type

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  type    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtipə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ty·pe

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vorm, soort’ voor het eerst aangetroffen in 1824

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	type	typen types
verkleinwoord	typetje	typetjes

Zelfstandig naamwoord

het type o

1. door bepaalde karakteristieken herkenbare soort

   • Dit type is al enige tijd vervangen door andere sjablonen. 
   • Weet u het verschil tussen soort en type? 

   ▸ Door het vele blowen trok de groep ook een aantal vervelende types aan en splitste men zich steeds vaker in kleine groepjes af, waardoor ik me minder op mijn gemak voelde.

Verwante begrippen

• soort, soortement

Hyponiemen

   

alfatype antitype autotype bartype behandelingstype bestandstype biotype blingblingtype bodemtype boerderijtype boottype bostype celtype contracttype datatype ecotype eenheidstype fototype gegevenstype gelaatstype geldtype genmaïstype gevoelstype huidtype ideaaltype knuffeltype landschapstype lettertype lichaamstype linotype lombroso-type melktype mensentype menstype monotype negen-tot-vijftype oertype onderwijstype onderzoekstype opleidingstype organisatietype paleotype persoonlijkheidstype polytype producttype rambotype reactortype scheepstype schooltype serotype speltype stemtype stereotype straattype subtype teksttype teletype vegetatietype velotype verteltype vliegtuigtype weertype wegtype wildtype winnaarstype wintertype woningtype zaaktype zinstype zorgtype

Afgeleide begrippen

   

type 1-onderwijs type 2-onderwijs type-eenonderwijs type-examen typeaanduiding typecasten typegeheugen typegoedkeuring typekeuring typeles typelocatie typentheorie typenummer typescript typesnelheid typevoorbeeld typewriter typiek typisch typologie

Vertalingen

    1. door bepaalde karakteristieken herkenbare soort   

Engels: type (en) Noors: type (no) m Nynorsk: type (nn) m Pools: typ (pl) m

Slowaaks: typ (sk) m Spaans: tipo (es) m Tsjechisch: typ (cs) monbezield

Werkwoord

vervoeging van
typen

type

1. aanvoegende wijs van typen

Afgeleide begrippen

• typediploma, typefout, typegeit, typekamer, typemachine, typemiep, typewerk

Gangbaarheid

• Het woord type staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "type" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Uitspraak

• Geluid:  type (US)    (hulp, bestand)

enkelvoud	meervoud
type	types

Zelfstandig naamwoord

type

1. soort, type

Frans

Uitspraak

• Geluid:  type    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

type m

1. (spreektaal) vent, man

   «J'ai eu une touche avec ce type-là.»

   Ik had sjans met die vent.

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈtyːpə /

Woordafbreking

• ty·pe

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van de Griekse woorden typos en typein

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	type	typen	typer	typene
genitief	types	typens	typers	typenes

Zelfstandig naamwoord

type, m

1. soort, type

Verwante begrippen

• typisk

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈtyːpə /

Woordafbreking

• ty·pe

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van de Griekse woorden typos en typein

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	type	typen	typar	typane

Zelfstandig naamwoord

type, m

1. soort, type

Verwante begrippen

• typisk

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /tɪpɛ/

Woordafbreking

• ty·pe

Zelfstandig naamwoord

type

1. vocatief enkelvoud van typ

Gelijkklinkende woorden

• tipe