verhaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verhaal    (hulp, bestand)
• IPA: / vərˈhal / (2 lettergrepen); /vər'ɦal/

Woordafbreking

• ver·haal

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van verhalen

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verhaal	verhalen
verkleinwoord	verhaaltje	verhaaltjes

Zelfstandig naamwoord

het verhaal o

1. verslag (mondeling of schriftelijk) van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis

   • Heb je het verhaal over de boete die Microsoft door de EU opgelegd heeft gekregen al gelezen? 

   ▸ Zelf moest ik ook erg nodig naar de wc, maar ik durfde na dit verhaal absoluut niet meer naar buiten.

2. (juridisch) opgeëiste vergoeding voor geleden schade

   • Met het verhaal van alle onkosten op de daders was de gemeente nog jaren bezig. 

3. (informeel) speech, voordracht

   • Een heel verhaal afsteken. 

Verwante begrippen

• anekdote, geschiedenis, historie, relaas, vertelling

Hyponiemen

   

Bijbelverhaal achtergrondverhaal asielverhaal avonturenverhaal beeldverhaal broodjeaapverhaal clichéverhaal coververhaal cowboyverhaal crisisverhaal dagverhaal detectiveverhaal dierenverhaal donderdagverhaal doodsverhaal doom-and-gloomverhaal familieverhaal fantasieverhaal fantasyverhaal filmverhaal geschiedverhaal griezelverhaal groeiverhaal gruwelverhaal heldenverhaal herdersverhaal hoofdverhaal horrorverhaal huilverhaal humaninterestverhaal ik-verhaal incestverhaal indianenverhaal internetverhaal jachtverhaal jeugdverhaal juichverhaal kaderverhaal kerstverhaal kinderverhaal kip-eiverhaal kletsverhaal kort verhaal kortverhaal kostenverhaal kutverhaal leesverhaal levensverhaal liefdesverhaal lijdensverhaal lulkoekverhaal lulverhaal meespeelverhaal metoo-verhaal misdaadverhaal moordverhaal nachtverhaal nieuwsverhaal of-ofverhaal omslagverhaal onzinverhaal oorlogsverhaal openingsverhaal paardenverhaal paasverhaal paniekverhaal paradijsverhaal passieverhaal pensioenverhaal reisverhaal ridderverhaal scheppingsverhaal sciencefictionverhaal seksverhaal sensatieverhaal slotverhaal speurdersverhaal spinverhaal spionageverhaal spookverhaal sprookjesverhaal standaardverhaal stripverhaal succesverhaal tekenverhaal titelverhaal vakantieverhaal vampierverhaal vervolgverhaal vluchtverhaal volksverhaal voorleesverhaal wildwestverhaal wonderverhaal

Afgeleide begrippen

   

verhaalanalyse verhaalbelasting verhaaldraad verhaalelement verhaalfiguur verhaalgenre verhaalkunst verhaallijn verhaalopbouw verhaalplicht verhaalrecht verhaalsactie verhaalsplicht verhaalsrecht verhaalstof verhaalstructuur verhaalswet verhaaltechniek verhaaltechnisch verhaaltekst verhaaltheorie verhaaltrant verhaalverloop verhaalvorm verhaalwending verhalenboek verhalenbundel verhalencyclus verhalenfluisteraar verhalenpad verhalenplek verhalenschrijver verhalenverteller verhalenwedstrijd

Uitdrukkingen en gezegden

[1]

• Een sterk verhaal

Iets dat ongeloofwaardig klinkt

• Het is einde verhaal

Het is afgelopen, voorbij (m.n. gezegd van iets dat geen kans van slagen meer heeft)

• het grote verhaal

het belangrijkste deel van een boodschap zonder al te veel details

∗ De jury, onder leiding van schrijver Nelleke Noordervliet, prijst het boek om zijn visie, gedegenheid en toegankelijkheid. "Ondanks de vele details en wetenswaardigheden verliest het het grote verhaal van de taal nooit uit het oog."

• Het verhaal gaat/wil, dat ....

Er zijn geruchten – of bijv. een legende – dat iets zo is of ooit is gebeurd

• Zijn verhaal doen

Iets uitleggen (waarbij vooral wordt benadrukt dat het vertelde de verteller persoonlijk aangaat)

[2]

• Op verhaal komen

Uitrusten, na inspanning weer op krachten komen

• Verhaal halen

Om nadere uitleg vragen, m.n. voor iets vervelends dat is voorgevallen

• Verhaal [komen] zoeken

Op vergelding of wraak uit zijn

Vertalingen

    1. verslag (mondeling of schriftelijk) van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis   

Duits: Geschichte (de) v Engels: story (en) Frans: histoire (fr) v, nouvelle (fr) v IJslands: þáttur (is) m

Pools: opowieść (pl) v, historia (pl) v Spaans: historia (es) v, narración (es) v, relato (es) m Xhosa: ibali 5 Zweeds: berättelse (sv) g

Werkwoord

vervoeging van
verhalen

verhaal

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhalen
   

   • Ik verhaal. 

2. gebiedende wijs van verhalen
   

   • Verhaal! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhalen
   

   • Verhaal je? 

Afgeleide begrippen

• verhaalbaar, verhaalbelasting, verhaalsrecht, verhaalswet, verhaling

Gangbaarheid

• Het woord verhaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verhaal" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Nedersaksisch

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verhaal	verhalen
verkleinwoord	verhaaltje / verhaaltjen	?

Zelfstandig naamwoord

verhaal

1. verhaal; een verslag van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis

Veluws

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verhaal	verhalen
verkleinwoord	verhaaltje / verhaaltjen	?

Zelfstandig naamwoord

verhaal

1. verhaal; een verslag van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis