vloten
Uiterlijk
- vlo·ten
de vloten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vloot
vervoeging van |
---|
vlieten |
vloten
- meervoud verleden tijd van vlieten
- Wij vloten.
- Jullie vloten.
- Zij vloten.
- Wij vloten.
- Het woord vloten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vloten" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be