A timar was land granted by the Ottoman sultans between the fourteenth and sixteenth centuries, with a tax revenue annual value of less than 20 000 akçes. The revenues produced from land acted as compensation for military service. A Timar holder was known as a Timariot. If the revenues produced from the timar were from 20,000 to 100,000 akçes, the timar would be called zeamet, and if they were above 100,000 akçes, the land would be called has.
In the Ottoman Empire, the Timar system was one in which the projected revenue of a conquered territory was distributed in the form of temporary land grants among the Sipahis (cavalrymen) and other members of the military class including Janissaries and other kuls (slaves) of the sultan. These prebends were given as compensation for annual military service, for which they received no pay. In rare circumstances women could become Timar holders. This position however was restricted to women who were prominent within the imperial family, or high-ranking members of the Ottoman elite. Timars could be small, when they would be granted by governors, or large, which then required a certificate from the Sultan, but generally the fief had an annual value of less than twenty thousand akces (an Ottoman silver coin). This system of land tenure lasted roughly from the fourteenth century through to the sixteenth century. The goals of the system were necessitated by financial, state and expansionist purposes. The financial aims of the system were to relieve pressure from the Ottoman state of paying the army as well as to gain a new source of revenue for the central treasury. The expansionist aims were to increase the number of cavalry soldiers and to gradually assimilate and bring conquered countries under direct Ottoman control. The Ottoman state also desired to centralize the sultan’s authority by removing the feudal system and aristocratic elements from dominating the empire.
Mag ik wat dansmuziek, meneer
Wellicht 'n wijsje van weleer
Ik dans alleen maar doe dat meer
Mag ik wat dansmuziek, meneer
U ziet mijn passen zijn wat stijf
Ah, ik heb moeite met dit lijf
Ooit was het soepel, sterk en vlug
Maar nee, die tijd komt nooit terug
Leve de man die alles heeft
Je kunt het niet indenken of hij kan het kopen
Let op de man die alles heeft
Kijk eens hoe die kijkt als hij iets moois ziet lopen
Alles van mij tot aan de horizon
Maar keek er nog één keer een meisje om
Speel nog wat dansmuziek meneer
Oh,ik heb heimwee naar weleer
Ik wil nog wel maar kan niet meer
En de herinnering doet zeer
Leve de man die alles heeft
Je kunt het niet bedenken of hij kan het kopen
Let op de man die alles heeft
Kijk eens hoe die kijkt als hij iets moois ziet lopen
Alles van mij tot aan de horizon
Maar keek er nog één keer een meisje om
Mag ik wat dansmuziek, meneer
Toe, mag ik wat dansmuziek, meneer
Ach, mag ik wat dansmuziek, meneer
Maar keek er nog één keer een meisje om
Hoe doe je dat, hoe doe je dat
Hoe doe je dat, hoe doe je dat