tegengestelde

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tegengestelde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·gen·ge·stel·de

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van tegengesteld met het achtervoegsel -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tegengestelde	tegengestelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tegengestelde o

1. een woord met een tegengestelde betekenis
2. precies de andere kant op; de richting die men bereikt door 180^o te draaien

   ▸ Ik draaide me om en liep zo snel ik kon in tegengestelde richting weer de berg af op zoek naar beschutting en veiligheid.

Synoniemen

• antoniem

Werkwoord

vervoeging van:	tegenstellen…
verbogen vorm:	tegengesteldee

tegengestelde

1. verbogen vorm van tegengesteld, voltooid deelwoord van tegenstellen

Bijvoeglijk naamwoord

tegengestelde

1. verbogen vorm van de stellende trap van tegengesteld

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord tegengestelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.