet Ik zette mijn fiets tegen het nieuwe gemeentehuis en liep het plein over. Toen
ik wegliep, zag ik dat een man mijn fiets pakte. Ik begon te roepen. Een andere
man probeerde de dief nog te pakken. Hij trok aan zijn jas en toen begonnen
ze te vechten. Maar de dief is toch weggefietst.
de agent Mevrouw, hoe zag de dief eruit?
Annet Ik weet het niet. Het ging zo snel! Ik weet alleen dat het een grote man was.

de agent Kunt u de dief herkennen?

Annet Nee, ik denk het niet. Ik heb hem niet goed gezien.

de agent Kunt u de fiets en uw handtas beschrijven?

Annet Ja, het was een oude, zwarte damesfiets en een grote, rode schoudertas. Aan
de voorkant zitten twee ritsjes.
de agent En wat zat er in uw tas? U noemde al uw portemonnee en het geld, uw
telefoon en sleutels. Verder nog meer?
Annet Ja, maar dat is niet zo belangrijk. Een tijdschrift, een kleine paraplu en een
agenda.
de agent Een agenda… Zat uw pinpas in uw portemonnee?
Annet Ja, die heb ik nu ook niet meer.
de agent Heeft u de bank al gebeld?

TaalCompleet A2 – Transcripten 1
Annet De bank? Waarom moet ik de bank bellen?

de agent U moet uw pas blokkeren.

Annet Oh ja, natuurlijk. Anders pakken ze al mijn geld. Maar ik heb geen telefoon
meer!
de agent Mevrouw, u kunt hier bellen. Ik heb nog één vraag. De man die de dief
probeerde te pakken, was hij gewond?
Annet Nou, hij had een beetje bloed aan zijn neus, maar hij zei dat het niet zeer
deed. Hij liep daarna weg.

de agent Ik ga heel even het formulier, de aangifte, uitprinten. Eén moment.

(…)
Goed, even kijken... Wilt u zo onder de aangifte even uw handtekening
zetten? Dan krijgt u een kopie.
Ja, dank u wel. En als u contact wilt met slachtofferzorg, het nummer staat op
de kopie van uw aangifte.

Annet Bedankt, agent, ik zal ze bellen. Ik hoop dat jullie de dief en mijn spullen
kunnen vinden.
de agent Als we meer weten, nemen we direct contact met u op.

Annet Prima. Dan ga ik gauw de bank bellen.

de agent Hier staat de telefoon. Sterkte!

Annet Dank u wel.

TaalCompleet A2 – Transcripten 2